De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Het karakter
van de algemene beschouwingen dit jaar is anders dan
in voorgaande jaren. Aangezien bij de behandeling van
het beleidsplan en het concept-welzijnsplan uitgebreid
in deze raad is gediscussieerd over de hoofdlijnen van
het beleid, lijkt het zinloos dit bij deze begrotingsbe
handeling wederom te doen. Dat zou het vervallen in
herhaling betekenen. Ik zal mij dan ook beperken tot
een klein aantal punten.
Verleden jaar is bij de begrotingsbehandeling door u
naar voren gebracht inzake het beleidsplan, dat be
leidsplanning een zaak is van lange adem en van vallen
en opstaan. Wanneer ik terugkijk op het hele proces
dat wij sinds die tijd hebben doorgemaakt, kan ik niet
anders dan deze woorden nadrukkelijk onderstrepen.
Wij hebben de eerste stappen gezet op het punt van de
beleidsplanning en kunnen vaststellen dat het moeiza
mer gaat dan verwacht. Tevens kunnen wij vaststellen
dat op een aantal beleidsterreinen nog nauwelijks in
houdelijk een stap verder is gezet.
Daarnaast moet mij een opmerking van het hart over
de behandeling van een en ander in de raadsvergade
ring van november, met betrekking tot de keuze van
projecten en activiteiten in het kader van het beleids
plan. Door onze fractie is toen voorgesteld, een aantal
punten op het gebied van onderwijs en jeugdwerk aan
de prioriteitenlijst toe te voegen. Met name de hou
ding van de CDA-fractie ten opzichte van deze voor
stellen heeft ons toen zeer verbaasd. Als ik het goed
heb begrepen, was het CDA het inhoudelijk niet met
ons oneens, maar vond men de raadsvergadering een
te laat moment om met deze voorstellen te komen.
En dat, terwijl ik dezelfde zaken al in de commissie
ABZ aan de orde had gesteld en had aangekondigd,
daarop in de raad te zullen terugkomen. Naar onze
mening is nu juist de raadsvergadering bij uitstek de
plaats en de gelegenheid waar dit soort zaken uitge
vochten dienen te worden, waar kleur bekend moet
worden, waar men politieke prioriteiten stelt, en waar
men zich niet achter irrelevante argumenten dient te
verschuilen.
Deze begrotingsbehandeling biedt een goede gelegen
heid om een terugblik te werpen op het nu aflopende
jaar. Landelijk kwam Soest in het nieuws door de de
monstratie van het Nationaal Jeugdfront. Ik zal hier
op verder niet ingaan; in de raadsvergadering van no
vember is over deze zaak voldoende gezegd. In regio
naal verband kan worden vermeld dat Eemland rechts
persoonlijkheid heeft verkregen, maar overigens valt
er op dit vlak weinig voortgang te constateren. In dit
verband mag de problematiek rond Amersfoort-groei-
stad niet onvermeld blijven. Op zeer korte termijn zal
hierover door de raad van Amersfoort beslist worden,
maar mocht Amersfoort groeistad worden, dan zal
naar mijn indruk dat voorshands weinig of geen soelaas
bieden voor de woningbehoefte in Soest. Naar ik heb
begrepen is de plancapaciteit van Amersfoort tot
1985 dermate beperkt dat Soest in ieder geval tot dat
tijdstip de eigen boontjes zal moeten doppen.
Wanneer wij een terugblik werpen op het Soester ge
beuren, ben ik geneigd om hetgeen is geschied te leg
gen naast het gemeenschappelijk programma van alle
partijen uit deze raad dat in september 1978 aan de
orde is geweest. Het is niet mijn bedoeling een nauw
keurige evaluatie te maken van de verschillende onder
delen en de uitvoering daarvan, maar wel lijkt een glo
bale tussenbalans zinvol, teneinde na te gaan op welke
punten een extra accent moet worden gelegd.
