kunnen wij ook praten over het verdere verloop van de
procedure.
De heer EBBERS: Dat staat toch in het voorstel?
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Zijn wij dan
niet te laat?
Wethouder MENNE: Terecht merkt de heer Ebbers op
dat een en ander in dit voorstel staat vermeld. Ik verzoek
de raad dan ook akkoord te gaan met hetgeen nu wordt
voorgesteld.
Mevrouw de voorzitter. De kwestie van het externe en
het interne verkeer is de raad naar ik meen wel duidelijk,
want daarover zijn geen vragen gesteld. In dit verband
wil ik toch nog wel een opmerking maken over het ver
keerscirculatieplan.
De heer VISSER: En daar mogen wij niet meer over pra
ten!
Wethouder MENNE: Het verkeerscirculatieplan zoals
wij dat tot nu toe kenden, was eigenlijk de paraplu waar
onder allerlei bouwstenen ressorteerden. Wanneer wij het
externe verkeer zouden moeten meenemen in de voor 1 ju
li toegezegde studie, zou het wel eens kunnen zijn, dat die
studie niet omstreeks 1 juli kan verschijnen, maar pas la
ter. Vandaar dan ook, dat u, mevrouw de voorzitter, hebt
gezegd dat het beter is om voorlopig maar niet meer over
een verkeerscirculatieplan te praten. Wij moeten er nu
eerst voor zorgen dat wij met concrete dingen verder kun
nen gaan. Wij moeten niet alles aan alles koppelen. Wan
neer men eerst een verkeerscirculatieplan zou willen, kun
nen wij verschillende toezeggingen niet nakomen. Zodra
er een spaak in het wiel dreigt bij bijvoorbeeld de doel
stellingennota, zal ook de uitvoering van de in uitzicht
gestelde studie met betrekking tot de structuur van het
winkelapparaat en het daarbij behorende verkeer en par
keren worden vertraagd. Vandaar die loskoppeling en
vandaar ook dat het beter is voorlopig niet over het ver
keerscirculatieplan te praten.
Ik weet niet wat er op dit moment kan worden gedaan
aan het beperken van de geluidshinder die door auto's
wordt veroorzaakt; in ieder geval zullen wnj hetgeen me
vrouw Greefhorst terzake heeft gezegd meenemen in de
studie.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de
voorzitter! Ik wil het college met betrekking tot het apart
bekijken van het interne en externe verkeer op dit mo
ment het voordeel van de twijfel geven. Wij zullen de dis
cussie aan de hand van concrete zaken in de commissie
voor ruimtelijke ordening afwachten. Dan zullen wij even
tueel op deze materie terugkomen.
De heer JONKER: Ik ben het volledig eens met hetgeen
mevrouw Van Gelder zojuist heeft gezegd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
13 Voorstel tot het vaststellen van een besluit als bedoeld in
artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (voor-
bereidingsbesluit)
Dit voorstel wordt aangehouden.
14 Voorstel tot wijziging van de begroting 1978.
15 Voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening 1977 van de
Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek Soest en tot
vaststelling van de kostenvergoeding over 1977.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discus
sie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
16 Voorstel tot het verstrekken van een krediet en het aan
vragen en aanvaarden van leningen en bijdragen uit 's rijks
kas voor de splitsing van 26 woningwetwoningen(complex
850 flatwoningen Smitsveen) in 44 wooneenheden ten
behoeve van alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens
door de gemeente.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter!
Het verheugt onze fractie dat er nu eindelijk een voorstel
op tafel ligt waardoor het mogelijk is om voor de één- en
tweepersoonshuishoudens meer ruimte te creëren. Ik
spreek de wens uit dat het college op de ingeslagen weg
zal voortgaan, want naar dergelijke woningen is op het
ogenblik ontzettend veel vraag.
De heer EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Wanneer start
het werk of is er al begonnen?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG:
Mevrouw de voorzitter! Na aanneming van dit voorstel
zullen wij morgen contact opnemen met de centrale di
rectie huisvesting. Dan is het mogelijk om op 1 februari
a.s. te starten.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
17 Voorstel tot verkoop van de woningen:
a. Verlengde Talmalaan 17, Soest, aan de heer K,H.W. Spie-
ge!;
b. Verlengde Talmalaan 19, Soest, aan de heer A.T. van
He iningen.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discus
sie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
18 Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot
het nemen van een beslissing op een door mevrouw H.N.
de Groot-Vlaanderen ingesteld beroep tegen de weigering
van een bouwvergunning.
De heer BEIJEN: Mevrouw de voorzitter! Namens de
commissie voor de beroepschriften wil ik benadrukken
dat wij de beslissing van het college volledig ondersteu
nen. Wij adviseren nieuw overleg tussen het college en de
appellante, omdat wij - onder meer door de appellante -
op de hoogte zijn gesteld van de menigvuldige problemen
die zich rondom de betrokken manege afspelen. Wij den
ken dat er in goed overleg met het college toch een gunstig
resultaat kan worden verkregen voor mevrouw De Groot-
Vlaanderen.
De VOORZITTER: Dat advies staat ook in het onderha
vige stuk. Ik meen dat wij daarover op het ogenblik niet
behoeven te praten, want degene die contact met ons
zoekt, is altijd welkom.
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Op bladzijde
3 komt de volgende passage voor:
„Het nog door appellante aangevoerde argument dat in
1969 wél vergunning werd verleend voor de uitbreiding
van de manege buiten de bebouwingsgrenzen, kan niet
worden aanvaard, omdat destijds een andere rechtsgang
werd gevolgd."
Een leek vraagt zich dan altijd af of die rechtsgang dan
ook nu niet kan worden gevolgd. Is op die manier geen
oplossing mogelijk?
Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! In 1969
gold artikel 20 van de Wederopbouwwet en dat is iets
anders dan hetgeen op dit moment geldt.
De VOORZITTER: En watje op dit moment kunt ver
werken. Enige jaren geleden was het nog mogelijk om
met het nemen van een voorbereidingsbesluit en het vra
gen van een artikel 19-procedure iets te doen, maar sinds
1973 is het beleid van gedeputeerde staten in dezen
grondig gewijzigd. Je moet thans van heel goede huize
komen om nog op een voorbereidingsbesluit een artikel
19-procedure te krijgen.
14