148 door een raadslid is gemaakt. De heer Goote heeft ge zegd dat wie kaatst, de bal moet verwachten. Je zou er allerlei opmerkingen over kunnen maken. Ik zal er verder niet op ingaan. Ik dacht alleen dat de stijl van het vergelijkingsstuk wat anders is dan de stijl van het alternatieve stuk van de heer Visser, die een aantal op merkingen heeft gemaakt waarvan het college meent, dat een college en een raadslid niet op een dergelijke manier met elkaar moeten discussiëren. N aar aanleiding van hetgeen de heer Visser heeft ge zegd over het afdalen naar de basis wijs ik erop, dat ik eerst had begrepen, dat zijn alternatieve plan helemaal in overleg met de basis tot stand was gekomen, maar dat ik in de Gooi- en Eemlander van 24 juli heb gele zen, dat de heer Nuijten heeft gezegd, dat de heer Vis ser het voor een groot gedeelte zelf heeft geschreven. En dan zeg ik De heer NUIJTEN: Dat is helemaal voor rekening van de krant, mevrouw de voorzitter, want zo heb ik het niet gezegd. De VOORZITTER: Ik ben er blij mee, dames en he ren, dat de heer Nuijten zo reageert. Waarom? Omdat het zo vaak voorgekomen is, dat de heer Visser hier kranteberichten citeerde waarvan wij wel eens hebben moeten zeggen: Dit is voor rekening van de krant, zo hebben wij het niet gezegd. De heer Visser ging dan toch op die krante-uitspraken een halfuur door. Ik ben blij met deze constatering van de heer Nuijten. Vandaar dat ik er geen halfuur op zal doorgaan. Ik vind de zaak van de bewoners van de Ossendamweg een heel serieuze zaak. Er zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan Soest-Zuid inderdaad beloften gedaan. Verder is er bij de voorbereiding van de Cen- trumweg tegen de bewoners van de Ossendamweg steeds weer gezegd: U ziet nu dat de tijd nadert dat er van de toen gedane beloften inderdaad iets zou kunnen worden verwerkelijkt. Nu blijkt dat plannen niet doorgaan, voelen ae Ossendamwegbewoners zich niet ten onrechte in de boot genomen. Alle sprekers uit uw midden hebben gevraagd of wij hetgeen de bewoners van de Ossendamweg in hun brief naar voren hebben gebracht duidelijk willen onderzoeken en of wij in no vember bij de raad willen komen met een desbetref fend antwoord. Dat willen wij inderdaad doen. Er is in de brief gesuggereerd, dat als er geluid wordt ge meten en dan blijkt dat het boven een bepaald aantal decibels zit, er dubbele beglazing zou kunnen worden aangeboden. Vanuit de raad is gezegd dat dat een mo gelijkheid zou kunnen zijn. Er zijn ook andere sugges ties gedaan. Ik wil daarop op dit moment niet verder ingaan, maar wij zeggen u toe dat wij erop zullen terug komen. Er is één ding dat mij heeft verwonderd. Het kan wat dat betreft ook zijn, dat mijn geheugen mij in de steek laat, want dat gebeurt natuurlijk langzamerhand wel eens op mijn leeftijd. Maar ik meen mij te herinneren, dat de heer Visser, die zich vanavond ook ernstig be zorgd heeft gemaakt over de bewoners van de Ossen damweg, in zijn afwijzen van alle plannen van de Cen- trumweg ook heeft gezegd: Met de bewoners van de Ossendamweg hoeven wij niet zo'n medelijden te heb ben. De heer VISSER: Ik denk dat nu toch uw ouderdom u parten speelt. Er is De VOORZITTER: Dat kan best zijn. De heer VISSER: indertijd inderdaad veel geschre ven en gezegd, maar u kunt mij niet alles in de schoe nen schuiven. Ik heb dat plan niet afgewezen. Dat heeft de raad gedaan en dat heeft de bevolking van Soest gedaan. Dat is niet door mij