4 Nr. 5 Soest, 17 mei 1979 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 17 mei 1979 te 19.30 uur. VOORZITTER de heer G.A.W.G.A. Plomp, wethouder/ loco-burgemeester. SECRETARIS de heer mr. J.M. Kruitwagen. Tegenwoordig de leden: Mevrouw J. Allard-Knol, G. Beijen, W.A. Blaauw, mevrouw A. Blommers-Biezeno, A. Bolhuis, J.J. van den Brakel, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelis- sen, H. Gerth, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, D. Hoekstra, H.M. Jonker, mevrouw E. Korthuis- Elion, R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, J.G. Nuijten, G.H. Oldenboom, A. Onderdelinden, J.R. van Poppelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, mevrouw A.D. Tomassen-Holsheimer, C. Verheus en J. Visser. Afwezig: de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaften en de leden: J.J. Ebbers en P.L.J.M. Storimans. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de or de: 73 Ingekomen stukken. a. Brief d.d. 5 maart 1979 van het Woonwagenschap regio Amersfoort betreffende een wijziging van de be groting 1979, met voorstel de brief met bijlage voor kennisgeving aan te nemen. Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mijnheer de voor zitter! Wij zouden graag wat toelichting op de onder havige brief hebben, omdat bij de stukken in de lees map alleen het verslag van de vergadering van 6 februa ri jl. van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur van het schap lag en bij de stukken in de raadsmappen al leen een roze formulier zonder commentaar van de commissies lag. Wij vragen ons eigenlijk af of het hier inderdaad een wijziging dan wel een extra post betreft. De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter. Het is ons opgevallen dat de laatste zin van de onderhavige brief luidt als volgt: „Wij hopen op spoedig bericht uwer zijds". Daarom verbaast het ons dat het college de raad voorstelt brief met bijlage voor kennisgeving aan te nemen. Betekent dat dat het college niet reageert op de uitgesproken hoop op spoedig bericht? Of gaat het college toch iets berichten? Zo ja, hoe luidt dan het bericht? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN BERG: Mijnheer de voorzitter! Ik denk dat er inder daad een misverstand is en dat beide vragenstellers gelijk hebben. Het is de bedoeling niet dat de raad het stuk voor kennisgeving aanneemt, maar zijn goedkeu ring hecht aan een begrotingswijziging die een aanvul ling ad f. 18.688,57 inhoudt. Dit bedrag is nodig, op dat een al aanwezige administratieve kracht die op het ogenblik half time werkt, voor hele dagen kan worden ingeschakeld. Het genoemde bedrag zal over alle aan het woonwagenschap deelnemende gemeenten wor den gespreid. Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mijnheer de voor zitter! Ik zou nu graag weten hoe de gebruikelijke weg is. Kun je wanneer je als bestuur van een gemeen schappelijke regeling besluit dat er een uitbreiding van het administratief personeel nodig is, gewoon een des betreffend verzoek indienen en is dat dan een hamer stuk? Of hoort er dan toch ook enige motivatie bij waarom de uitbreiding nodig is? De heer VISSER: Is het niet zaak, mijnheer de voor zitter, de brief nu aan te houden en hem dan in de fi nanciële commissie te brengen om daar de zaak door te praten? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN BERG: Mijnheer de voorzitter! Ik hoop dat de raad zo clement is dat hij het zoeven genoemde bedrag nu goedkeurt, want anders zou het bestuur van het woon wagenschap nogal lang op de goedkeuring van de ge meente Soest moeten wachten alvorens over de nodi ge adm inistratieve kracht te kunnen beschikken, ter wijl door uitbreiding van zaken binnen het schap de werkzaamheden aldaar erg toegenomen zijn. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel u voor overeenkomstig ons voorstel te besluiten onder ge lijktijdige goedkeuring van de door mevrouw Stip hout genoemde begrotingswijziging. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van de voorzitter besloten. b. Brief d.d. 5 februari 1979 van de heer D. Renooy, inzake een voorstel tot uitbreiding van het perceel Van Lenneplaan 47 met enkele bedrijfsruimten ten behoeve van een rijschool, welke aldaar wordt uitge oefend, met voorstel te antwoorden volgens de ter inzage gelegde ontwerp-brief. c. Brief d.d. 8 april 1979 van de Huurdersvereniging K.L.M.-woningen Soest inzake correctiefactoren on- roerend-goedbelasting, met voorstel te antwoorden overeenkomstig de ter inzage liggende ontwerp-brief. Met betrekking tot deze beide stukken wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkom stig hetgeen daaromtrent door burge meester en wethouders is voorgesteld. d. Brief d.d. 9 april 1979 van de Werkgroep Leefmi lieu Soest inzake inspraakprocedure bestemmingsplan Overhees, met voorstel te antwoorden overeen komstig de ter inzage gelegde ontwerp-brief. De heer OLDENBOOM: Mijnheer de voorzitter! Wij kunnen in eerste instantie de formulering van de ont- werp-antwoordbrief wel begrijpen. Een briefschrijver is natuurlijk ook een subject en formuleringen worden ook ingegeven door zaken uit het verleden, door brie ven die gesteld zijn enz. Als je dan echter in tweede instantie de brief en de hele situatie bekijkt, vraagje je toch af of je de zaak niet wat koeler en zakelijker zou moeten benaderen, en wel door toch te proberen over je eigen schaduw heen te springen en alsnog de wegen te bewandelen ten aanzien waarvan je kunt zeggen: Nu hebben wij het alleruiterste gedaan om te communiceren met onze burgers. Het lijkt mij van belang dat gewoon tot het uiterste wordt geprobeerd te communiceren. Wij stellen dan ook voor dat de antwoordbrief in de vorm waarin hij ons door het college is voorgelegd, voorlopig niet wordt verzonden (misschien hoeft hij dan helemaal niet meer te wor den verzonden) en dat eerst wordt geprobeerd te ko men tot een gesprek tussen de onderhavige werk groep, de wethouder van voorlichting en de wethou der van ruimtelijke ordening, met name omdat het ruimtelijke-ordeningsbeleid heel nauw kan samenhan gen met de uitkomsten van zo'n gesprek. Waarschijn lijk kunnen wij het over de te verwachten gevolgen van zo'n gesprek best met elkaar eens zijn. Daar gaat het helemaal niet om. Het gaat erom dat het uiterste wordt geprobeerd. 91

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 144