een hoog inkomen een veel betere positie op de wo ningmarkt innemen dan mensen met een aanzienlijk lager inkomen. Centraal bij dit verdeelvraagstuk moet dan ook staan de vraag: Wie of wat bepaalt de kansen van de woningzoekenden ten opzichte van elkaar om bepaalde woonruimte te bemachtigen? Wij zijn van mening dat in de onderhavige nota aan de ze problematiek ruime aandacht is besteed en dat op een heldere wijze en naarstig is gezocht naar moge lijke oplossingen om inderdaad de woonruimteverde ling op een meer rechtvaardige wijze te doen geschie den. Met name de volgende voorgestelde maatregelen hebben onze grote instemming: - het instellen van een adviescommissie voor de woon ruimteverdeling waaraan zo veel mogelijk betrokkenen op het terrein van de volkshuisvesting deelnemen, zo dat er zo veel mogelijk woningen worden betrokken bij het woonruimteverdelingsbeleid; - de centrale inschrijving, waardoor de uitvoering van en de controle op een integraal woonruimteverdelings beleid vergroot worden; - het puntensysteem en - het afstemmen van nieuwbouwprogramma's op de centrale inschrijving. Met name ten aanzien van de nieuwbouwprogramma's signaleren burgemeester en wethouders in de nota het probleem van het hanteren van de VVT (vijf-vinger- theorie) door gedeputeerde staten. Burgemeester en wethouders zeggen dat met name daardoor sociaal ge- bondenen niet meegeteld worden en dat daardoor de mogelijkheden voor nieuwbouw veel geringer zijn. Wij zijn van mening dat onrechtvaardigheden zo veel mo gelijk dienen te worden voorkomen. Wij hebben hier over uitgebreid gesproken in de commissie maatschap pelijke dienstverlening. Daar is toen toegezegd dat daaraan ruime aandacht zal worden gegeven bij het ontwikkelen van het puntensysteem, ik neem dan ook aan dat wanneer het erover zal gaan in welke com missie het woonruimteverdelingsbeleid aan de orde moet worden gesteld, daarop zal moeten worden terug gekomen in de commissie maatschappelijke dienstver lening. Een nieuw punt dat na de behandeling in de commis sie in de nota is verschenen, is de urgentiebepaling met betrekking tot de woningbehoefte van werknemers in het bedrijfsleven. Het is mij niet helemaal duidelijk in welke relatie het desbetreffende overleg staat met het ontwikkelen van het puntensysteem plus de advies commissie voor de woonruimteverdeling. Misschien kan het college hierop nog even ingaan. Ten aanzien van de meldingsverordening en de vesti gingsverordening onderschrijven wij hetgeen het colle ge in de nota stelt, hoewel wij het met het college be treuren, dat de gemeente niet meer mogelijkheden heeft door met name de Woonruimtewet, die verou derd is. Wij vinden de nota een duidelijke en goede nota en gaan van harte akkoord met de hierin omschreven uit gangspunten en conclusies. De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Bij de laatste woorden van mevrouw Van Gelder sluiten wij ons graag aan. Ook wij hebben waardering voor de no ta, die op een bijzonder heldere en duidelijke manier is geschreven. Wij staan ook geheel achter de conclusies en de plannen die het college heeft om woonruimtever delingsproblemen en dergelijke te bespreken in de commissie maatschappelijke dienstverlening. Wij willen zelfs graag dat het college een desbetreffend vast agen dapunt maakt voor de vergaderingen van genoemde commissie, zodat daar regelmatig een aantal proble men op dit gebied zal kunnen worden doorgesproken. Op pagina 10 van de nota staat onder meer: „Wij hebben gedeputeerde staten herhaaldelijk op de ze onzes inziens onjuiste theorie"(de vijf-vingertheorie) „gewezen". Ik betreur het dat in een overzicht van de provincie waarin op zes gele velletjes papier reacties van Utrecht se gemeenten staan, de reactie van Soest ontbreekt. Ik had daarin heel gr aag gelezen welke ervaringen Soest heeft gehad met de VVT. Bestaat de reactie van Soest niet? Heeft het college nooit gereageerd? Of betreft het hier een verzuim van de provincie? Met betrekking tot de op bladzijde 10 van de nota op genomen opmerking dat de woningbouwmogelijkhe- den zo worden beperkt door de VVT moet ons toch van het hart dat toch door middel van de VVT een aan tal dingen kan worden geregeld waardoor een ongebrei- ddde woningbouw in met name natuurgebieden kan worden tegengegaan en wij ons kunnen beperken tot de plaatselijke woningbehoefte. Ik lees dit ook in het evaluatierapport van de provincie, waarvan ik hoop dat het binnenkort ook in de commissie maatschappelijke dienstverlening zal worden besproken. In het evaluatierapport van de provincie heb ik ook gelezen dat er aan de gemeenten een brief is uitgegaan met het verzoek om vóór 15 februari 1979 te reageren op een aantal vragen ten aanzien van de inschrijvings criteria en de urgentiebepalingen. Heeft het college daarop gereageerd? Zo ja, kunnen wij de reactie eens in de leeskamer inzien? Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mijnheer de voorzit ter! Wij hebben de nota uitvoerig besproken in com missies. Wij zijn er blij mee dat de bij die gelegenheid door ons gedane suggestie ten aanzien van de urgentie bepaling met betrekking tot de woningbehoefte van werknemers in het bedrijfsleven nu ook in de nota is verwerkt. Wij zouden ons nu eigenlijk willen beperken tot dezelfde wens die wij vanavond ook bij de behande ling van agendapunt 4 hebben uitgesproken, nl. dat het college snel met de onderhavige zaak aan de slag kan gaan en dat wij tot een goede woonruimteverdeling mo gen komen. De heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter! Wanneer je het laatste aan de beurt bent om te spreken, heeft dat het voordeel dat er al een heleboel dingen zijn ge zegd die je niet behoeft te herhalen. Ik wil mij graag aansluiten bij het eerder deze avond gehouden pleidooi van de heer Bolhuis om niet zo veel te zeggen, aange zien het anders te lang duurt. Ik vind de nota een gedegen stuk werk. Het is nu voor het eerst dat er een duidelijk overzicht is op grond waarvan men een woning kan verkrijgen, hoeveel wo ningzoekenden er zijn, in welke categorie zij zijn ver deeld enz. Voor de duidelijkheid is de nota in ieder geval een waardevol stuk. Maar met het schrijven van zo'n stuk ben je er natuurlijk nog niet, want het moet straks ook in de praktijk uitgewerkt en toegepast wor den. De rond 2500 woningzoekenden zijn niet gebaat met kreten over de VVT en dergelijke. Zulke kreten zeggen hun niets. Zij willen alleen maar een huis hebben. Wij zullen deze belanghebbenden er dus duidelijk over moeten voorlichten op grond waarvan de urgentie wordt bepaald en wanneer zij in aanmerking kunnen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 153