een informele raadsvergadering en vervolgens in een commissievergadering positief opgesteld ten opzichte van de genoemde herziening. Ik geloof dat het een zaak van goed beleid en goed be stuut is om een actieve grondpolitiek te voeren. Je kunt met het doen van grondaankopen niet altijd wachten totdatje een bestemmingsplan helemaal rond hebt, aangezien je dan gedurig achter het net vist. Wij hebben begrepen dat het C.D.A. het voorstel een maand wil aanhouden, opdat er eerst zal kunnen wor den gesproken met de Werkgroep Leefmilieu Soest, maar wij achten het belang van de voortgang van de onderhavige zaak toch dermate groot, dat wij reeds nu het voorstel willen steunen. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Wij kun nen meevoelen met het voorstel van de heer Bolhuis om te voorkomen dat de sfeer wordt bedorven en er wantrouwen wordt gezaaid en om te bereiken, dat de logische volgorde van de raadsbesluiten wordt afge werkt en dus eerst het gesprek met de Werkgroep Leef milieu Soest wordt gevoerd. Maar alvorens met dat voorstel mee te gaan zouden wij van het college wil len horen of een maand uitstel mogelijk is zonder dat dat allerlei rampzalige consequenties heeft. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zullen eerst moeten beslissen over het ordevoorstel om het voor stel van het college aan te houden. De heer BOLHUIS: Ik denk dat u eerst de vraag van de heer Jonker moet beantwoorden. De VOORZITTER: Ja. Op de vraag van de heer Jon ker kan ik antwoorden dat wij in ieder geval, ongeacht of wij de oude versie dan wel de nieuwe versie van de tweede fase van Overhees II uitvoeren, een stuk van de grond waarover het nu gaat nodig hebben. Mevrouw Hornsveld is alleen bereid om integraal te verkopen. Ik geloof dat een zwaarwegend punt moet zijn dat het hier iets betreft dat wij nodig hebben. De heer BOLHUIS: De vraag was of het nemen van een beslissing een maand mag worden uitgesteld, zo dat het college eerst de toegezegde bespreking met de Werkgroep Leefmilieu Soest kan houden. De heer VAN POPPELEN: Hoe luidt de optie in het voorlopige koopcontract? De VOORZITTER: Ik neem aan, dames en heren, dat u allen zoals u hier zit van plan bent om één van de twee versies van de tweede fase van Overhees II uit te voeren. Dat betekent dat wij moeten besluiten tot de onderhavige aankoop. Verder is het zo dat wij tot over eenstemming zijn gekomen met de eigenares, die echt niet om het verkopen van haar onderhavige eigendom heeft zitten springen. Welnu, wat heeft uitstel dan voor zin? De heer BOLHUIS: Ik heb begrepen, mevrouw de voorzitter, dat de grondaankoop voortgang moet vin den, maar er liggen twee stukken ter tafel, nl. ook een brief van de Werkgroep Leefmilieu Soest, ten aanzien waarvan ik alleen maar heb geconstateerd, dat de be spreking met de werkgroep nog niet heeft plaats ge vonden. De VOORZITTER: Dat klopt. De heer BOLHUIS: En de vraag was dus of het, om mogelijke moeilijkheden, onbegrip te voorkomen, mo gelijk is om niet nu, maar over een maand over de grondaankoop te beslissen, zodat het college in de tus senliggende periode eerst de bespreking met de werk groep kan houden en haar de zaak duidelijk kan ma ken. De VOORZITTER: Ja, maar ik dacht dat het de werkgroep ook zelfs op dit moment volkomen duide lijk zou zijn dat wij over twee verschillende dingen praten. Want ik beweer nog altijd, dames en heren, dat als u nu over de door ons voorgestelde aankoop besluit, u nu geen beslissing neemt over het oude Overhees II, tweede fase, of het nieuwe Overhees II, tweede fase. Ik stel verder dat deze grondtransactie al tijd moet plaatsvinden. En dan vind ik dat er geen en kele reden aanwezig is om het besluit over het onder havige voorstel uit te stellen, want het gesprek met de Werkgroep Leefmilieu Soest gaat dan niet over de on derhavige aankoop, maar gaat erover of het bestem mingsplan Overhees II, tweede fase, in de oude versie dan wel in de nieuwe versie wordt uitgevoerd. De heer VISSER: Ik denk dat ik dat toch moet betwij felen, mevrouw de voorzitter. Het is in het kader van de orde van de raadsvergade ring mogelijk, dat iemand die geen raadslid is, maar wel in de zaal aanwezig is, een toelichting geeft wan neer dat door drie leden van de raad wordt voorge steld. De VOORZITTER: Neen. De heer VISSER: Ja, dat kan. De VOORZITTER: Neen. De heer VISSER: Volgens het reglement van orde is het mogelijk om wanneer wij met ons drieën het u voorstellen, iemand van de Werkgroep Leefmilieu Soest nu te laten zeggen of hetgeen u zegt waar is. En dat zou De VOORZITTER: Ik meen dat dat voor commissies, maar niet voor de raad geldt. De heer VISSER: Ik hanteer de orde van het regle ment. De VOORZITTER: Maar het voorstel van het college is om ook al zou het in het reglement van orde staan (dit wordt op het ogenblik nagezocht), het toch niet te doen. Wij hebben duidelijk besloten dat wij in com missies voorafgaande aan de behandeling van de agen da een spreekrecht van burgers laten gelden en wij hebben daarbij duidelijk ook gezegd dat dat niet geldt voor de raad. In theorie kan altijd alles, maar het lijkt mij dat wij op dit moment geen behoefte hebben aan een toelichting van buiten de raad. Ik meen dat wij op de vraag van de heer Jonker geen ander antwoord kunnen geven dan het antwoord dat wij daarop hebben gegeven. Ik meen dan ook dat nu aan de orde is het voorstel van de heer Bolhuis om het voorstel van het college een maand aan te houden. De heer BOLHUIS: Mevrouw de voorzitter! Daaraan voorafgaande zou ik graag antwoord hebben op de vraag of u zou kunnen toezeggen dat de bespreking met de Werkgroep Leefmilieu Soest conform het be sluit van de raad van 17 mei jl. binnen vier weken plaats vindt. De VOORZITTER: Ja. Wij kunnen bij wijze van spreken morgen de telefoon nemen. Er is indertijd iets misgegaan. Het was toen op een avond De heer BOLHUIS: Ja, ik weet dat het in de mist ge gaan is. De VOORZITTER: Het is toen in ieder geval niet doorgegaan. Het is moeilijk om uit te maken waar het misverstand ligt, maar wij kunnen u toezeggen, dat wij morgen een telefoon kunnen pakken en voor het begin van de volgende week een afspraak kunnen ma ken. Dat is helemaal niet moeilijk. 164

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 217