ter! Ik kan het verhaal van mevrouw Tomassen volle
dig onderschrijven. Als wij de aanbeveling zouden
overnemen, zouden wij bij de prioriteitstelling altijd
nog kunnen praten over de prioriteit die de opbouw
werker heeft. Maar het niet overnemen van de aanbe
veling betekent, dat de opbouwwerker in de komen
de jaren op geen enkele prioriteitenlijst voorkomt.
Daar hebben wij bezwaar tegen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Tomassen
noemt enkele groepen van onze burgerij die bepaalde
problemen hebben. Het college kan het echter niet
eens zijn met haar conclusiehet college is van mening
dat de problemen niet worden opgelost met de aan
stelling van een opbouwwerker. Opbouwwerk sec is
altijd bedoeld geweest om groepen binnen onze sa
menleving zich bewust te maken van hun situatie.
Wij denken dat de problemen van de genoemde groe
pen op een ander vlak liggen en dat deze groepen
meer gebaat zijn met een intensievere en ruimere
maatschappelijke begeleiding, dan met een opbouw
werker.
Over de wijk rondom het woonwagenkamp het vol
gende. Het is natuurlijk onvoorstelbaar dat de wijk
het woonwagenkamp makkelijker accepteert als een
opbouwwerker wordt ingezet. Het probleem van de
wijk betreft het acceptatievermogen. Dat probleem is
niet met een opbouwwerker op te lossen. De oplos
sing van het probleem zal gevonden moeten worden
in meer maatschappelijke dienstverlening.
Wij vinden het onvoorzichtig om een opbouwwerker
in te schakelen, zonder dat wij precies weten waar
wij zijn activiteiten aan moeten ophangen. Wij zijn
het eens met de door mevrouw van Gelder ingediende
aanbeveling; wij willen eerst op een rijtje zetten wat
wij verwachten van het buurt- en clubhuiswerk en
welke disciplines daarbinnen nodig zijn.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de
voorzitterDe wethouder kan het niet eens zijn met
onze conclusie. Ik citeer echter alleen maar de con
clusies van burgemeester en wethouders in 1975. In
zijn brief aan het ministerie van CRM voert het col
lege precies de zojuist door mij genoemde zaken aan,
inclusief de problemen met betrekking tot het woon
wagenkamp, als argument voor het aanstellen van een
opbouwwerker. Het college is nu dus 100°/o omge
draaid.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERGDe visie ten aanzien van het opbouwwerk en
de opbouwwerker is de laatste jaren veranderd. De
opbouwwerker treedt tegenwoordig meer op als actie
voerder binnen een buurtgemeenschap, bij voorbeeld
bij problemen op het vlak van de ruimtelijke orde
ning, naar de overheid toe. Aan een opbouwwerker
in die vorm hebben de door mevrouw Tomassen ge
noemde groepen niet op de eerste plaats behoefte.
Zij hebben behoefte aan een "eerste-hulp-verlening"
met betrekking tot het vinden van een eigen iden
titeit in een andere cultuur.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter!
Ik wil enige zaken opnoemen waarmee een opbouw
werker zich ook bezig zou kunnen houden:
- hij stimuleert de inspraak en de zelfwerkzaamheid
van de bevolking;
- hij signaleert tekorten en behoeften inzake het wel
zijn;
- hij bevordert waar nodig de totstandkoming van
voorzieningen en activiteiten waaraan behoefte
- blijkt te bestaan;
- hij bevordert het overleg tussen overheid en parti
culier initiatief;
- hij adviseert overheid en particulier initiatief over
het beleid ten aanzien van de welzijnsbehartiging;
- hij verleent diensten aan organisaties, instellingen en
groepen van de bevolking die daaraan behoefte heb
ben.
Wij willen de opbouwwerker dus een iets ruimer ta
kenpakket geven dan de wethouder.
Ook zijn wij het ermee eens, dat de door mevrouw
Van Gelder ingediende aanbeveling is overgenomen.
Wij zien echter niet in, dat nu aanbeveling 101 niet
kan worden overgenomen. Ons inziens is er geen
sprake van een of-of situatie, maar van een en-en situ
atie.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENMevrouw
de voorzitter! Ik heb in de door mij ingediende aan
beveling gevraagd om te onderzoeken op welke wijze
het jeugdwerk uitgebouwd kan worden tot het buurt
en clubhuiswerk. Ik heb daarbij gedoeld op hetgeen in
de doelstellingennota staat op bladzijde 23:
"Het buurtwerk of wijkopbouwwerk". Dat is heel
duidelijk een "samenlevingsopbouw in een buurt
of dorp waaronder begrepen het stimuleren dan
wel het tot stand brengen van activiteiten op maat
schappelijk, cultureel, recreatief en andere terrei
nen met het doel deze te verzelfstandigen" in een
later stadium.
Ik ben het met mevrouw Van Stiphout eens, dat niet
zonder meer een opbouwwerker gedropt kan worden,
met name niet bij de genoemde groepen. Met name in
wijken waar zich problemen voordoen, moeten wij de
mensen helpen om zelfstandig tot een oplossing te
komen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik moet de raad
toch ten sterkste ontraden om modieus achter dingen
aan te lopen. Wij moeten de verschillende begrippen,
zoals die in de loop der jaren zijn ontwikkeld, niet
door elkaar halen. Mevrouw Allard heeft een om
schrijving gegeven van de opbouwwerker, zoals die
in het begin van de jaren 70 werd voorgesteld door de
harmonisatieraad. Wij kunnen een dergelijke opbouw
werker niet plaatsen in een maatschappelijk bestel dat
zo snel is veranderd en waarin een opbouwwerker sec
een andere plaats heeft gekregen.
De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! Zoals
de wethouder het nu stelt, kunnen wij nooit een op
bouwwerker aannemen. Want de visie ten aanzien van
de opbouwwerker verandert elk jaar wel enigszins.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de
voorzitter! Ik wil opmerken dat wij niet achter een
modieus idee aanlopen, maar achter een idee van vier
jaar geleden van burgemeester en wethouders.
Hierna wordt het amendement in stemming gebracht
en verworpen met 19 tegen 7 stemmen.
Tegen stemmen de leden: Hoekstra, Stam, Bolhuis,
Onderdelinden, Van Poppelen, Beijen, Ebbers, Van
den Brakel, Menne, mevrouw Korthuis-Elion, Goote,
mervouw Van Gelder-Cornelissen, mevrouw Blom-
mers-Biezeno, Van Logtenstein, Plomp, mevrouw
Van Stiphout-Croonenberg, mevrouw Greefhorst-
van Overdam, Blaauw en Oldenboom.
Voor stemmen de leden: Jonker, Visser, Gerth, me
vrouw Allard-Knol, Nuijten, mevrouw Tomassen-
Holsheimer en Storimans.