De commissie voor de financiën en het grondbedrijf gaat hiermede akkoord; - en van 4 en 7 mei 1979, waarbij de 1ste wijziging van de begroting wordt toegezonden. Voorgesteld wordt hiermede akkoord te gaan. De VOORZITTER: Dames en heren! Als wij bezwa ren hadden willen indienen, hadden wij dat vóór 8 ju ni jl. moeten doen, aangezien verleden week de verga dering van het IAM is gehouden. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Ik heb toch een vraag. W ij hebben bij de stukken ook een brief gevonden van de gemeenteraad van Bilt- hoven, die de stukken van het IAM nog niet heeft aan genomen. De gemeenteraad van Bilthoven heeft nogal wat opmerkingen. Hij kan zich in principe wel vereni gen met het saneringsplan (ik geloof ook niet dat wij daar onderuit kunnen), maar vindt, dat er te weinig zicht op de toekomst is, te weinig activiteiten worden gemeld die een toekomstig verlies zouden uitsluiten. Ik persoonlijk kan mij, na gisteravond de verschillende stukken nog eens te hebben doorgelezen, heel goed vinden in de brief van de gemeenteraad van Bilthoven. Mijn vraag is nu waarom wij ons niet bij die brief heb- gen aangesloten. De VOORZITTER: Dames en heren! De brief van de gemeenteraad van Bilthoven is ons donderdag jl. ge worden, terwijl vrijdag jl. de vergadering van het IAM heeft plaats gehad. De vertegenwoordigster van de ge meente Bilthoven heeft het standpunt van de gemeen teraad van Bilthoven in die vergadering vertolkt. Ik mag wel zeggen dat zij door hetgeen in die vergadering werd gezegd eigenlijk een andere mening kreeg, maar dat zij zich gebonden voelde aan hetgeen de gemeente raad van Bilthoven haar had opgedragen. Wij hebben verleden week alle stukken onder ogen gehad. De ver tegenwoordigster van de gemeente Soest meende het standpunt van Bilthoven niet te moeten volgen. Het kwam er eigenlijk op neer dat Bilthoven bezwaar maak te tegen het reserveren van de gelden die vrijkwamen doordat twee mensen die eerst improductief zouden zijn, plotseling toch productief werk konden doen. Het IAM wilde dat geld in het reservefonds stoppen. Het gemeentebestuur van Bilthoven meende dat dat niet moest gebeuren, doch dat met de vrijkomende gelden de deelnemersbijdrage moest worden verlaagd (naar ik meen met zestien cent per inwoner). Daarop is van IAM-zijde gezegd dat iemand die op dit moment ziek is, wellicht in de toekomst op een andere wijze dan normaal is de dienst van het IAM zou verlaten en dat er ook daarvoor nog wel eens gelden uit het reserve fonds zouden moeten worden aangesproken en dat men het daarom nuttig vond dat het reservefonds werd aangevuld met de bedoelde vrijkomende gelden ad ruim f. 150.000,-. Bij dit laatste heb ik mij toen aan gesloten. Dit was een argument dat eigenlijk pas op ta fel kwam en kon komen in de IAM-vergadering van vrijdag jl., waaraan overigens twee vergaderingen waren voorafgegaan, nl. een vergadering van het algemeen be stuur van IAM medio mei die eigenlijk een soort voor vergadering met vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders was en een andere vergadering, waarop onder andere een van onze wet houders aanwezig is geweest. We hebben nu wel een herziene IAM-begroting 1979 alsmede een saneringsplan waarbij de oude schulden zijn geactiveerd, maar de ombuigingsoperatie waar het ons eigenlijk om te doen is, krijgen wij pas in de herfst. Ik heb gemeend in uw geest te handelen door in de IAM-vergadering van vrijdag jl. te vragen of men bij de ombuigingsoperatie toch ook wilde betrekken de even tuele afbouw van het IAM. Het dagelijks bestuur van het IAM zegt dat zo'n afbouw f. 40 miljoen a f. 50 miljoen zou kosten. Ik heb daarop gezegd dat ik dat graag onderbouwd zou hebben. In de tweede plaats denkt men over een eventuele fusie met Midden-Ne derland. Wij hebben er erg op aangedrongen dat wij toch na de zomer het ombuigingsplan krijgen. Nu moeten wij voort met een begroting 1979, maar een saneringsplan krijg je vroeg of laat toch op je dak. Met betrekking tot het stuk wordt zonder hoofdelij ke stemming besloten overeenkomstig hetgeen daar omtrent door burgemeester en wethouders is voor gesteld. g. Brief d.d. 26 mei 1979 van het bestuur van de Van der Huchtscholen betreffende reactie op het raads besluit van 19 april 1979 inzake de Margrietschool, met voorstel de brief voor kennisgeving aan te nemen. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Zo af en toe blijkt dat wanneer er contacten tussen de gemeen te en groeperingen burgers zijn, die burgers het gevoel hebben dat zij er niet helemaal onbeschadigd uit te voorschijn gekomen zijn. Een dergelijk geval doet zich naar mijn gevoel in dit geval ook voor. Ik zou willen voorstellen dat in plaats van dat de onderhavige brief slechts voor kennisgeving wordt aangenomen er aan het bestuur van de Van der Huchtscholen een briefje wordt teruggeschreven waarin de positieve sig nalen in de brief van dat bestuur worden opgepakt, teneinde te zorgen dat de goede verhoudingen voor de toekomst ook gehandhaafd blijven. Ik heb daar een kleine tekst voor gemaakt. Ik bied er mijn excuses voor aan dat ik die tekst niet van te voren heb kunnen verspreiden, maar ik heb deze keer wat minder tijd dan anders gehad om de zaken voor te bereiden Ik doe de suggestie dat aan het bestuur van de Van der Huchtscholen een brief wordt teruggeschreven in de ze geest: Geacht Bestuur, Met waardering heeft de raad kennis genomen van het feit, dat de achtergrond van Uw handelwijze m.b.t. de Margrietschool het streven naar een constructieve op lossing voor alle partijen geweest is. Dat de gemeente begrip heeft voor de huisvestingsproblemen van Uw school moge o.a. blijken uit de op korte termijn ver leende aktieve medewerking t.b.v. een extra noodlo- kaal. Wij hopen, dat t.z.t. een definitieve oplossing gevon den kan worden; zoals Uw Bestuur bekend is, zijn daartoe op dit moment de planologische voorwaarden nabij de Bosstraat nog niet vervuld. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik vind de onderhavige brief van het bestuur van de Van der Huchtscholen een beetje merkwaardig. Naar mijn ge voel zijn er nogal wat misverstanden. Het schoolbe stuur schrijft dat het de indruk heeft, dat de raad zijn constructieve bedoelingen niet door heeft gehad. Daarnaast vraagt het begrip voor zijn huisvestingsnood en heeft het het over vage toezeggingen. Nu kunnen wij twee dingen doen. Eén daarvan is: een brief terug schrijven. Mijn suggestie zou zijn een andere weg te bewandelen, in die zin dat de wethouder nog eens met het Van der Huchtbestuur gaat praten om be paalde misverstanden die kennelijk leven (anders kan ik mij een dergelijke brief niet voorstellen) uit de weg te ruimen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ook ik heb de indruk dat er bij het bestuur van de Van 116

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 169