die (ook al omdat zij vanavond al meer is gemaakt) niets nieuws oplevert. Maar die opmerking komt wel voort uit de overweging dat de Soester burgerij goed moet zijn doordrongen van het feit dat het beleids plan in de eerste plaats het vaststellen van principiële uitgangspunten beoogt en dat het concretiseren van daarop geënte plannen en projecten een kwestie is en blijft van besluiten na afweging en herafweging. Maar die besluiten zullen wij als raad toch moeten nemen. Daarom is het des te belangrijker dat wij als raad onze discussies bij die afweging en herafweging zo duidelijk mogelijk houden. In elk geval moeten wij in onze ver gadering in november niet zonder een gedegen voor bereiding gaan praten over de verticale prioriteiten lijst en hoe deze er moet gaan uitzien. Zonder die goede voorbereiding zal er waarschijnlijk geen sprake kunnen zijn van een zinvolle discussie, maar eerder van een Babylonische spraakverwarring. Al hetgeen wij al hebben gedaan en vanavond nog zullen doen ten spijt. Het is van enig belang dat ik reeds nu, namens mijn fractie, een voorstel doe met betrekking tot de verde re procedure ten aanzien van deze zaak. Dan kunnen namelijk de gedachten van ons allen - ook in deze tussenfase - wellicht wat beter en verantwoorder wor den afgestemd op het beoogde doel: de vaststelling van de uiteindelijke prioriteitenlijst. Ik zeg "uiteinde lijk", hoewel deze lijst telkens weer aan bijstelling en aan wijziging zal kunnen en wellicht ook regelmatig zal moeten worden blootgesteld. Mijn fractie stelt voor om, wanneer wij zijn gereedgekomen met de driedeling, het resultaat niet eerst in de commissies te behandelen, maar eerst in de afzonderlijke fracties. Ik vrees dat wij anders in herhaling zullen vallen. De fracties moeten zich dan zowel over de te stellen prio riteiten per hoofdstuk beraden als over de prioriteiten over de hoofdstukken heen. Er worden aldus twee lijsten opgesteld: één per hoofdstuk en één dwars door de onderwerpen en hoofdstukken heen. Vervol gens worden deze per fractie opgestelde prioriteiten lijsten besproken en behandeld in een gecombineerde vergadering van de commissie voor de financiën en het grondbedrijf en de commissie voor algemeen be stuurlijke zaken. Deze commissies stellen de uiteinde lijke lijst samen, waarover de raad zich in november zal moeten uitspreken. Wij menen dat de voorgestel de procedure zal voorkomen dat er spraakverwarrin gen ontstaan en zal voorkomen dat er tijdens de ple naire vergadering sprake is van uiterst moeizaam ver lopende discussies. Ik had deze opmerking en dit voorstel misschien ook aan het eind van de behandeling van dit agendapunt kunnen lanceren, maar ik meen dat een en ander voor deze discussie relevant kan worden genoemd. Het gaat er immers om wat wij straks met onze driedeling, of liever, met de zaken vallend onder categorie I (nood zakelijk) gaan doen. De VOORZITTER: Dames en heren! Bij het luisteren naar verschillende sprekers (niet naar allemaal), heb ik mij afgevraagd waarom de raad zo verschrikkelijk heeft verlangd naar een beleidsplan en waarom men ons bijna heeft gedwongen zo spoedig mogelijk met een beleidsplan te komen. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Goote. Deze heeft gezegd dat hij niet meedoet aan het relati veren, dat wij de prioriteiten duidelijk moeten afwe gen en dat wij niet alsmaar kunnen gaan schuiven. Wij hebben het beleidsplan vastgesteld. Daarna hebben wij de aanbevelingen van het AWOS doorgenomen. Wij hebben afgesproken dat wij van deze beide zaken in het voorjaar één integraal plan maken en dat wij dit integrale beleidsplan ieder voorjaar zullen bijstellen. Het stelt mij daarom teleur dat de heer Oldenboom geen absolute betekenis wil toekennen aan het priori teitenlijstje. Ik ben het met hem eens dat besturen een dynamische bezigheid dient te zijn. Maar ik meen toch dat de raad als geheel met goede argumenten moet komen voordat men van de eenmaal vastgestel de lijn van het prioriteitenlijstje kan gaan afwijken. Want het beleidsplan is natuurlijk geen vrijblijvende zaak. Ik meen dat de raad terecht om een beleidsplan heeft gevraagd, omdat de laatste jaren wel eens is ge bleken dat wij in bijzondere mate een ad hoe beleid hebben gevoerd. Wij honoreerden de verlangens die het eerst tot ons kwamen en ons hetzij om politieke, hetzij om andere redenen toch wel prettig voorkwa men. Indien wij toen een beleidsplan hadden gehad, hadden wij geweten wat de door de raad gestelde pri oriteiten waren. Ook in dat geval kan men als totale raad nog wel afwijken van het beleidsplan (voor mijn part door het tussenschuiven van iets heel belangrijks), maar dan moet dat wel overwogen en met goede argu menten gebeuren. Ik meen dat de grote waarde van het beleidsplan is dat wij, rekening houdend met de dynamiek van het bestaan en de dynamiek van het be stuur, toch alleen afwijken van de prioriteitenlijst in dien wij er met ons allen voor honderd procent van overtuigd zijn dat het noodzakelijk is om daarvan af te wijken. Bij voorbeeld bij een nieuwe zaak, die tot ons komt, of bij een zaak waarvan het duidelijk is dat die op een goed moment geen uitstel kan lijden en waarvan men vroeger heeft gedacht dat dit wel kon. Ik had er behoefte aan om dit te zeggen, omdat ik vind dat wij van het begin af aan goed moeten weten wat de waarde is van het beleidsplan. Ik ben het helemaal niet oneens met de heer Visser, die zegt dat de burger er niets meer van begrijpt, want het betreft hier natuurlijk een uitermate moeilijke zaak. Het zal juist de taak zijn van de gemeenteraad, maar ook van de afzonderlijke fracties en van de af zonderlijke leden van de raad om, wanneer het be leidsplan duidelijk is vastgelegd en een eigen leven gaat leiden, aan iedere burger of groepering in onze Soester gemeenschap uit te leggen waarom de priori teiten zo zijn vastgelegd, waarom er geen ad hoe be slissing meer kan worden genomen en waarom een ad hoe wens niet meer kan worden vervuld. De heer VISSER: U hebt mij verkeerd begrepen. Het is niet zo moeilijk dat uit te leggen en de burger be grijpt dat ook wel. Maar het is niet uit te leggen waar om het college zelf met een lijstje komt. De VOORZITTER: Daar kom ik nog op. Dat is een ander verhaal. Ik ben verheugd dat de heer Visser het de burger goed duidelijk kan maken. Ik hoop dat niet alleen de heer Visser en zijn fractiegenoten dat kun nen, maar dat iedereen dat kan. Het beleidsplan is op gemaakt om een en ander zo duidelijk mogelijk te ma ken aan de burgers van Soest en om alles zo goed mo gelijk te maken voor de burgers van Soest. De heer Jonker zij erop gewezen dat wij allemaal de taak hebben te voorkomen dat een aantal misverstan den levensgroot op ons afkomt. De heer Jonker heeft evenals de heer Oldenboom als zijn mening uit gesproken dat wij op korte termijn niet mogen ver wachten dat er van deze zaak iets terechtkomt. Hij heeft ook een aantal zaken genoemd die van bepaalde 220

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 271