stelling opgenomen in het beleidsplan. Maar daarnaast
vergt dit punt natuurlijk wel degelijk een activiteit
van het gemeentebestuur. Juist omdat het bestuur
zelf iets kan doen aan dit punt, ondersteun ik het
voorstel van mevrouw Tomassen dit punt op te ne
men als punt van actie.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me
vrouw de voorzitterIk meen dat er al overleg plaats
vindt over schooltijden, vakanties e.d., namelijk tij
dens het hoofdenberaad en het besturenoverleg.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik wil
de zaak niet gecompliceerder maken. In het besturen
overleg hebben wij over een en ander duidelijke af
spraken. Ik denk dat mevrouw Greefhorst daarop
doelt. Die afspraken zijn zodanig dat wij met betrek
king tot zeer veel onderwerpen, o.a. de vakantie, pro
beren de zaak zo uniform mogelijk te krijgen. Daar
bij is het WANG natuurlijk uitgesloten, maar ik weet
niet of dat weer moet worden gezien in het kader van
wat mevrouw Van Gelder zegt. Dat lijkt mij een ande
re zaak.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENIk duid
duidelijk op de acties van de werkgroep "Tijd voor
school". Ik neem aan dat die acties genoegzaam be
kend zijn.
De VOORZITTER: Jawel. Men kan wel streven naar
gelijke schooltijden, maar wij kunnen die tijden niet
opleggen.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Niet aan
het bijzonder onderwijs, maar voor het openbaar on
derwijs heeft het college van burgemeester en wethou
ders de bevoegdheid de schooltijden en de roosters te
bepalen. Na overleg met de inspecteur van het onder
wijs heeft het college de uiteindelijke beslissing over
een en ander.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik vind
dat interessante mededelingen, maar die betreffen al
lemaal zaken waarmee wij al lang bezig zijn. Als wij
dit soort zaken allemaal gaan opnemen, krijgen wij
een bijzonder dik werkstuk. Dit zijn de meest voor de
hand liggende zaken, waarmede wij in allerlei overleg
situaties binnen het onderwijs voortdurend bezig zijn.
Ik geloof niet dat wij daaruit nu bepaalde dingen
moeten lichten. Wij lopen dan het risico dat dingen
die niet zo belangrijk zijn, maar waar op dit moment
niemand op komt, zouden worden vergeten.
X JEUGD-EN JONGERENWERK.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de
voorzitter! Voor wat de uitbreiding van de Molensoos
betreft, vinden wij dat het in punt 2 van categorie II
genoemde punt: "uitbreiding staf Molensoos" niet los
kan worden gezien van de verbouwing van de Molen
soos. Op het ogenblik is er bij de Molensoos sprake
van een éénmansfunctie. Wanneer de betrokken man
op de een of andere manier wegvalt, door ontslag of
door ziekte, ligt het hele gebeuren in de Molensoos
plat.
In de Molensoos is men bezig geweest met opvang van
jongeren. Het betrof vaak werkloze jongeren, maar
ook vaak jongeren die vorstverlet hadden. Er werd
veel gebruik gemaakt van de opvang door de Molen
soos. Die opvang vond vaak plaats van één uur tot
ongeveer vier uur, maar men heeft daarmede moeten
stoppen, omdat men niet genoeg mankracht had. Dat
vind ik ontzettend jammer. Met twee krachten is
men in staat om ook meer naar buiten te treden. In
het AWOS-rapport heeft de personele uitbreiding van
de Molensoos een hoge prioriteit.
Het is bekend dat er problemen zijn met verschillende
groepen van jongeren die door Soest zwerven. Ook
bij de Borg zijn weer problemen geweest met deze
jongeren. De Margrietschool is helemaal vernield. Wij
kunnen om al deze zaken niet heen. Er zijn groepen
jongeren die door omstandigheden meer aandacht en
opvang vragen. De Molensoos kan hieraan met een
extra kracht heel goed medewerken.
Ik heb informatie ingewonnen. Wij zouden kunnen
beginnen met een proef van een jaar met een interim
kracht, die wordt bekostigd door het ministerie van
sociale zaken. Dit zou dan een zogenaamde DACW-
kracht (dienst aanvullende culturele werken) zijn of
een TAP-kracht (tijdelijke arbeidsplaatsenregeling).
De VOORZITTER: Ik moet mevrouw Tomassen
toch even onderbreken. DACW betekent niet "dienst
aanvullende culturele werken", maar "dienst aanvul
lende civieltechnische werken". Van die dienst krijgt
u nooit een kracht voor de Molensoos.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Dan ben ik
verkeerd geïnformeerd.
Volgens de TAP-regeling kunnen wij met iemand een
proef nemen voor een half jaar. Wij zullen hieraan
wel de consequentie moeten verbinden dat, indien
het experiment van de uitbreiding van de staf van
de Molensoos slaagt, de raad na dat halfjaar een kre
diet ter beschikking moet stellen voor die uitbrei
ding.
Men zal hebben begrepen dat wij ervoor pleiten het
punt "uitbreiding staf Molensoos" onder te brengen
in categorie I.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Wij
hebben ons in een wat laat stadium ook het hoofd ge
broken over het punt "uitbreiding staf Molensoos".
In mijn inleiding heb ik al gezegd dat dit punt typisch
een voorbeeld is van een zaak die bij de eerstvolgende
herziening na een grondige evaluatie van categorie II
naar categorie I kan verhuizen. Wij zijn op dit mo
ment nog niet toe aan een verschuiving.
De heer GERTH: Mevrouw de voorzitter! Wij vinden
het zonder meer nuttig dat er eerst een staflid komt
bij de Molensoos, voordat er een uitbreiding van het
gebouw van de Molensoos plaatsvindt. Indien men
een grote ruimte heeft, maar geen mensen, kan men
niets bereiken. Wij vinden daarom ook dat het zonder
meer nodig is het punt "uitbreiding staf Molensoos"
van de categorie "zeer gewenst" naar de categorie
"noodzakelijk" te verschuiven.
Mevrouw VAN GELDER-CO RNELISSENMevrouw
de voorzitter! Wij steunen het voorstel het punt "uit
breiding staf Molensoos" naar categorie I te brengen.
Ik praat nog niet over de vraag in welke volgorde de
verschillende punten moeten worden geplaatst en
waarom. Wij vinden de uitbreiding van de staf van de
Molensoos een noodzakelijke uitbreiding, gezien de
groep mensen, waarop dit project is gericht (met
name de jongeren van 16 jaar en ouder) en gezien de
problemen die voortkomen uit het feit dat er maar
één beroepskracht is.
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor
zitter! Hoewel wij graag wachten op het kort geleden
gestarte overleg over de vraag wie waar gaat werken,
vinden wij ook dat de Molensoos - gezien haar doel
groep - een aparte plaats inneemt. Wij zien echter niet
dat er op zeer korte termijn iets wordt verwezenlijkt
met betrekking tot de Molensoos. Ook niet voor wat
226