Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van de voorzitter besloten.
e. Brief d.d. 12 oktober 1979 van de heer A.P.G.J.
van Roeckel, A. van Cuyckstraat 66 te Asten, be
treffende het verzoek tot het bouwen van een
woonhuis op een perceel, gelegen aan de Den
Blieklaan, met voorstel te antwoorden conform de
ter inzage liggende ontwerp-brief.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit
ter! De ingekomen stukken e t/m 1 zijn pas gisteren
bij de raadsleden binnengekomen. Ik neem aan dat de
meesten er pas gistermiddag kennis van hebben geno
men. Er is geen gelegenheid geweest om voldoende
inzicht in deze stukken en de onderliggende infor
matie te krijgen. Ik zou u willen verzoeken de onder
e, h en k vermelde stukken aan te houden tot de vol
gende keer. Ten aanzien van de onder f. g, i, j en 1
vermelde stukken zou wat ons betreft nu overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders
kunnen worden besloten.
De heer EBBERS: Mevrouw de voorzitter! De ont-
werp-antwoordbrief is geadresseerd aan de heer Van
Boeckel, terwijl er op de lijst van ingekomen stukken
sprake is van de heer Van Roeckel.
De VOORZITTER: Dat zullen we even nakijken.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Wij heb
ben wel gelegenheid gehad om de ingekomen stukken
door te nemen. Ze hebben ons mderdaad rijkelijk laat
bereikt, maar op dat punt wil ik niet ingaan. In ieder
geval is het toe te juichen, dat het college nog tot het
laatste moment stukken op de agenda zet. Daar is in
het verleden ook voor gepleit.
De VOORZITTER: Ja, dat had ik net willen ant
woorden.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Wij wensen het ook
wel, mevrouw de voorzitter, maar de brieven van 12
en 17 oktober hadden wat eerder in ons bezit kunnen
zijn, denken wij.
De VOORZITTER: We hebben de hele affaire van het
toezenden van raadsstukken weer een keer gewijzigd.
We kunnen natuurlijk niet iedere dag ingekomen stuk
ken versturen, want dan zouden we aan het versturen
blijven. Wij sparen ze nu op tot maandag. Maar ik ge
loof dat het beter is, dat wij nog eens bekijken of wij
er een andere regeling voor kunnen vinden.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik kan niet
zeggen of ik het met de ontwerp-antwoordbrief naar
aanleiding van ingekomen stuk e oneens ben, want ik
kan het onvoldoende beoordelen. Het lijkt mij goed
dat het ingekomen stuk en de beantwoording eerst
onderwerp van discussie zijn in de commissie ruim
telijke ordening. Ik stel daarom voor dat het stuk
om advies in handen van burgemeester en wethouders
wordt gesteld en dan in dat verband in de commissie
ruimtelijke ordening komt. Ik neem aan dat wij het
dan de volgende maand opnieuw in de raad krijgen.
Met betrekking tot het stuk wordt zonder hoofde
lijke stemming besloten overeenkomstig hetgeen
daaromtrent door de heer Goote is voorgesteld.
f. Brief d.d. november 1979 van de Bewoners
commissie "Honsbergen" met het voorstel de
brief om advies in handen te stellen van burge
meester en wethouders.
Met betrekking tot dit stuk wordt zonder hoofdelijke
stemming besloten overeenkomstig hetgeen daarom
trent door burgemeester en wethouders is voorge
steld.
g. Brief d.d. 4 november 1979 van Circus Toni Bol-
tini met voorstel deze brief ter afdoening in han
den te stellen van burgemeester en wethouders.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wat is het
college van plan te antwoorden? Het circus vraagt om
een zo spoedig mogelijke reactie op zijn vraag of het
hier terecht kan. Antwoordt het college bevestigend
op de vraag of zegt het er neen op?
De VOORZITTER: De moeilijkheid is, dat wij pas in
het voorjaar kunnen bekijken of het terrein waarop
hier tot nu toe de circussen stonden, nog beschikbaar
is. Het hangt ervan af wanneer het bestemmingsplan
Albert Cuyp zo ver is, dat daar iets de grond ingaat.
Vandaar dat wij op dit moment niet kunnen zeggen
welk terrein er beschikbaar zou zijn. Verder is elk cir
cus hier altijd welkom.
Met betrekking tot het stuk wordt zonder hoofdelijke
stemming besloten overeenkomstig hetgeen daarom
trent door burgemeester en wethouders is voorge
steld.
h. Brief d.d. 17 oktober 1979 van het bestuur van
de Opleidingsschool voor Gemeentepolitie "De
Boskamp" te Leusden, waarin inlichtingen worden
gegeven over de stand van zaken in het kader van
de financiële problematiek van de school met voor
stel deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
i. Brief d.d. 7 november 1979 van de Stichting
Nationaal Mijnmonument Kerkrade, houdende het
verzoek tot beschikbaarstelling van gelden voor het
oprichten van een Nationaal Mijnmonument, met
voorstel de brief om advies in handen te stellen van
burgemeester en wethouders.
j. Brief d.d. 9 november 1979 van de heer H.B.A.
Stoll te Soest inzake de aansluiting op het C.A.I.-
systeem, met voorstel de brief om advies in handen
te stellen van burgemeester en wethouders.
Met betrekking tot deze stukken wordt zonder hoof
delijke stemming besloten overeenkomstig hetgeen
daaromtrent door burgemeester en wethouders is
voorgesteld.
k. Brief d.d. 17 oktober 1979 van de heer K.A.
Musolf te Soest inzake de restitutie van door hem
gemaakte kosten aan het pand Wilhelminalaan 22a
te Soest, met voorstel te antwoorden conform de
ter inzage liggende ontwerp-brief.
De VOORZITTER: Dames en heren! Dit stuk bevindt
zich op dit moment niet in de map met de ingekomen
stukken. Wij hebben deze brief dinsdag in het college
aan de orde gehad en wij vonden het concept-ant
woord toen zo, dat wij hebben gezegd dat dit stuk
maar de volgende keer in de raad aan de orde moet
worden gesteld.
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Als zo'n
situatie zich voordoet, zou het dan mogelijk zijn een
desbetreffende aantekening in de map van de raads
stukken te leggen? Ik heb mij vanmiddag om vijf uur
een rotje gezocht, maar heb de brief met het ant
woord niet kunnen vinden.
De VOORZITTER: Wij hopen, dames en heren, in de
nabije toekomst ten aanzien van de raadsstukken wat
meer controle te kunnen uitoefenen - ook op u.
Het stuk wordt aangehouden.
1. Brief d.d. 29 oktober 1979 van het Architektenbu-
reau D. Renooy B.V. inzake de behandelingswijze
van bouwaanvragen, met voorstel de brief ter afdoe
ning in handen te stellen van burgemeester en wet
houders.
243