zieningen er dan per hoofdstuk bij. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Hoe gaan wij dit voorstel behandelen? Pagina voor pagina? De VOORZITTER: Ik kan mij voorstellen dat men eerst behoefte heeft aan algemene beschouwingen. Ik geef daartoe nu de gelegenheid. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Het onderhavige voorstel is in zekere zin de eerste stap van de afronding van het beleidsplan en van het wel- zijnsplan. De belangrijkste stap is uiteraard het be palen van de verticale rangorde van de in categorie I genoemde punten. Daarbij zal voor de niet rendabele investeringen de budgettaire ruimte bepalend zijn. Voor de projecten die niet in geld zijn uit te drukken, zal de realiseerbaarheid qua snelheid in hoge mate af hangen van de capaciteit van de gemeentelijke instel lingen die het werk moeten verrichten. Een van de grote voordelen van de gevolgde werkwijze is dat wij nu beschikken over een integrale wensenlijst (in ieder geval van een wensenlijst van dit moment) met een zekere waardering. Het is jammer dat er door de ge volgde werkwijze zoveel is terechtgekomen in de ca tegorie "noodzakelijk". Daardoor heeft deze catego rie, en daarmede waarschijnlijk het hele stuk, aan rea liteit ingeboet. Ik moet hieraan echter direct toevoe gen dat ik mijzelf in de volgende zin ook schuldig zal maken aan het verschuiven in horizontale zin van de categorie "zeer gewenst" naar de categorie "nood zakelijk", maar dat is een gevolg van de systematiek. Onze fractie wenst geen absolute betekenis toe te kennen aan het voor ons liggende overzicht. Wij kun nen ons verenigen met de voorgestelde indeling, met overneming van de suggestie van de Sportstichting, waartegen het college in zijn brief van 16 oktober 1979 geen bezwaar heeft gemaakt. (Daar heeft men dus de verschuiving.) Die suggestie houdt onder ande re in dat de punten "athletiekaccommodatie" en "honkbalaccommodatie" van categorie II naar cate gorie I worden verplaatst. Besturen dient een dynamische bezigheid te zijn. Uit die constatering volgt ogenblikkelijk de tijdsgebon denheid van onze huidige keuze. Bij de herziening van het beleidsplan in het voorjaar kan het zeer wel voor komen dat zaken van categorie III rechtstreeks naar categorie I verschuiven en omgekeerd. Een concreet voorbeeld hiervan is het punt "uitbreiding staf Molen- soos" (hoofdstuk X, jeugd en jongerenwerk). Bij her ziening in het voorjaar is het mogelijk dat deze voor ziening naar categorie I verschuift. De VOORZITTER: Wij zullen straks de hoofdstuk ken apart behandelen. Wij raken zo in de war, wan neer u nu het punt "uitbreiding van de staf Molen- soos" al meteen naar links gaat schuiven. De heer OLDENBOOM: Mijn opmerking heeft na drukkelijk betrekking op de algemene lijn. Ik moet toegeven dat ik van één punt heb aangegeven dat het volgens ons naar links dient te worden geschoven, maar dat was ook ter adstructie van de moeilijkheid. De prioriteiten dienen telkens te worden bijgesteld. Daarbij is het uiteraard niet de bedoeling dat de vo rige opstelling zonder meer terzijde wordt geschoven, maar wij dienen volledig vrij te zijn een herwaardering te geven, zowel in verticale als in horizontale zin. Met nadruk wijzen wij nog op een bezwaar van de huidige gevolgde systematiek. Het gevaar bestaat dat betrokkenen de betrekkelijkheid, zoals onze fractie die ziet en zoals die wordt geschetst, niet onderken nen en dat zij uit het feit dat een onderwerp in cate- 218 gorie I is geplaatst een belofte destilleren voor een re alisering op korte of langere termijn. Het een noch het ander behoeft waar te zijn. Plaatsing in catego rie I houdt beslist geen belofte tot realisering in. Wij achten rubriceren en evalueren zeker waardevol, maar wij stellen uitdrukkelijk dat aanvaarding van de onderhavige stap en van de volgende stappen niet in houdt dat wij ons in een keurslijf voelen gestoken. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Na het vaststellen van het beleidsplan voor de komende jaren en het bezien welke van de ca- 100 aanbevelingen van het AWOS konden worden overgenomen, zijn wij thans toe aan het indelen in de categorie "noodzake lijk", "zeer gewenst" en "gewenst". Later volgt dan nog de urgentiebepaling binnen de categorie "nood zakelijk", waarbij de zaken uit de verschillende hoofdstukken tegen elkaar zullen worden afgewogen. Het systeem is knap bedacht en dit is waarschijnlijk ook een van de weinige manieren om een keuze te maken uit een veelheid van ongelijksoortige zaken. Toch wil ik een paar kanttekeningen maken, daar de kans op misverstanden levensgroot is, mede gezien de reacties uit de burgerij die ons hebben bereikt en me de gezien de ervaringen met de sportnota in de vorige raad. Net zo min als het overnemen van een aanbeveling in een vorige fase, is het indelen in een rubriek vanavond de garantie dat er op korte termijn iets terechtkomt van een voorziening, een project of een activiteit. Op dit punt ben ik het dus volledig eens met de zoeven door de heer Oldenboom geuite waarschuwing. Een en ander geldt zeker voor de zaken die geld kosten. De beperkte begrotingsruimte is hiervan de oorzaak. Zelfs van zaken die vanavond als "noodzakelijk" wor den gekenschetst, kan men hooguit zeggen dat zij iets meer kans maken op realisering. Indien ik een en ander verkeerd heb begrepen, wil ik dat graag van het college horen. Een andere kanttekening betreft de zorgvuldigheid bij het omspringen met adviezen uit het AWOS en uit de inspraak. Uiteraard beslist de raad en is het afwijken van aanbevelingen toegestaan. Het is dan echter wel gewenst duidelijk naar voren te brengen, waarom is afgeweken. Indien wij daar als raad niet in slagen, zal de bereidheid om zich in te zetten voor een zaak als het AWOS in de toekomst waarschijnlijk niet groot meer zijn. Ik noem een paar willekeurige voorbeelden ter illustratie van hetgeen ik bedoel. Wij kennen alle maal "het groene boek" (Welzijnsplan in wording). Men vindt daarin lijstjes met 25 a 30 onderwerpen. Mensen van de taakgroepen hebben gezegd dat het hen gaat om de bovenste vijf a zes onderwerpen en dat hetgeen van de andere onderwerpen terechtkomt mooi is meegenomen. Als concreet punt noem ik dat in het onderhavige voorstel onder hoofdstuk XI (Volksgezondheid) onder punt 7 staat genoemd: "medewerking verlenen aan het uitbreiden van de tandheelkundige hulp voor alle kleuterscholen en scholen voor voortgezet onderwijs". Dat punt is door de taakgroep volksgezondheid van het AWOS ergens onderaan het lijstje geplaatst. Het door de zelfde volksgezondheidsdeskundigen in het AWOS met de op één na bovenste plaats gedachte punt: "onderzoek mogelijkheden tussenvoorziening", vin den wij terug als punt 3 in de categorie "gewenst". Een ander voorbeeld: De AWOS-taakgroep gaf de "tweede beroepskracht Molensoos" prioriteit num mer 4, terwijl prioriteit nummer 12 werd gegeven

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 269