De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! U kunt
zich nog herinneren, dat ik vijfjaar geleden al moeite
had met deze zaak. Ik begrijp dat wij er niet onderuit
kunnen komen, maar ik vind het nog steeds veel geld.
En nu moet er weer geld bij. Bovendien geldt dat een
en ander indertijd zonder inspraak en overleg is ge
schied. Ik zal een en ander ook schrijven aan de Ko
ningin. Ik zal haar ook vragen of zij de hoge conife
ren die voor het onderhavige pand staan, wil vervangen
door wat lage rododendrons, zodat de burgerij van
Soest het pand kan zien.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
107 Voorstel tot het wijzigen van de „Verordening subsi
diëring godsdienstige en levensbeschouwelijke vor
ming".
108 Voorstel tot het verlengen van de huurovereenkomst
met de Stichting tot behartiging der belangen van de
Paltz- en Eemgeuzengroep inzake een perceel grond
aan de Den Blieklaan.
109 Voorstel tot het vestigen van een erfdienstbaarheid
van weg ten behoeve van het perceel Beukenlaan 55
te Soest ten name van de Erven B.C. van den Bree-
mer.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenom en.
110 Voorstel tot delegatie van de bevoegdheid, beroep in
te stellen ingevolge de Wet AROB c.q. verweer ingevol
ge die wet te voeren, aan burgemeester en wethouders.
De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! Sommi
gen van mijn fractiegenoten hebben met mij bezwaar
tegen de voorgestelde delegatie. Onzes inziens dient de
raad de verantwoording te blijven dragen. En de huidi
ge procedure werkt naar onze mening niet zo vertra
gend, dat verandering noodzakelijk zou zijn.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter1
In de allereerste vergadering van deze raad heeft onze
fractievoorzitter onder meer gezegd, dat D'66 het col
lege kritisch zal volgen. Door nu gehoor te geven aan
het voorstel van het college om de onderhavige be
voegdheid van de raad aan het college te delegeren
ontnemen wij onszelf de mogelijkheid van dat kritisch
volgen. Dit is dan ook een van de redenen waarom wij
niet met het voorstel akkoord kunnen gaan. Een ande
re reden is dat wij op dit moment niet de moeilijkheid
zien van de termijnen die voor het indienen van een
verweerschrift in acht moeten worden genomen.
Want ook al komt het veelvuldiger voor dat beroep te
gen een administratieve beschikking wordt ingesteld,
het is geen maandelijks terugkerend verschijnsel. De
huidige procedure komt het college omslachtig voor.
Verder vindt het college dat de rechtszekerheid niet
wordt bevorderd door achteraf, als het verweerschrift
al is ingediend, bekrachting van de raad te vragen.
Hierover zijn wij het met het college eens. Daarom
stellen wij het college voor de procedure te wijzigen
en wel in die zin, dat de raad verweerschriften goed
keurt alvorens ze worden verzonden. De tijd waarbin
nen een verweerschrift moet worden ingediend, is
twee maanden, met een verlengingsmogelijkheid van
een maand. Volgens ons moet het mogelijk zijn bin
nen die maanden het stuk ter goedkeuring aan de
raad voor te leggen.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wij sluiten
ons aan bij de woorden van de heer Storimans. De le
den van Progressief Soest zijn er op tegen de bevoegd
heid van de raad over te dragen aan het college, om
dat de huidige praktijk geen enkel probleem heeft ge
geven.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Wij zijn het wel met het voorstel eens, met dien
verstande, dat wij graag willen, dat wij niet alleen me
dedeling krijgen van de gevallen waarin het college
van de bevoegdheid in kwestie gebruik heeft ge
maakt, maar inzage krijgen van de desbetreffende
stukken,
De VOORZITTER: Ja.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: zodat wij ze kun
nen bekijken. Wij kunnen er dan altijd op terugkomen
als daar aanleiding voor is.
De VOORZITTER: Neen, dat kan niet.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Neen, niet op de za
ken. Maar dan hebben wij in ieder geval de vinger aan
de pols.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Wij vinden
het voorstel een praktisch voorstel en hebben niet de
indruk, dat het voorgestelde onze mogelijkheden tot
kritisch volgen in de weg staat. Mocht het college
eventueel vreemde schaatsen rijden, dan kan altijd
een besluit tot delegatie worden ingetrokken, maar ik
kan het mij wat de onderhavige zaak betreft nauwe
lijks voorstellen.
De VOORZITTER: Dames en heren! De zoeven door
mevrouw Korthuis en de heer Goote verwoorde me
ning is ook de onze.
Naar aanleiding van hetgeen mevrouw Allard heeft
gezegd wijs ik erop, dat het niet altijd afhangt van de
laatste dag van de termijn. Ik heb de termijn op dit
moment niet helemaal in mijn hoofd zitten, maar u
weet dat het een aantal keren is voorgekomen, dat wij
u een verweerschrift ter bekrachtiging aanboden dat
dan allang weg was en ten aanzien waarvan de behan
deling ook al bezig was. In zo'n geval heeft het ach
teraf wel of niet bekrachtigen door de raad natuurlijk
weinig zin. Het is natuurlijk ook niet de bedoeling
dat wij wachten tot de laatste datum waarop je ver
weerschriften kunt indienen. Wij proberen de zaken
zo gauw mogelijk af te werken. Anders wordt het
trouwens überhaupt voor de afdeling rechtspraak van
de Raad van State helemaal geen werken meer. Het
voorstel vloeit gewoon voort uit praktische overwe
gingen, uit wat in de praktijk is gebleken. De voorzit
ter van de afdeling rechtspraak van de Raad van State
heeft aan degenen die daar namens ons kwamen, ge
vraagd: Hoe zit het nu eigenlijk? U heeft nu een stuk
van burgemeester en wethouders bij u dat niet is be
krachtigd door de raad.
Op het ogenblik is het zo dat wij de bekrachtiging
van de raad natuurlijk altijd een tijd later sturen. Het
werkt dus gewoon niet effectief.
De heer VISSER: U heeft zelf in de commissie uitge
legd dat dat later sturen geen enkel probleem vormde.
Het probleem was dat als de raad later zegt dat het
niet doorgaat, het college een briefje moet schrijven
met de mededeling dat het niet do orgaat. Maar dat is
nooit voorgekomen.
De VOORZITTER: Als de zaak dan al behandeld is,
kan dat. Maar het is juist zo moeilijk, dat de voorzitter
van de afdeling rechtspraak van de Raad van State aan
degenen die onze gemeente vertegenwoordigen, altijd
vraagt naar het verweerschrift van de raad. Maar laten
wij er niet te lang over praten, doch gewoon even