niet voldoende nageleefd en is er niet genoeg con
trole.
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor
zitter! Naar aanleiding van aanbeveling 4 de volgende
opmerking. Mijn fractie is nogal verbaasd over het feit
dat nu zo pertinent over de schoolbioloog wordt ge
sproken. Wij zien eigenlijk niet hoe de aanbeveling
snel gerealiseerd zou kunnen worden. Wij zijn ervan
overtuigd dat veel nadruk gelegd moet worden op de
natuureducatie. Maar hoewel wij de aanbeveling wel
onderschrijven, willen wij het advies van het college
ten aanzien van de aanbeveling niet overnemen. Wij
willen de keuze voor de schoolbioloog nu nog niet
zo duidelijk maken.
De heer GOOTEMevrouw de voorzitterIk meen
mij te herinneren dat de VVD-fractie dit punt bij de
vaststelling van het beleidsplan wel heeft overgeno
men. Dan rijst de vraag waarom de VVD-fractie het
punt toen wel heeft overgenomen, terwijl zij dat nu
niet wil doen. De prioriteitstelling is immers op dit
moment nog niet aan de orde.
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Bij de vaststelling
van het beleidsplan hebben wij gesproken over een
uitbreiding van de natuureducatie. Maar met het ad
vies van het college bij aanbeveling 4 leggen wij ons
vast, terwijl wij nog niet weten hoe dat advies ver
wezenlijkt moet worden.
De VOORZITTER: Ik onderschrijf de woorden van
de heer Goote. In het door ons vastgestelde beleids
plan wordt over de schoolbioloog gesproken. Als de
raad nu de betrokken aanbeveling niet overneemt,
weet het college niet meer wat de raad wil.
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: De tekst van de
aanbeveling luidt"De aanstelling van een ambtenaar
natuurzaken/schoolbioloog". Het advies van het col
lege bij die aanbeveling luidt: "Aanbeveling overne
men (schoolbioloog)". In het advies wordt alleen
gesproken over de schoolbioloog; het advies sluit de
andere richting dus helemaal af. Wij onderschrijven
wel de aanbeveling, maar hebben moeite met de
redactie van het advies dat daarbij wordt gegeven.
Wij zullen op deze zaak terugkomen bij de priori
teitstelling.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter!
Wij zitten ten aanzien van aanbeveling 4 eigenlijk op
dezelfde lijn als mevrouw Blommers. Bij de vast
stelling van het beleidsplan hebben wij op dit punt
een opmerking geplaatst. Wij hebben toen de be
trokken tekst in het beleidsplan gelezen als het be
vorderen van het biologisch onderwijs op de lagere
scholen. Wij willen deze interpretatie op dit moment
handhaven.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! In het
vastgestelde beleidsplan is duidelijk de schoolbioloog
opgenomen. Vandaar dat het college nu adviseert om
de aanbeveling over te nemen. Eventuele verfijningen
in de redactie kunnen bij de prioriteitstelling worden
aangebracht.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In het com
mentaar op aanbeveling 7 zegt het college dat het
milieubeheer een onderdeel is van het beleidsplan en
dat het hoofdstuk milieubeheer in het beleidsplan elk
jaar kritisch moet worden bezien. Wij vinden dat wat
vaag en willen de tekst van de aanbeveling handhaven:
Het opstellen van een beleidsplan milieubeheer, inclu
sief (actie) programma's.
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor
zitter! Wij hebben in de commissie gepleit voor de in
stelling van een commissie milieubeheer. Ten aanzien
van aanbeveling 6 adviseert het college: "De instel
ling van een commissie milieubeheer (analoog aan de
commissie gezondheidszorg) bevorderen". Wij willen
dat op dit moment nog niet vastleggen. Misschien
zouden wij eerst in 'n commissie kunnen bespreken
of de in te stellen commissie wel analoog aan de
commissie gezondheidszorg zou moeten worden. In
het advies bij aanbeveling 6 wordt in wezen al een
keuze gemaakt.
De VOORZITTER: De raad ontvangt hierover te zij
ner tijd een voorstel. De commissie zal immers moe
ten worden opgenomen in de verordening op com
missies. Dez zaak wordt dus nog aan de orde gesteld.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik vraag mij af of het punt van de geluidsoverlast door
het verkeer voldoende in aanbeveling 12 is verwoord.
In het beleidsplan staat er niets over, terwijl dat wel
gezegd wordt in het commentaar op de aanbeveling.
De VOORZITTER: Over dit punt wordt in het be
leidsplan gesproken, zij het vaag. De tekst van de aan
beveling luidt: "Het treffen van maatregelen waar
door overlast c.q. nadelig het milieu-beinvloedende
factoren worden teruggedrongen en nieuwe worden
voorkomen". De geluidsoverlast door verkeer is één
van die factoren.
De heer NUIJTENMevrouw de voorzitterWij wil
len bij aanbeveling 12 de volgende aantekening ma
ken. Wij zijn van mening dat meer concreet gestalte
moet worden gegeven aan het treffen van maatrege
len. Vooral een goede werking van de hinderwet moet
worden nagestreefd. Bovendien zouden wij graag zien
dat de bestaande overlast van de bedrijven nog meer
wordt aangepakt.
De VOORZITTER: De heer Nuijten praat nu over de
uitvoering van het gestelde in aanbeveling 12. Wij pra
ten nu echter over de uitgangspunten, die tot concre
te maatregelen - voor zover wij die nog niet hebben -
zullen moeten leiden.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het college
adviseert om ten aanzien van aanbeveling 16.b de in
spraaknota af te wachten.
Als het college de bedoeling heeft om de aanbeveling
in de inspraaknota op te nemen, gaan wij daarmee
akkoord. Maar als het slechts wil afwachten of de aan
beveling in de nota is opgenomen, vinden wij dat te
vaag.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De frac
tie van de heer Visser kan deze zaak aan de orde stel
len in de commissie die de inspraaknota zal behande
len.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In verband
met aanbeveling 17 wijs ik er nog eens op, dat het
ontwerpen van een verkeerscirculatieplan per woonge
bied, vóórdat een dergelijk plan voor de hele gemeen
te wordt gemaakt, onze voorkeur heeft - zoals ook in
onze alternatieve beleidsnota staat.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De
heer Visser begrijpt natuurlijk goed hoe moeilijk het
is, na alles wat er het afgelopen jaar is gebeurd, om te
komen tot een verkeerscirculatieplan. Wij kunnen per
wijk wel een verkeerscirculatieplan opstellen, maar
daar heeft Soest in zijn totaliteit natuurlijk niets aan.
De raad zal binnenkort horen hoe moeilijk deze zaak
ligt. Wij zullen er dan graag met de raad over brain
stormen.
184