i agen
bij
straat
het
ito's
tgers
gen.
wordt
bod er
uitge-
iij het
sch
sullen
indacht
61
62
in het voorstel genoemde strook ter breedte van onge
veer 1 meter niet wil verkopen. Ik heb die argumenten
eigenlijk niet kunnen vinden.
Hoewel de zaak niet zo belangrijk is, vraag ik mij toch
af of ze niet langs een commissie had moeten worden
geleid. Ik meen dat ze niet in een commissie aan de
orde is geweest.
De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zullen de
door de heren Storimans en Goote bedoelde brief
opzoeken. Ik neem aan dat wij de desbetreffende pas
sage in het voorstel niet hebben verzonnen. Plancon
sult is nu gekomen met de mededeling dat de in het
voorstel genoemde strook grond ter breedte van onge
veer 1 meter niet is overgedragen en dat daarom het
indertijd genomen raacfcesluit zou moeten worden
gewijzigd.
Het voorstel is inderdaad niet in een commissie be
handeld. Ik vind de zaak eerlijk gezegd ook niet zo
schokkend, dat ze in een commissie zou moeten wor
den gebracht. Het betreft hier tenslotte een recht
trekken waar verder niets aan te doen is. Wij kunnen
natuurlijk wel alles in commissies brengen, maar als
het nu zulke toch niet belangrijke zaken zijn - tenzij
er natuurlijk iets niet zou kloppen
De heer GOOTE: Wij hebben wel meer niet zo vrese
lijk belangrijke zaken in commissies. En als deze zaak
in een commissie was behandeld, had het stellen van
de hier nu gestelde vraagjes over een brief en dergelij
ke in de raad kunnen worden voorkomen.
De VOORZITTER: Daar heeft u gelijk in.
Dames en heren. Wij zullen de correspondentie voor u
ter inzage leggen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit
voor gronden ten noorden van de Koninginnelaan en
oostelijk van de Akkerweg.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend
krediet voor de aanleg van riolering in en reconstructie
van de Molenstraat.
De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzitter!
Ofschoon mijn fractie opnieuw heeft moeten constate
ren, dat in onvoldoende mate rekening is gehouden
met een aantal bijkomende kosten, wil zij er ditmaal
mee volstaan in aansluiting aan hetgeen daarover in de
commissie financiën en grondbedrijf ook door u reeds
is gezegd op te merken, dat zij het vertrouwen heeft,
dat voortaan kredietoverschrijdingen die het gevolg
zijn van verkeerde berekeningen, tot het verleden zul
len behoren.
Overigens is de V.V.D.-fractie met het college van me
ning dat het oorspronkelijke plan moet worden uitge
voerd, dus inclusief de realisering van het pleintje in de
Molenstraat. De fractie gaat akkoord met het voorstel.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wij sluiten
ons aan bij de opmerkingen van de heer Onderdelin-
den.
Er rest ons nog een vraag. Op 17 augustus 1978 hebben
wij een krediet gevoteerd. Eind september/begin okto
ber 1978 kwam de toestemming van gedeputeerde
staten. Waarom heeft het tot 28 februari 1979, dus vijf
maanden, geduurd voordat het college is gaan aanbe
steden, zodat de strenge winter de zaak f. 60.000,—
duurder heeft gemaakt?
63
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Onze fractie gaat akkoord met het voorstel. Wel zou
den wij graag vernemen in hoeverre er nog overleg
met de bewonerscommissie is geweest.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter!
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Onder-
delinden over kredietoverschrijdingen wijs ik erop, dat
het hier natuurlijk eigenlijk geen kredietoverschrijding
betreft. De raad heeft 17 augustus 1978 een krediet
gevoteerd. Nadien is gebleken dat dat krediet niet vol
doende is. Alvorens tot uitvoering van het werk over
te gaan vragen wij de raad het krediet te verhogen. Als
de raad dit weigert, zitten wij met het feit dat het werk
niet wordt uitgevoerd.
Als wij over kredietoverschrijding spreken, krijg ik een
beetje een vieze smaak in de mond, want wij hebben
terzake in het verleden het een en ander beleefd. Dat
wilde ik nu liever niet nog eens beleven en daarom zijn
wij vroegtijdig bij de raad gekomen om te zeggen hoe
de zaak erbij staat.
Ik meen dat het door de raad op 17 augustus 1978 ge
voteerde krediet door gedeputeerde staten is goedge
keurd in oktober 1978. Toen hadden wij in de com
missies net de Bosstraat aan de orde gehad, die naar ik
meen in november in de raad zou komen. Wij hebben
toen gezegd: Laten wij deze twee zaken nu eens weer
openbaar gaan aanbesteden, ze gezamenlijk in één ad
vertentie zetten enz. Wat die opschorting betreft,
mag ik zeggen dat het college eigenlijk toch wel een
bijzonder vooruitziende blik heeft gehad. Men stelle
zich eens voor, dat wij wel begonnen waren: dan
hadden de arme bewoners van de Molenstraat de hele
winter in een onnoemelijke narigheid van modder en
blubber en ellende gezeten. Nu is het zo dat wij in
derdaad keurig bezig zijn.
Het voorstel zoals het er nu ligt, is met de bewoners
commissie doorgesproken. Ik had gistermiddag een lid
van de bewonerscommissie op mijn spreekuur dat de
kranten blijkbaar goed had gelezen en dat lid zei: Wat
vind ik het fijn, dat het voorstel zo doorgaat en ik hoop
dat de raad het morgen ook goedkeurt, want dat plein-
je is ons idee geweest.
De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik heb in eerste instantie ten onrechte het woord „kre
dietoverschrijdingen" gebruikt. Ik heb uiteraard bedoeld
te zeggen: aanvullende kredieten die het gevolg zijn van
verkeerde berekeningen. De procedure is juist. Er is in
dit geval inderdaad geen sprake van kredietoverschrijding.
Wel is er in dit geval sprake van een aanvullend krediet
dat het gevolg moet zijn van verkeerde berekeningen.
Wethouder HOEKSTRA: Ik moet dit de heer Onder-
delinden ten dele toegeven, mevrouw de voorzitter.
Er was een CAR-verzekering vergeten en de nu dienst
doende directeur vond eigenlijk, dat het onvoorzien
aan de krappe kant was. Verder is het zo dat de open
bare aanbesteding wat ons betreft niet zo gunstig is
uitgevallen; ook daardoor is een verhoging van het kre
diet noodzakelijk.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de aanleg van een centrale verwarmingsinstallatie
in 40 woningwetwoningen.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
79