Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CRO ONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! De vraag van de heer
Jonker komt er in feite op neer, of wij niet bezig zijn
een bodemloze put te proberen te dempen Ik wijs er
op dat er dan 1500 woningzoekenden mogen zijn bij
de één- en tweepersoonshuishoudens, maat het is na
tuurlijk niet nodig om voor al die huishoudens ook
nieuwbouw te realiseren. Mevrouw Tomassen heeft
bijvoorbeeld al gedoeld op mogelijkheden van drieka
merflats die er nu zijn in vrij grote aantallen en waar
nog steeds gezinnen in wonen, terwijl het sinds kort
het beleid is om driekamerflats toe te wijzen aan één-
en tweepersoonshuishoudens. Ook daardoor kan een
deel van de nood gelenigd worden
Daarnaast is het wel het laatste dat ik zou willen be
pleiten om eengezinswoningen in de zin zoals de heer
Bolhuis heeft aangegeven, te splitsen ten behoeve van
één- en tweepersoonshuishoudens. Wij hebben nl. bij
de woningtoewijzing vooral te maken met mensen die
van flats af willen en in eengezinswoningen willen ko
men, terwijl wij veel te weinig eengezinswoningen heb
ben om veel mensen uit de flats te krijgen.
Vanaf 1 januari jl. is de mogelijkheid om een greep te
krijgen op de woningmarkt, met name wat betreft het
toewijzingsbeleid, sterk toegenomen door de beslis
sing van de minister om de zogenaamde huurprijsgrens
sterk op te trekken.
Mevrouw Blommers heeft gevraagd om een evaluatie
van de kwaliteit, na verloop van enige tijd. Uiteraard
kan ik dat toezeggen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
24 Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening met
de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten,
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
25 Voorstel tot het benoemen van een lid van de com
missie gezondheidszorg.
De VOORZITTER verzoekt de heren Van den Brakel
en Blaauw met haar het stembureau te vormen.
Uitgebracht worden 27 stemmen, waarvan 18 op me
vrouw A. Blommers-Biezeno en 9 op mevrouw
A.D. Tomassen-Holsheimer, zodat mevrouw Blommers-
Biezeno is benoemd.
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO verklaart, desge
vraagd, haar benoeming te aanvaarden.
De VOORZITTER dankt de leden van het stembureau
voor de verrichte werkzaamheden en ontbindt het.
26 Voorstel tot wijziging van de Algemene Verordening
der gemeente Soest.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
27 Voorstel tot het vaststellen van een besluit als bedoeld
in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
(voorbereidingsbesluit).
De heer N UIJTEN: Mevrouw de voorzitterHet ne
men van een voorbereidingsbesluit voor een bepaald
gebied wijst erop dat er plannen bestaan om het voor
dat gebied geldende bestemmingsplan te wijzigen. In
dit geval is dat het bestemmingsplan Kerkebuurt, Wij
betwijfelen echter ten zeerste dat wijziging van het be
stemmingsplan Kerkebuurt zo urgent is als het colle
ge ons wil doen geloven. Het college heeft zelf nog on
langs onomwonden gesteld dat er onvoldoende man
kracht en middelen beschikbaar zijn om alle nog te
ontwikkelen of aan te passen bestemmingsplannen -
en dat is een hele waslijst - op korte termijn te realise
ren., Weliswaar hebben ook wij helemaal geen behoefte
aan het in het huidige bestemmingsplan gereserveerde
tracé voor een weg van en naar de Eng, maar dat ver
klaart nog niet de opvallende haast die het college nu
aan de dag legt om het plan Kerkebuurt te veranderen.
Het college maakt ons beslist niet wijs dat de gesigna
leerde incidentele ontwikkelingen zo belangrijk of
zelfs zo wenselijk zouden zijn. In ieder geval zijn ze
stukken minder belangrijk dan de bestemmingsplannen
waarin nieuwbouw van woningen centraal kan staan.
Wij denken wat dit laatste betreft, vooral aan het plan
voor Klein Engendaal dat ergens onderaan de urgen-
tielijst bungelt.
Ons tweede bezwaar is dat het voorstel niet wordt on
derbouwd door of vergezeld gaat van een stuk beleids
visie. Wat ziet het college als de meest wenselijke ont
wikkeling van Kerkebuurt, een veelzijdig levendig ge
bied met woon-, winkel- en recreatieve functies, of lie
ver een openluchtmuseum omringd door kantoren,
om maar eens wat te noemen?
Tenslotte is ons niet gebleken dat de bewoners van
het plangebied Kerkebuurt al de mogelijkheid hebben
gehad om zich uit te spreken over de door hen gewens
te of niet-gewenste ontwikkelingen en dat, terwijl
het toch de doelstelling van het college heet te zijn
om de bewoners zo vroegtijdig mogelijk - en wij ver
staan daaronder nü al en niet straks pas - bij de plan
nen te betrekken. Het is ons bijvoorbeeld bekend dat
de bewoners van Soest-Midden uitgesproken ideeën
hadden over met name het handhaven van de bestaan
de winkelvoorzieningen en het handhaven van het mul
tifunctionele karakter van hun wijk. Men leze daar het
eindcommentaar en het verslag bij het concept-bestem
mingsplan Soest-Midden maar op na.
In elk voorkomend geval, nu en in de toekomst, waar
in deze of dergelijke vragen niet allereerst naar beho
ren zijn beantwoord, zal de fractie van Progressief
Soest haar goedkeuring aan het betreffende voorberei
dingsbesluit helaas moeten onthouden. Dit voorberei
dingsbesluit komt ons bovendien uitermate voorbarig
voor.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Wij gaan van harte akkoord met dit
voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit.
Ik meen tenminste goed te hebben begrepen dat er
daardoor wordt gestreefd naar mogelijkheden om te
komen tot huisvesting van één- en tweepersoonshuis
houdens. Juist ook gezien het voorstel dat wij daar
over eerder op deze avond hebben behandeld, kan ik
daarmee van harte akkoord gaan.
Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! In de
commissie ruimtelijke ordening is al over dit voorstel
gesproken, waarbij eveneens gebleken is dat de heer
Nuijten het daarmee niet eens kan zijn, omdat hij een
en ander in samenhang met een totale beleidsvisie wil
zien. Men kan natuurlijk alles aan alles willen koppe
len en dan moet men wachten totdat er een totale be
leidsvisie is. Bij het verkeerscirculatieplan is dat ook
besproken en toen is eveneens de gedachte opgeko
men om toch niet alles aan alles te koppelen. Het is
ook niet iets van de laatste week of de laatste maand
dat in dit gebied toevallig een winkel het niet meer
goed zou doen. Het gaat nl. om een tendens van al ge
ruime tijd en het is met het oog hierop niet langer
rechtvaardig om zaken te eisen op grond van het be-
30