college min of meer achter het advies van de Sport
stichting is gaan staan om dit punt te verschuiven van
de categorie "zeer gewenst" naar de categorie "nood
zakelijk". Wij hebben het er vanavond al over gehad
dat wij de zaak reëel moeten bekijken. De atletiekver
eniging is al negen jaar lang aan het lijntje gehouden.
Ik geloof dat deze kleine vereniging met actieve leden
ook eens een keer over de gewenste accommodatie
moet kunnen beschikken. Wij hebben in de kranten
kunnen lezen dat enkele leden van deze vereniging
zelfs internationaal zeer goede successen hebben ge
boekt. In de Sportnota staat dat het college aan de
realisering van de atletiekaccommodatie een hogere
prioriteit toekent dan aan de uitbreiding van het aan
tal voetbalvelden, omdat de voorzieningen voor de at
letiek minimaal zijn. Het college heeft daarmede in
feite aangetoond dat deze voorziening noodzakelijk
is.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter!
In de commissie voor de financiën en het grondbedrijf
heb ik de heer Van Poppelen gesteund in zijn streven
het punt "atletiekaccommodatie" in de categorie
"noodzakelijk" te plaatsen. Ik deed dat om de vol
gende reden. In de categorie "noodzakelijk" staat on
der andere het punt "overdekte zweminrichting". In
dien men een goede afweging wil maken, hoort ook
het punt "atletiekaccommodatie" in de categorie
"noodzakelijk" te staan, want anders kan de afweging
atletiekaccommodatie/zweminrichting niet plaatsvin
den.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Hoewel de
brief van de Sportstichting ook ons niet heeft bereikt,
ondersteunen wij het voorstel om het punt "atletiek
accommodatie" naar categorie I te verschuiven.
De VOORZITTER: De brief ligt bij de ter inzage ge
legde stukken.
De heer VISSER: Ook wij kennen die brief niet. De
heer Blaauw heeft hem niet, ik heb hem ook niet.
Wethouder PLOMP' Dan moet u de stukken bekijken!
De heer BLAAUW: Sinds wanneer ligt die brief dan
bij de stukken?
Niet iedereen kan vandaag nog even de stukken bekij
ken.
De VOORZITTER: Die brief ligt er al langer dan van
daag. Hij is op 11 oktober ingekomen en direct bij de
stukken gelegd.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De heer
Blaauw heeft gelijk voor wat de overdekte zwemin
richting betreft. Er lig een rapport bij de gemeente
over de vraag of het bestaande zwembad moet wor
den uitgebreid of dat er een nieuwe zweminrichting
moet komen. Dat rapport hebben wij nog nooit be
sproken, hoewel dat wel een keer is toegezegd. Ik heb
daaromtrent al eens eerder het woord gevoerd. Het
lijkt ons dan ook zeer voorbarig het punt "overdekte
zweminrichting" in categorie I te zetten. Wat ons be
treft kan dit punt naar categorie II.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De zaak
wordt wat gecompliceerd, maar wij zullen kijken of
wij een en ander een beetje op een rijtje kunnen zet
ten. Wij hebben de concept-nota met betrekking tot
het voorliggende voorstel gestuurd naar de desbetref
fende commissies en ook naar de Sportstichting. Bij
het samenstellen van het voorstel heeft het college re
kening gehouden met de adviezen die ons enerzijds
uit de commissies en anderzijds uit de Sportstichting
bereikten.
Het is, wanneer men het totaal bekijkt, niet zo absurd
dat er in een bepaald stadium wijzigingen worden aan
gebracht in het collegestandpunt. Het is eerder een ge
volg van het feit dat wij de commissies en de inspraak
au serieux denken te nemen. Ik meen dat dit ook een
aspect is van de door de heer Goote aan de orde ge
stelde zaak. Bij het opstellen van het eerste concept
voorstel is het college inderdaad uitgegaan van eerdere
meningen in onder andere aanbiedingsbrieven van de
begroting. Het is duidelijk dat wij op dat moment
daaraan de voorkeur hebben gegeven. Er mag echter
niet worden vergeten dat wij in deze raad ook een no
ta aanleg sport voorzieningen hebben aangenomen. In
die nota heeft de raad gesteld dat de aanleg van de at
letiekaccommodatie, de aanleg van de honkbalac
commodatie en de uitbreiding van het sportpark Bos
straat-Oost een hogere prioriteit moeten hebben.
Deze zaak is vorig jaar in februari in de raad aan de
orde geweest. In de oorspronkelijke opzet hebben wij
de afweging volgens het voorliggende voorstel gedaan.
Na het advies van de Sportstichting te hebben inge
wonnen, hebben wij gemeend de raad te moeten me
dedelen dat wij geen bezwaar hebben tegen het aanne
men van dit advies, mits de raad daartegen geen be
zwaar maakt. Dat hebben wij ook geschreven in onze
brief aan de raad.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Wat is nu
het collegestandpunt? Komt dat overeen met het ad
vies van de Sportstichting in haar brief van 11 okto
ber j.1.? Of staat het college nog achter het voorstel
dat wij op tafel hebben gekregen? Dat is mij niet hele
maal duidelijk geworden.
De wethouder betrekt het aannemen van de nota aan
leg sportvoorzieningen terecht in de discussie. Maar
men zal zich ongetwijfeld ook herinneren dat die nota
in februari 1978 werd aangenomen. Dat was dus ruim
voordat de aanbiedingsbrief bij de begroting 1979 uit
kwam, waarover ik enkele opmerkingen heb gemaakt.
De nota aanleg sportvoorzieningen is dus geen nieuw
element dat kan worden aangevoerd als argumentatie
om de prioriteiten te wijzigen, maar die nota is be
trekkelijk oude koek.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De heer
Goote heeft zoeven zelf gezegd dat wij hier zaten om
koek te happen; dan moeten wij dus ook de oude
koek in de gaten houden!
Het collegestandpunt is dat wij de adviezen van de
Sportstichting overnemen, indien de raad daarmede
akkoord gaat. Dat is een heel normale zaak, omdat
wij ons ook met betrekking tot de andere punten in
het oorspronkelijke concept-voorstel hebben gecon
formeerd aan de raad en aan de verkregen adviezen.
In een begeleidend schrijven bij de onderhavige priori
teitsstelling staat dat wij ons hebben laten leiden door
zaken die in de raad bij herhaling aan de orde zijn ge
weest. Er is een rapport van de VNG dat in de Stich
ting Zwembaden Soest is besproken. In dat rapport
wordt duidelijk aangegeven dat er in Soest behoefte
bestaat aan een zwembad.
De bouw van een zwembad is ook ingebracht bij het
plan, dat niet meer als zodanig mag worden genoemd,
het Centrumplan. Indien men een zwembad wil bou
wen, moet natuurlijk ook worden bekeken waar dat
moet gebeuren. Wij hebben gemeend dat wij er goed
aan deden om, conform de in de raad gedane uitspra
ken met betrekking tot de wenselijkheid van een
zwembad, het punt "overdekte zweminrichting" in
categorie I te plaatsen.
230