00 be-
sugges-
en, wan-
:omen.
t het col-
ï£t mede-
inEr
eling
het vra-
mede
besloten
ïursza-
ïn bij
ils de
jen het
3e kre-
er te
en uit-
Dver het
lat een
jf betreft.
De Boer
loest
edrag
oei.)
aanvul-
lög een
[et feest
voor het
at het col-
("soort-
de viering
terugkop-
udt dan
ikkoord
jrzitter!
lof te
iet feest
een kre-
nte de
n moeten
nog op
leeft ge-
chrijding.
izet aan de
ndig om
at wij dan
dat niet
iet langer
t en er
:eer een
Maar
r wij met
Wij gaan
waren
iet zwaar
toenter-
over te
praten, ten einde het enthousiasme van de mensen die
het feest voorbereiden niet al te veel af te remmen.
Wij hebben één negatief puntje, waar ik echter niet
te veel over wil uitweiden om aan het feest geen af
breuk te doen. Wij hadden graag gezien dat er een
betere kredietbewaking - daar is gisteren voldoende
over gezegd - was geweest en dat er iemand was aange
wezen om de zaak te bewaken.
De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Jonker
sprak over het verschil van mening tussen de tenten
verhuurder en het comité 950 jaar Soest. Het comité
gaat er eigenlijk van uit, dat de tentenverhuurder eie
ren voor zijn geld zal kiezen. Mocht de rechter er
aan te pas komen en mocht een uitspraak in het na
deel van het comité uitvallen, dan zullen wij ons moe
ten afvragen hoe het comité aan het in het geding
zijnde bedrag komt. Het comité heeft echter het ge
voel, dat het niet zo ver zal komen.
De heer Blaauw heeft gesproken over kredietbewa
king. Eigenlijk kon in dit geval geen sprake zijn van
kredietbewaking, want het organiserend comité heeft
geld uitgegeven dat er nog niet was. In feite heeft de
raad een bedrag beschikbaar gesteld aan het comité.
En als in dat comité onder andere de directeur van
de RABO-bank zit, zeg ik: wie zijn wij dan, dat wij
er nog op zouden moeten letten!
De heer VAN POPPELEN: Nu maakt u een grandi
oze fout mevrouw de voorzitter.
De VOORZITTER: Het gaat mij er niet om ook maar
iets kwaads te zeggen over de directeur van de RABO-
bank. Maar door het organiserend comité zijn een
stuk of acht werkgroepen gevormd, die allemaal plan
nen gemaakt hebben en een eigen budget hebben op
gesteld. Die budgetten zijn te laat binnengekomen
bij de penningmeester van het comité, de directeur
van de RABO-bank. Op dat moment was iedereen
al enthousiast aan het werk en een gedeelte van het
geld al uitgegeven. Geen mens kan de zaak dan nog
tegenhouden.
De heer Van Poppelen kijkt nu lelijk, terwijl ik geen
kwaad woord gezegd heb over de RABO-bank of over
haar directeur. Ik heb alleen, als antwoord aan de
heer Blaauw, willen zeggen: als een duidelijk finan
ciële man de penningmeester van het organiserend
comité is, wat zouden wij dan nog moeten doen
aan kredietbewaking?
De heer VAN POPPELENMevrouw de voorzitter!
Ik geloof dat u nu de zaken gaat verdraaien. U had
beter kunnen stellen: Juist dankzij het feit dat in
het comité de directeur van de RABO-bank zit, zitten
wij nu niet met een nog grotere kredietoverschrijding.
Toen bij het comité de begrotingen van de werk
groepen binnenkwamen, heeft het comité ingegrepen
door te zeggen: Wij brengen de zaak eerst terug naar
het college; het college moet maar zeggen wat er ver
der gaat gebeuren. Het organiserend comité werd voor
het volgende blok gezetófwel er moest een extra
krediet beschikbaar gesteld worden door de raad, óf
wel er moest een inkrimping plaatsvinden van de fes
tiviteiten. Het college heeft toen in de verschillende
commissies voorgesteld een extra krediet beschikbaar
te stellen. Ik vind dat u nu geen namen moet gaan
noemen, maar duidelijk moet spreken over het orga
niserend comité in zijn geheel. Bovendien: mijn punt
was juist, dat men van gemeentewege, van ambtelijke
zijde, beter had moeten toezien.
