De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik begrijp
uit de woorden van de wethouder dat hij van het ad
vies van de Sportstichting afwijkt; hij wil het punt
"overdekte zweminrichting" in categorie I plaatsen.
Wethouder PLOMP: Dat is onjuist en dat moet de
heer Goote weten, omdat een van zijn fractieleden lid
is van de Stichting zwembaden Soest. In de Sport
stichting worden geen zaken behandeld die in de
Stichting zwembaden Soest aan de orde zijn.
De heer GOOTE: Volgens de krant is over deze zaak
wel gediscussieerd in de Sportstichting. In de brief
van het stichtingsbestuur staat in de laatste alinea dui
delijk:
"Het stichtingsbestuur achtte het in dit stadium
minder dringend zich uit te spreken over de verde
ling van de overige voorzieningen genoemd in het
raadsvoorstel en stelt voor deze in ieder geval in ca
tegorie II ir>. te delen".
Dat betekent dat de Sportstichting adviseert het punt
"overdekte zweminrichting" in categorie II in te de
len.
Mevrouw GREEFHORST-VAN O VERDAM: Met "de
overige voorzieningen" worden de voorzieningen in
categorie II bedoeld. De Sportstichting wilde die
voorzieningen allemaal in categorie II opnemen.
De heer GOOTE: Ongeacht de adviezen hebben wij
als raad onze eigen verantwoordelijkheid. En ook het
college heeft zijn eigen verantwoordelijkheid.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik weinig ben gesticht van
hetgeen de wethouder met betrekking tot dit punt
heeft gezegd. Terwijl er duidelijk een aantal punten
en uitspraken met betrekking tot de sport naar voren
komt in de nota van aanbieding van dit jaar, wordt
daarvan naar mijn gevoel op een wat gemakkelijke
manier afstand genomen.
Wij zijn het eens met hetgeen is opgenomen in het
collegevoorstel. Wij achten het van groot belang het
punt "overdekte zweminrichting" in categorie I te
handhaven. Wij willen echter wel - uiteraard op een
later tijdstip - nader inzicht in de kosten die een en an
der met zich meebrengt, maar dat is momenteel niet
aan de orde.
Wij gaan niet mee met het van diverse kanten gedane
voorstel om het punt "atletiekaccommodatie" naar
categorie I over te brengen. Het is onze stellige indruk
dat dit punt voor deze gemeente niet thuishoort in de
categorie "noodzakelijk", maar in de categorie "zeer
gewenst". Daarbij hebben wij ook het aantal mensen
dat met een atletiekaccommodatie wordt geriefd, in
ogenschouw genomen.
De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! De enor
me investeringen die wij ons moeten getroosten, zul
len ongetwijfeld een zware belastingverhoging met
zich medebrengen. Daarom willen wij ons duidelijk
uitspreken. Het is niet zo dat wij iets niet willen, maar
wij zien beslist niet dat de zaken de eerste jaren finan
cieel haalbaar zijn. Wij willen de mensen niet teleur
stellen door de zaken steeds voor ons uit te schuiven.
Daarom gaan wij niet akkoord met het voorstel het
advies van de Sportstichting over te nemen. Wij willen
het oorspronkelijke collegevoorstel laten zoals het is.
Eigenlijk willen wij het punt "overdekte zweminrich
ting" naar categorie II schuiven, tenzij wij voldoende
informatie hebben over de financiële haalbaarheid
daarvan.
De VOORZITTER: Ik stel op dit moment nog even
heel duidelijk dat wij niet over het punt van de finan
ciën praten. Dat punt is niet aan de orde.
De heer BLAAUWDat ben ik met U eens, maar het
een kan men bijna niet loszien van het andere. Ik heb
in dit verband al verteld over de Zwarte Piet en de Jo
ker. Wij mogen de financiën hierbij niet over het
hoofd zien.
De VOORZITTER: Dan moet u de financiën niet al
leen bij dit punt betrekken, maar bij alle punten.
De heer BLAAUWIndien wij nu geen rekening hou
den met de financiële mogelijkheden, wordt een en
ander toch maar weer voor ons uitgeschoven. Daarom
gaan wij niet akkoord met het voorstel het advies van
de Sportstichting over te nemen. Wij willen hooguit
meegaan met het oorspronkelijke collegevoorstel.
De VOORZITTER: Dat betekent dat u het punt
"overdekte zweminrichting" in categorie I laat staan?
De heer BLAAUW: Mits daaromtrent voldoende over
wegingen worden gegeven met betrekking tot de fi
nanciën.
De VOORZITTER: Neen, ik praat niet over finan
ciën. Wilt u dat punt in categorie I laten staan, ja of
neen?
De heer BLAAUW: Dan mag dat punt voorlopig in ca
tegorie I blijven staan.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Wij handhaven ons standpunt dat het punt "atletiek
accommodatie" naar de categorie "noodzakelijk"
moet worden verschoven. De betrokken vereniging is
in Soest duidelijk groeiende. Ik ben ervan overtuigd
dat er nog veel meer perspectief in zit dan hetgeen er
nu uitkomt, indien zij een betere accommodatie heeft.
De heer VISSER: Mevrouw de VOORZITTER! Ge
zien de discussie hierover in februari 1978, onder
steunen wij de mening van de heer Van Poppelen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Het college stelt
naar aanleiding van de brief van de Sportstichting na
der voor, de punten "atletiekaccommodatie" en
"honkbalaccommodatie" naar categorie I te verschui
ven.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Voor alle duidelijkheid wil ik nog wat vragen. Wij
hebben voorgesteld deze beide punten naar categorie
I te verschuiven. Begrijp ik dat het college daarachter
staat?
De VOORZITTER: Ja, daarover ging de hele discus
sie, waarin de heer Goote het college "aanviel", om
dat hij vond dat wij ons standpunt niet duidelijk had
den verwoord. Zoals wij ons standpunt wel een heb
ben gewijzigd naar aanleiding van commissievergade
ringen, hebben wij dat nu ook gedaan naar aanleiding
van de brief van de Sportstichting. Het college stelt
nu nader voor de punten "atletiekaccommodatie" en
"honkbalaccommodatie" naar categorie I te verschui
ven. Ik neem aan dat daarmee door een aantal mensen
in de raad met vreugde wordt ingestemd.
Het nadere collegevoorstel wordt hierna in stemming
gebracht en aangenomen met 14 tegen 9 stemmen.
Voor stemmen de leden: Gerth, Jonker, mevrouw
Greefhorst- van Overdam, Storimans, Plomp, Van
Poppelen, Oldenboom, Verheus, Bolhuis, Hoekstra,
mevrouw Allard-Knol, Menne, Van den Brakel en Vis
ser.
Tegen stemmen de leden: mevrouw Tomassen-Hols-
heimer, Goote, mevrouw Van Gelder-Cornelissen,
mevrouw Korthuis-Elion, Blaauw, Beijen, Onderdelin-
den, Nuijten en mevrouw Blommers-Biezeno.