Ik constateer dat u zich met deze procedure kunt ver
enigen.
De vragen van de heer Visser luiden als volgt:
1. Kent U het artikel „Het Nieuwe Centrumplan" dat
de vorige week in de krant verscheen namens „het ge
meentebestuur"? Wie heeft dat geschreven?
2. Erkent U dat het zg. „overleg" op woensdag 5 april
met de groepen „Zuidereng Nee" en „W.L.S." door
hen beschouwd werd als informatie en niet meer dan
dat?
3. Geeft U toe, dat ten tijde van het gesprek het plan
reeds bij de krant is geweest (persconferentie op
4 april!en vermoedelijk reeds gezet om donderdag
6 april te verschijnen in de pers?
4. Bent U bereid de zinsnede „ook al kennen we (Zui
dereng Nee en W.L.S.) de inhoud van het plan niet"
terug te nemen als ik donderdag a.s. aantoon dat de
beide actiegroepen al een week eerder volledig op de
hoogte waren van het nieuwe bestemmingsplan Cen
trum? Zo niet, waarom niet?
5. Waar staat (kunt U dat ter inzage leggen voor
ons?) dat de P.P.D. en de P.P.C. en „alle andere in
stanties" het met het Centrumplan eens zijn?
In ieder geval niet in het nieuwe bestemmingsplan?
6. Waarom verlaagt U zich tot een dergelijke ordinai
re en beneden Uw waardigheid staande krantendis
cussie als U een zg. „voortreffelijk plan" publiceert,
waar iedere burger volgens U achter zou moeten
staan? Is het angst?
7. Bent U bereid de beledigende zinsnede „Nu wordt
duidelijk wat met het Nee in „Zuidereng Nee" wordt
bedoeld, nl.: we zeggen tegen ieder plan van de ge
meente nee" terug te nemen, omdat deze uitspraak
nergens op slaat
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik wil eerst
het verwijt van mevrouw Korthuis aan het begin van
de vergadering van de hand wijzen, Ik vind het ook
niet gepast dat de fractievoorzitter van de V.V.D. die
in haar open huis op woensdagavond alle tegenstand
tegen het Centrum kwalificeert als „volksverlakkerij",
mijn vragen beneden de maat vindt. Ik heb zeven vra
gen gesteld en zal eigenlijk graag horen welke vraag
dan ongepast is.
Ik ben uitgegaan van een artikel van de gemeente
Soest, gepubliceerd in de Soester Courant en ook de
Amersfoortse Courant, als gewoon artikel en ook als
ingezonden brief in de Gooi- en EemlanderIk heb nu
voor mij de rubriek „Gemeente Soest", een betaalde
rubriek als soort advertentieruimte, waarin gerea
geerd wordt op een artikel van Zuidereng Nee. De
kop is „Het Nieuwe Centrumplan" en in de elfde regel
komt het woordje „overleg" voor Welnu, ér is hele
maal geen sprake geweest van overleg. Ik heb de bij
eenkomst op 5 april bijgewoond en de groep heeft zich
daar ook gedistantieerd van deze term; zij was daar al
leen om aan te horen wat er te vertellen was over het
Centrumplan. Dat viel tegen; de uitleg op zichzelf was
wel goed, maar er werd niets nieuws verteld. Van over
leg was geen sprake en dat was ook niet mogelijk, om
dat hetzelfde Centrumplan al bij de pers lag om de vol
gende dag gepubliceerd te worden. Dat noem ik geen
overleg. Zuidereng Nee is in 1975 gestart met de ac
tie en sinds die tijd heeft zij ook niets meer gehoord.
Op het laatste nippertje, op de valreep, wordt er nog
een bijeenkomst gehouden en wordt er gesproken
van „overleg". Dat vind ik onjuist.
Vervolgens wordt gesuggereerd dat er gesproken is over
de wijze waarop aan bezwaren tegemoet is gekomen.
Het is duidelijk dat aan veel bezwaren helemaal niet
tegemoet is gekomen en dat de enige mogelijkheid nog
is het indienen van bezwaarschriften. Het meest kwalij
ke zinnetje - dat noem ik nu volksverlakkerij, hoewel
die term dus niet van mij is - is echter het zinnetje:
„Het onaanvaardbaar is dus reeds uitgesproken voor
dat men van het plan heeft kennisgenomen". Hoe komt
u daarbij, waarbij dat „u" dan degene is die het artikel
heeft geschreven dat in mijn eerste vraag wordt be
doeld? Dat plan ging nl. al een week eerder door de
gemeente heen, waarbij wij het maar niet zullen hebben
over de manier waarop dat is gebeurd De actievoer
ders van Zuidereng Nee en de Werkgroep Leefmilieu
Soest waren dus volledig op de hoogte van het plan.
Als u dus stelt dat men nog niet van het plan kennis
had genomen, is dat gewoon onwaar.
Wat verbindt u hieraan nu? Welnu, dat met „Zuider
eng Nee" wordt bedoeld dat tegen reder plan van de
gemeente „neen" wordt gezegd. Dat is nogal een be
schuldiging die helemaal niet waar is. Niemand in
Soest zegt tegen ieder plan van de gemeente „neen".
Dat mag gewoon niet gesteld worden.
De hele briefschrijverij in de krant vind ik trouwens
nogal raar. Ik kan geen enkele gemeente in het land
bedenken die op een dergelijke manier te werk gaat.
Bovendien stond er vandaag weer zo'n artikel in de
krant, waarop weer van alles aan te merken is. Ik ben
benieuwd wat er volgende week weer verschijnt. Ik
meen dat u aan zoiets helemaal niet mee moet doen,
zeker niet als u vindt dat er zo'n geweldig plan is ge
komen.
In het artikel wordt voorts gesteld dat tijdens de bij
eenkomst op woensdagavond ook is medegedeeld,
dat vanzelfsprekend met de dienst over het nieuwe
plan overleg was gepleegd. Kennelijk wordt hier de
P.P.D. bedoeld, waarmee overleg zou zijn gepleegd. Ik
zou daar wel eens iets van willen lezen. Van het be
stemmingsplan Centrum dat ik pas vanavond heb ge
kregen, klopt dan toch niet veel, want er staan alle
maal reacties in op het vorige Centrumplan, van ja
nuari. Ik zou wel eens willen zien wat de instanties
waarmee u mondeling overleg hebt gepleegd, allemaal
hebben gezegd. Waar kunnen wij dat lezen en hoe
kunnen wij dat controleren?
Vervolgens vraagt men zich in het artikel af waarom
deze adviezen niet worden aanvaard en waarom wel
achter het SoeSTERplan wordt gestaan, een plan dat
nog nooit aan het gemeentebestuur is toegezonden.
Dat laatste is juist, maar in de leesmap ligt een lijst,
met daarop als nummer 10 vermeld: Afschrift van
een brief van de vereniging Vrienden van Eemland en
de werkgroep SoeSTERplan, houdende adhesiebetui
ging met de hoofdlijnen van het plan. Ik neem aan dat
die map niet alleen voor ons bedoeld is, maar ook voor
het college van burgemeester en wethouders, zodat
ook het college op de hoogte is van in ieder geval de
hoofdlijnen van het plan.
Ik hoop niet dat wij bij de interpellatie alles in het
emotionele vlak gaan trekken en elkaar gaan beschul
digen, zoals mevrouw Korthuis heeft gedaan. Wij
moeten gewoon zakelijk kunnen stellen dat hier on
waarheden in staan. Als u stelt dat men niet van het
plan kennis heeft genomen, is dat onwaar. Ik ben bij
zonder benieuwd om te horen hoe u hierop reageert.
94