gebeurd. Kom nou! De VOORZITTERIk wil best op deze formele toer gaan. U heeft uiteindelijk niet persoonlijk de Centrum- weg afgewezen. Ik heb het er nu alleen over, dames en heren, dat bij alles wat u hier vanavond over de bewo ners van de Ossendamweg heeft gezegd ik mij meende te herinneren, dat in alle gesprekken en toestanden die wij over de ontwerp-Centrumweg hebben gehad, op een bepaald moment door de heer Visser is gezegd: Ik heb de Centrumweg nergens voor nodig, ook niet om de bewoners van de Ossendamweg te verlichten, want zij wonen daar. De heer VISSER: Neen. De VOORZITTER: Ik zal eens in de notulen duiken, maar het was in ieder geval toch iets De heer VISSER: U had eerder in de notulen moeten kijken! De heer EBBERS: Ik herinner mij een discussie tussen de heer De Wilde en de heer Visser. De VOORZITTER: Er wordt herinnerd aan een dis cussie tussen de heren De Wilde en Visser, dames en heren. Welnu, wij duiken eens in de notulen, want natuurlijk zijn zulke uitspraken toch wel eens interes sant. De heer VISSER: U had natuurlijk eerst in de notu len moeten kijken en dan dit moeten zeggen. U moet niet zo maar in het wilde weg De VOORZITTER: Neen. De heer Visser praat er vanavond over en dan kan ik toch niet eerst in de no tulen kijken? Ik vind dat u vindt dat het college kan toveren. Wij moeten vanavond kunnen antwoorden op een totaliteit van amendementen die wij vanmor gen hebben gekregen en bovendien moet ik nu alle notulen bij de hand hebben om te kunnen reageren op iets dat u nu zegt. De heer VISSER: U moet niet insinueren. Dat is geen toveren, maar dat is goochelen! De VOORZITTER: Ik meen uit bepaalde instemmen de bewegingen vanuit de raad toch te mogen opmaken, dat ook leden van deze raad zich die discussie herinne ren. Hoe dat ook zij, dames en heren, u allen hebt zich vanavond ten voordele van de bewoners van de Ossen damweg uitgesproken en wij hebben toegezegd, dat wij de brief van die bewoners zullen bekijken en met een antwoord daarop bij u zullen komen. Het gesprek met de Ossendamwegbewoners heeft in derdaad niet plaats gevonden. Op een bepaald moment was er wel een datum voor afgesproken en hebben de bewoners van de Ossendamweg een uitnodiging gekre gen, maar vervolgens is gebleken dat de vertegenwoor digers van het bewonerscomité Ossendamweg niet konden. Dat schijnt in juni geweest te zijn. De heer VISSER: Ik kan dat wel toelichten, mevrouw de voorzitter. Die uitnodiging betrof een gesprek dat overdag zou moeten plaats vinden, maar aan kunnen die mensen niet. Zij kunnen wel 's avonds. De VOORZITTER: Ik dank u wel. Wij zullen die fout zo gauw mogelijk goedmaken. Dames en heren. Door een aantal uwer is ook gespro ken over de niet in de gedrukte aanbiedingsbrief her haalde brief van 9 mei van het college waarin is ge sproken over de besteding van de ruimte die er nog is voor 1979. Wij hebben met betrekking tot die beste ding suggesties gedaan. Wij zouden het prettig vinden als u zou kunnen zeggen of u met die suggesties ak koord zou kunnen gaan, maar daaraan moeten dan nog exacte voorstellen worden gekoppeld die u te gele gener tijd zullen bereiken. Op de agenda voor de vergadering van vanavond staat een voorstel betreffende de bomen langs de Stadhou derslaan. In de commissie voor de financiën en het grondbedrijf heeft mevrouw Allard gezegd, dat zij daarover niet wilde spreken voordat het beleidsplan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 201