De VOORZITTER: Akkoord. Ik heb zoeven gezegd -
maar de heer Van Poppelen zat toen te praten en
heeft niet geluisterd - dat er allerlei werkgroepen aan
het werk zijn gegaan. Toen de begrotingen van al die
werkgroepen bij de penningmeester terechtkwamen,
was het natuurlijk te laat om de zaak terug te draaien
en is men naar het gemeentebestuur gekomen.
De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! Ik vind
het jammer dat u zo ver gegaan bentwij gaven u
juist in de mond om vrijwel niets te zeggen. Ik onder
steun hetgeen de heer Van Poppelen gezegd heeft.
Ik vind het duidelijk (en ik heb er geen behoefte aan
om dat hier uit te spitten; dat moet maar een keer in
de commissie financiën gebeuren, zodat nog nodig is)
dat de eerste fout in eigen huis is gemaakt. Later
heeft men geprobeerd om die fout recht te trekken.
De VOORZITTER: Wat de heer Blaauw zegt is niet
juist. Want wij hebben f. 95.000,00 beschikbaar ge
steld aan het comité, niet aan onszelf.
De heer VISSER: Zou u zo'n vergoeilijkend verhaal
ook houden als een willekeurige stichting of vereni
ging dit soort dingen ook zou doen?
De VOORZITTER: Dat hangt af van het feest dat de
vereniging of stichting organiseert
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
152 Voorstel tot wijziging van de Bezoldigingsverordening
1971.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
153 Voorstel tot het vaststellen van het onteigeningsplan
"Kerkebuurt" te Soest, (agendapunt 17, nummer
1758 van de raadsvergadering van 16 augustus 1979).
De heer BEIJEN: Mevrouw de voorzitter! Deze voor
genomen onteigening heeft ten doel, de nog resteren
de beletselen voor de uitvoering van het bestem
mingsplan "Kerkebuurt" - dat intussen rechtskracht
heeft gekregen - weg te nemen en daarmee het be
schermde dorpsgezicht te voltooien. Het is daarom
nodig om de binnen de plangrens gelegen nog res
terende panden aan de Torenstraat aan te kopen.
Evenwel: omtrent de urgentie om het bestemmings
plan nu te voltooien, bestaan in onze fractie de no
dige twijfels. Immers: volgende maand zullen wij het
integrale, definitieve beleidsplan vaststellen en daarna
de prioriteitenlijst.
De VOORZITTER: Het beleidsplan hebben wij al
vastgesteld. Ik denk dat de heer Beijen een verhaal
van de vorige maand voor zich heeft! Wij hebben het
onderhavige voorstel in de vergadering van 16 augus
tus jl. op verzoek van de heer Beijen aangehouden,
omdat deze de zaak nog in de commissie ruimtelijke
ordening aan de orde wilde stellen. Ik heb echter
moeten constateren dat hij in de commissie niets ge
daan heeft; hij leest dus terecht het verhaal van de
vorige maand voor.
De heer BEIJEN: Ik kom daar nog op.
Wij plaatsen nu in feite het bestemmingsplan "Kerke
buurt" bovenaan de prioriteitenlijst, c.q. het hoeft
dan straks niet meer opgevoerd te worden. In de ver
gadering van de commissie ruimtelijke ordening
in juli heeft een meerderheid van de leden zich op het
standpunt gesteld dat, alvorens met de uitvoering van
het onteigeningsplan zou worden begonnen, eerst de
financiële gevolgen van dit plan dienen te worden on
derzocht. Hoewel in de daaropvolgende vergadering
van de financiële commissie de financiële aspecten
aan de orde zijn geweest, waren binnen onze fractie
de twijfels niet weggenomen met betrekking tot de
203