Het eerste punt dat wij hebben afgesproken, heeft
betrekking op de openbaarheid van bestuur. Op dit
gebied zijn duidelijk vorderingen gemaakt. Ik noem
slechts de nota voorlichting en de mogelijkheid voor
het publiek om bij commissievergaderingen het woord
te voeren. Een inspraaknota staat op het lijstje voor
de komende maanden, zo heb ik begrepen.
Over het punt van de volkshuisvesting hebben wij zeer
grote zorgen. In het programma van de vijf partijen
werden Overhees III en IV de eerste prioriteit ge
noemd. Wij waren toen zo optimistisch om een snelle
realisering van Overhees II, tweede fase, te verwach
ten. Inmiddels blijkt dat de realisering van zowel
Overhees II, tweede fase als Overhees III en IV in of
na 1982 zullen vallen, dus grotendeels buiten de hui
dige raadsperiode. En dat met een lijst van woningzoe
kenden van meer dan 2500 mensen. Dat is een onver
teerbare zaak. Tot 1982 zullen slechts enkele kleinere
plannen tot uitvoering gebracht worden die niet of
nauwelijks soelaas bieden voor de knellende woning
nood. Het college zal zich erop dienen te beraden, hoe
met name Overhees III en IV versneld kunnen worden.
Dat brengt ons ook op het derde punt, het punt van
de ruimtelijke ordening. Een werkplan met betrek
king tot de prioriteit van bestemmingsplannen zal ons
in het eerste kwartaal van 1980 bereiken, zo heb ik
begrepen. Dat vind ik rijkelijk laat. Daarbij komt dat
wij ons afvragen, of er ook inhoudelijk voortgang
wordt geboekt met de plannen waarmee men nu bezig
is. Ik noem als voorbeeld het plan met betrekking tot
het gemeentehuis en het politiebureau, het verkeers
plan enz.
Wanneer wij de overige punten van het programma
nazien dat wij met ons allen in september 1978 heb
ben vastgesteld, constateer ik wel voortgang op het
gebied van het onderwijs - wij hebben de onderwijsno
ta vastgesteld - en op het gebied van het welzijn. Ook
op het punt van de financiën is er voortgang geboekt.
Voor het voorjaar van 1980 is een opzet voor een
meerjarenbegroting toegezegd, naar ik heb begrepen.
Het geheel overziende, constateer ik dat de knelpunten
op het vlak van de voortgang met name liggen op de
terreinen van de volkshuisvesting en de ruimtelijke or
dening.
Richten wij vervolgens onze blik naar de toekomst. De
perspectieven voor de tachtiger jaren zijn weinig
gunstig. De economische groei zal zeer beperkt zijn en
aat betekent dat de mogelijkheden voor de overheid,
ook de gemeentelijke overheid, om nieuwe taken aan
te vatten beperkt zullen zijn, zeker gezien het beleid
van het huidige kabinet. Ook de perspectieven in an
der opzicht zijn weinig hoopvol en somber. Ik noem
slechts de energieproblematiek en daarmee samenhan
gend de kernenergie en het vraagstuk van de kernbe
wapening. Voor Soest zal het komende jaar een
nieuwe eerste burger brengen. Van de vele zaken die
volgend jaar aan de orde zullen komen en hun scha
duw nu reeds vooruit werpen, wil ik verder slechts het
woonwagenkamp noemen. Binnenkort zal het be
stemmingsplan daarvoor in de raad aan de orde ko
men, een voorbeeld dat het ook vlot kan.
Wat de procedure bij deze begrotingsbehandeling be
treft, hebben wij dit jaar de concept-begroting in
augustus/september behandeld in besloten commissie
vergaderingen. In oktober vond behandeling plaats in
openbare commissievergaderingen. Onze indruk is dat
deze laatste vergaderingen weinig toevoegden aan het
geen al in de vergaderingen in augustus/september aan
261