met dobbelstenen aan de gang? Maar zo simpel was het natuurlijk niet. Uitermate serieus zijn we in de fractie bezig geweest met de prioriteitenstelling. Onze keuze werd mede bepaald door hetgeen in ons verkie zingsprogramma 1978-1982 als doelstelling is opge nomen. Daarbij moesten wij de lopende zaken die voortgang vragen, ook in het oog houden. Je kunt bij voorbeeld denken aan de vernieuwing van het riool stelsel. Een werkplan voor ruimtelijke ordening scoor de hoog in verband met de zo noodzakelijke woning bouw. Zo ook het opzetten van een goede kredietbe waking. Dit zijn enkel voorbeelden. Ik wil niet alle zaken noemen. Zeker is dat ieder onderdeel gemoti veerd op onze prioriteitenlijst kwam. De lijst die nu voor ons ligt, kunnen wij onderschrij ven, gezien ook het overleg en de discussies in de commissie. Met de voorgestelde hoofdstuksgewijze indeling kun nen wij volledig instemmen. Aan vele zaken wordt al gewerkt en vele andere kun nen gelijktijdig aangepakt worden door de spreiding over de verschillende afdelingen. Deze moeilijke stap is nu gezet in het proces om te komen tot een goed beleid. De volgende fase, te we ten het vinden van middelen om zo veel mogelijk pro jecten te starten en/of te realiseren, zal beslist niet veel gemakkelijker zijn. Maar we zijn nu al zo lang bezig en ik denk, dat we ook daar wel doorkomen. De heer GOOTEMevrouw de voorzitterIk wil eerst een opmerking over de procedure maken. Een hele tijd lang hebben de verschillende fracties ernaar ge streefd alles in een prioriteitenvolgorde van 1 tot bij voorbeeld 100 op een rijtje te zetten. In de commis sie algemene bestuurszaken hebben wij toch voor een wat andere werkwijze gekozen om te bekijken welke van de als noodzakelijk aangeduide punten de hoogste prioriteit zouden kunnen hebben. Naar mijn gevoel was het een verstandig besluit om het op die wijze aan te pakken. Een andere manier had naar ons gevoel toch een zekere schijnduidelijkheid gegeven. Een aan tal zaken loopt al, een aantal zaken kan tegelijkertijd afgewikkeld worden. Het college heeft een werkplan toegezegd. Dat is een goede zaak. Aan de hand van dat plan kunnen wij eventueel bezien of bepaalde za ken elkaar qua capaciteit in de weg staan, waarbij er zo nodig nadere prioriteiten kunnen worden bepaald. Ik wil nu graag ingaan op hetgeen voor ons de hoogste prioriteit heeft. Wij hebben in onze fractie langdurig en serieus de lijst van projecten met elkaar besproken en wij hebben er een politieke meetlat langs gelegd. Wij hebben bekeken wat voor ons de politieke uit gangspunten zijn en vervolgens hebben wij die langs de projecten gelegd. Wij zien vanuit onze uitgangspun ten, dat het aanpakken van knelpunten in de samen leving en dus het in letterlijke zin opkomen voor groe pen die in de knel zitten, voor ons de voornaamste lei draad is. Als wij deze leidraad dan langs de als nood zakelijk aangeduide punten leggen, komt bij ons als punt 1 het terrein van de volkshuisvesting naar voren. De wethouder heeft vanavond nog eens duidelijk naar voren gebracht wat voor een situatie er op het stuk van de volkshuisvesting zich in deze gemeente voor doet. Er is hier per maand één eengezinswoning te verdelen. Dat is volstrekt een druppel op de gloeiende plaat. Het gaat er derhalve om dat er zo snel mogelijk bestemmingsplannen klaarkomen. Dat betekent dus, dat het werkplan voor de ruimtelijke ordening de hoogste prioriteit heeft, maar dan met name wat de bestemmingsplannen betreft waaruit een stuk wo- ningproduktie kan komen. Daar zal het college, met name de eerstverantwoordelijke wethouder, gewoon achteraan moeten jagen. Het tweede beleidsterrein dat voor ons de hoogste pri oriteit heeft, wordt gevormd door minderheden, gast arbeiders, woonwagenbewoners, de groepen in onze samenleving waarvan wij (uiteraard niet alleen wij) vinden, dat ze recht hebben op een plaats in onze sa menleving. Het volgende punt is het jeugdwerk. De problemen met betrekking tot de jongeren rijzen de pan uit. Da gelijks kunnen wij dat in de krant lezen. Het is uiter aard niet alleen een Soester probleem, maar een pro bleem dat zich landelijk en ook in een wijder gebied voordoet. Wij denken aan bij voorbeeld kinderen van minderheden, de tweede generatie. Wanneer wij be denken wat voor problemen er te dien aanzien kun nen rijzen, zeggen wij: Daar zitten de werkelijke knel punten. Levensgrote problemen komen wat dat be treft op ons af. Daar dienen wij de politieke prioriteit te leggen. Het vierde beleidsterrein dat bij ons hoge prioriteit heeft, is het onderwijs, met name het tweede-kanson- derwijs en de integratie van kleuteronderwijs en ba sisonderwijs. Langs deze politieke prioriteiten van ons hebben wij het lijstje van de 36 punten gelegd. Wij kunnen ons daarin voor een belangrijk deel vinden. Echter op twee belangrijke terreinen constateren wij gewoon vanuit onze visie die ik net ontvouwd heb, omissies. Ik noem in dit verband in de eerste plaats het onder wijs. Op dit stuk gaan ons twee punten zeer ter harte en die willen wij gewoon toegevoegd zien aan de lijst van 36 prioriteiten, te weten de punten VIII.3 ("het onderwijzend personeel in staat stellen cursussen op het terrein van onderwijsvernieuwing c.a. te volgen) en VIII.11 ("het verlenen van faciliteiten ter bevor dering van de integratie kleuter- en lager onderwijs") van de lijst van 18 oktober 1979. Wij stellen derhalve voor deze twee, duidelijk met elkaar samenhangen de, punten toe te voegen aan de ons nu voorgelegde lijst van 36 punten. In april jl. hebben we in de raad de onderwijsnota be handeld. De onderwijsvernieuwing en de integratie van kleuteronderwijs en basisonderwijs behoren tot de belangrijke punten in die nota. Iedereen heeft zich er toen glad voor verklaard. Nu gaat het om het stel len van de echte prioriteiten en het opvoeren daarvan in de desbetreffende lijst. Het heeft mij op z'n zachtst gezegd verbaasd, dat de V.V.D. en het C.D.A. nu deze punten niet hebben opgevoerd. Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet. Maar mogelijk komt hierop in een tweede termijn een antwoord. Vanuit het belang dat wij hechten aan het jeugdwerk zijn wij er voorstander van dat er drie desbetreffende punten worden toegevoegd aan het lijstje van 36, te weten de punten X.l ("het onderzoeken op welke wijze het jeugdwerk uitgebouwd kan worden tot club- en buurtwerk"), X.3 ("verbeteren van de bestaande accommodatie Stichting Jongerencentrum (Molen - soos)") en X.4 ("ruimtelijke consequenties van de uitbreiding taakstelling kinderboerderij "De Vrije Teugel" nader onderzoeken, alsmede de consequen ties voor een eventuele uitbreiding van de staf"). Vanuit onze visie stellen wij voor deze punten toe te voegen. Nu zult u vragen of wij niets van de lijst van 36 pun-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 302