leer Ft dat ■er der .s- it mijn et met ijzon- zullen al een bepaalde indruk had dat het alleen maar op een bepaalde manier zou kunnen wat de architectuur be treft. Wij zijn dus niet erg gelukkig met het voorstel. Wij zijn wel van mening dat er een nieuwe huisvesting moet ko men en dat daar hard aan gewerkt moet worden, om dat de huidige situatie verre van ideaal is. De heer GOOTE: Mijnheer de voorzitter! Wij kunnen ons vinden in het voorstel ten aanzien van de plaatsbe paling van zowel het politiebureau als het gemeente huis en ook in de nu niet aan de orde zijnde oplossing voor het postkantoor. Wij vinden de voordelen van de door het college voorgestelde plaatsen duidelijk groter dan de voordelen van de plek voor het politiebureau bij de Gouden Ploeg en de plek van het huidige ge meentehuis. Met name de centrale ligging speelt daar bij voor ons een rol. Ik zal daarop nu niet uitgebreid ingaan; anders zou ik tot een herhaling van zetten ko men, aangezien wat dit betreft in de commissie ruim telijke ordening een en ander uitgebreid aan de orde is geweest. Ik wil wel een waarschuwende vinger ophef fen wat de voorgestelde plaatskeuze betreft. Mijn be toog is dan ook een beetje tegenstrijdig met name met het verhaal dat door de heer Nuijten naar voren is ge bracht. Hij heeft gesproken van de grootst mogelijke haast, terwijl ik erop zou willen aandringen om met name een dermate belangrijke zaak als het creëren van twee overheidsgebouwen niet overhaast, maar zorg vuldig te doen. Wij zetten daar nl. dingen neer die er voor de eeuwigheid, althans voor de eerste vijftig jaar en waarschijnlijk langer, blijven staan. Een situatie waarin er sprake is van twee alleenstaan de overheidsgebouwen, los van de bebouwing, als het ware een afstand scheppend tussen de bevolking en de gebouwen, is een gevaar dat wij levensgroot toch aan de voorgestelde plek zien. Deze gebouwen moeten on- zes inziens functioneren als ontmoetingsplaats van de bevolking. Dan moetje ze integreren in één geheel. Dit betekent datje er een stuk woonbebouwing bij moet realiseren. Uit de cijfertjes blijkt, dat het gaat om een gebied van ongeveer 3 ha en dat je ongeveer 1,5 ha nodig hebt voor de twee gebouwen. Een reken sommetje leert dan, datje ongeveer 1,5 ha overhoudt voor het realiseren van een stuk woonbebouwing, zo- datje een geihtegreerd geheel krijgt. Dat willen wij. Dus niet een postzegelplannetje, maar een bestem mingsplan voor het gehele gebied dat wordt begrensd door de Verlengde Talmalaan, de Soesterengweg, de Beukenlaan en de Dalweg. Hiervoor is een goede ste- debouwkundige opzet vereist. Ik wil het college dan ook sterk in overweging geven hierbij een stedebouw kundig adviseur in te schakelen. Wij hebben in het verleden goede ervaringen gehad met het stedebouw kundig adviesbureau Sterenberg; dat verzon heel goe de dingen. Ik heb de vrees dat als we twee architecten gewoon solitair loslaten op de bebouwing daar, we geen geihtegreerd stedebouwkundig goed geheel krij gen. Ik meen dus dat het noodzakelijk is dat we voor de coördinatie in dezen een stedebouwkundig bureau inschakelen. Wat de inspraak betreft, geloven wij dat het goed zou zijn als er bij de nu komende fase van het bestem mingsplan wel weer inspraak zou zijn. Wij menen dus dat er met betrekking tot de vraag hoe het gebied in kwestie precies moet worden ingevuld een inspraak procedure gehanteerd moet worden. Wat staat het college met betrekking tot het bestem mingsplan voor ogen, een globaal bestemmingsplan of al een uitgewerkt bestemmingsplan? Het lijkt mij, dat het aantal functies en het gebied waarom het gaat vrij beperkt zijn en datje in een dergelijke situatie gelijk al een uitgewerkt bestemmingsplan zou moeten hebben en dus niet een globaal bestemmingsplan dat later door burgemeester en wethouders dient te worden ingevuld. Maar hierover wil ik graag de mening van het college horen. De heer BOLHUIS: Mijnheer de voorzitter! Ik kan kort zijn over het voorstel. Onze fractie heeft zich achter het voorstel geschaard. Mijnerzijds is steeds ver dedigd, dat mogelijke lokaties zouden moeten worden getoetst aan de ligging ten opzichte van bevolkings concentraties in Soest, aan de bereikbaarheid, dus de verkeers- en vervoerssituatie, en aan de mogelijkheid van een betrekkelijk snelle realisering, al zal er wel nog vrij veel tijd mee zijn gemoeid. Ik heb in de commissie gezegd, dat ik geen uitspraak wilde doen over de meest wenselijke lokaties dan nadat eerst de inspraak gele genheid zou hebben gehad zich hierover uit te spreken. Nu staan wij voor het onderhavige voorstel van het college en aan dit voorstel, getoetst aan deze criteria, geven wij in de huidige gegeven omstandigheden, die ook beperkingen met zich medebrengen, graag ons ja mee. Wij wensen het college gaarne toe, dat het gelegenheid zal krijgen om gestaag (niet overhaast) aan dit project, inclusief de inspraakprocedure, voort te gaan. De heer Goote heeft een heel interessante beschou wing gehouden, maar naar mijn gevoelen hoort die be schouwing eerder thuis in de commissie ruimtelijke ordening dan op dit moment in deze raadsvergadering. Naar mijn smaak is het zo, dat wij door de goede voor bereiding van stukken van burgemeester en wethou ders in de raadscommissies de duur van de raadsverga deringen aanmerkelijk zouden kunnen bekorten en dat wij dan dergelijke punten eerst in de commissie ruimtelijke ordening zouden moeten bespreken. De VOORZITTER: Wat uw laatste opmerking be treft, mijnheer Bolhuis, kan ik zeggen dat wij ons best zullen doen. De heer BEIJEN: Mijnheer de voorzitter! Onze frac tie is het in haar geheel eens met de mening van het college dat de mogelijkheid om op korte termijn de openbare gebouwen gemeentehuis, politiebureau en postkantoor te realiseren het meest belangrijke cri terium is bij het bepalen van een standpunt met be trekking tot de meest verkieslijke vestigingsplaatsen. Al eerder hebben leden van onze fractie na een zorg vuldige afweging van alle voor- en nadelen te kennen gegeven, dat de vestigingsplaatsen zoals die worden voorgesteld in de voorliggende nota, de volledige steun zullen hebben. Wij hopen dat na een betrekkelijke periode van onrust en stilstand in de ontwikkeling van gemeentelijke plannen nu een plan tot stand zal komen dat gesteund wordt door het overgrote deel van de Soester bevol king. Voorstellen die in het recente verleden reeds zijn aangedragen uit bijvoorbeeld het Soesterplan om de openbare gebouwen te situeren aan de Dalweg, de uit slag van de indertijd gehouden PUSW-enquete en de onlangs gehouden enquete ook wel opiniepeiling ge noemd) onder de Soester inwoners sterken ons ver trouwen dat nu op korte termijn een aantal kernpun ten zal kunnen worden opgelost. Evenwel dient ervoor gewaakt te worden dat de nieuw te ontwikkelen plan nen niet een eigen leven zullen gaan leiden. Een goede 97

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 150