Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Dat heeft de heer Visser van mij. Ik heb het politiebureau in Amersfoort opgebeld. Daar zei men mij dat in Amers foort de wijkagenten spreekuur houden in de wijken, in de wijkcentra. De VOORZITTER: Volgens mij is dat niet het geval; ik zal dat eens navragen. Amersfoort is natuurlijk wel een grotere gemeente dan Soest. Onze opzet is om de wijkagenten spreekuur te laten houden op het politie bureau. Als alle aan te stellen wijkagenten in de wijk hun spreekuur moeten houden, zullen wij in een aan tal wijkcentra een bepaalde ruimte moeten afhuren. En dan zijn wij waarschijnlijk nog duurder uit dan f. 76.000,00. Het leasen zou uitkomen op een bedrag van f. 916,82 per maand. Daarbij komen dan nog de kosten van fundering, aansluitingen, bestrating, centrale verwar ming, stoffering, enzovoort. Het leasen lijkt ons dus geen voordelige zaak. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! In het geval van leasen zouden wij niet ineens een groot bedrag hoeven uit te geven. Dus renteverlies zouden wij dan niet hebben. Het ging mij erom of er tussen het leasen en het zelf bouwen een groot financieel verschil bestaat. Wanneer wij in het vervolg een dergelijke zaak - vooral als het gaat om een groot bedrag voor een vrij kleine ruimte - behandelen in de commissie openbare wer ken, zou ik willen dat er ook voldoende stukken voorhanden zijn. De VOORZITTER: U hebt toch een begroting ge kregen? De heer VAN POPPELEN: Jawel, maar die is zeer summier. De VOORZITTER: Dat ben ik niet met de heer Van Poppelen eens; de begroting is niet summier. De heer VAN POPPELEN: De begroting zelf is mis schien niet summier, maar de toelichting erop en het advies wel. Daarom wilde ik vanavond op de zaak in gaan. U hebt duidelijk gemaakt dat wij niet onder het kre diet van f. 76.000,00 uit kunnen. Mijns inziens moe ten wij nu wel de zekerheid hebben dat het krediet niet overschreden wordt. De VOORZITTER: Juist daarom hebt u zo'n duide lijke begroting gekregen, met daarop vermeld de bouwkosten (die gesteld zijn op f. 33.295,00), de 18 °/o BTW, de kosten van omslag, voorbereiding, toezicht, enzovoort en de post onvoorziene omstan digheden. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het is mij nog steeds niet duidelijk waarom ik de passage uit de brief van de commissaris over de uitbreiding van het politiebureau (elke burger in Soest weet toch dat men één onderwerp per brief behoort te behandelen) niet mag inzien. De VOORZITTER: Die passage is verwoord in ons voorstel. Wij vinden het jammer als u de passage dub bel zou moeten lezen. De heer VISSER: Ik maak zelf wel uit of ik iets dub bel lees; ik heb tijd genoeg om dingen dubbel te le zen. Ik wil graag zelf constateren waarom volgens de commissaris een uitbreiding van het politiebureau noodzakelijk is. Het is een gebruikelijke gang van za ken, dat een dergelijke brief ter inzage wordt gelegd; ik heb dergelijke brieven al vijfjaar lang gevonden. Nog gebruikelijker is het, dat de brief ter inzage wordt gelegd waarin u de directeur gemeentewerken om advies vraagt over de uitbreiding. U houdt nu een vaag verhaal over ziekte bij de afdeling gemeentewer ken; daar moet u mij eens uitgebreider over vertellen. Misschien kunt u antwoord geven op mijn vraag: Heeft u gemeentewerken nu om advies gevraagd, ja of neen? U zegt zelf dat u een uitgebreid advies niet nodig vindt. Een bedrag van f. 76.000,00 vindt u blijkbaar niets; over dit bedrag wilt u niet eens ad vies inwinnen. Bij welk bedrag wilt u dan wel advies gaan inwinnen? De VOORZITTER: Mijnheer Visser, u moet nu niet een zekere stemming kweken. De heer VISSER: Ik kweek geen stemming; u geeft geen antwoord op mijn vraag. Hebt u nu advies van gemeentewerken ingewonnen, ja of neen? De VOORZITTER: Mijnheer Visser, ik zal proberen de zaak nog een keer aan u uit te leggen. Er is met Jarino gesproken over de vraag hoeveel een uit breiding van een X-aantal vierkante meters zou kos ten. Jarino kwam toen op een bedrag van f. 33.295,00. Dat hoeft niemand na te rekeken, dat hadden wij zelf ook kunnen berekenen. Toen hebben wij aan gemeentewerken gevraagd: Welke kosten ko men daar dan nog bij? Gemeentewerken is uitgeko men op een totaalbedrag van f. 76.000,00. De heer VISSER: Maar aan wie heeft gemeentewer ken nu advies uitgebracht, aan de politie of aan u? De VOORZITTER: Aan ons natuurlijk. Mijnheer Visser, het gezeur begint mij te vervelen. De heer VISSER: Neen, mevrouw de voorzitter, u geeft geen antwoord op mijn vraag. U houdt een vaag verhaal over ziekte bij gemeentewerken. Ook zegt u dat het met betrekking tot het bedrag van f. 76.000,00 niet de moeite waard is om advies te vragen. De directeur gemeentewerken zegt dat burge meester en wethouders hem niet om advies gevraagd hebben. Dat moet u gewoon toegeven. Ik kweek geen stemming; u geeft geen antwoord op mijn vraag. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Waar het college advies inwint en welke brieven aan een voor stel ten grondslag liggen, is de zaak van het college. Wij hebben te beoordelen wat het college ons voor schotelt. Mijns inziens bevindt de heer Visser zich dus op een weg die niet juist is. De VOORZITTER: Ik geef nu het woord aan de heer Jonker. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Ik voel mij niet aangesproken door uw verwijt dat men in de commissies met de zaak akkoord ging, terwijl men er nu vragen over stelt. De VOORZITTER: Met die opmerking doelde ik op de heer Visser, die niet in de vergadering van de be trokken commissie aanwezig was. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! U verwijt mij dat ik niet in de betrokken commissievergadering ben geweest Een modaal raadslid kan niet alle com missievergaderingen bijwonen! De VOORZITTER: De heer Jonker heeft nu het woord. De heer JONKER: Ik was wel in de betrokken com missievergadering en heb daar vragen gesteld. Ik heb mijn stem voorbehouden en gezegd dat ik in de raad op de zaak terug zou komen, nadat wij er in onze fractie over gesproken zouden hebben. Onze fractie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 242