De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat onze fractie zich inhoudelijk voor een belangrijk deel in de motie-Visser zou kunnen vinden. Wij menen ech ter ook dat deze zaak hier niet thuishoort; het gaat hier om een zaak van de Tweede Kamer en van de poli tieke partijen, niet om een zaak waarover een uitspraak van de gemeenteraad van Soest zou moeten komen. Met het oog hierop zullen wij tegen de motie stemmen. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! De mening van D'66 over kernwapens is door middel van het con gres en de discussies in de Tweede Kamer genoegzaam bekend. Inhoudelijk hebben wij daarom niet veel moeite met de motie-Visser. Een meerderheid van mijn fractie kan hierin duidelijk meevoelen. Wel menen wij dat het slot van de motie nogal opgeklopt is, door dat daar wordt gesproken over het bekend maken van deze uitspraak aan de Tweede Kamer, de regering, provinciale staten, de Soester bevolking, de media, enz. Wij missen hierbij nog vermelding van de secretaris-ge neraal van de NAVO, maar waarschijnlijk helpt dat toch niet! De vraag echter of deze zaak hier thuis hoort, in de gemeenteraad van Soest, is moeilijk te be antwoorden. Wij hebben hiermee nogal moeite, maar gezien de aanwezigheid van een zeer belangrijke vlieg basis op Soester grondgebied menen wij dat wij hier mee toch meer te maken hebben dan andere gemeen ten. Een meerderheid van mijn fractie zal dan ook de motie-Visser steunen. De minderheid in de fractie, be staande uit de heer Gerth, heeft er behoefte aan om zelf nog een korte verklaring te geven. De heer GERTH: Mevrouw de voorzitter! Ook ik ben tegen kernwapens. Echter, ik ben ook tegen eenzijdige ontwapening. De motie-Visser vind ik te licht, omdat daar nog veel gemenere wapens niet in worden ge noemd, nl. de biologische en de chemische wapens. Bovendien meen ik dat deze motie niet in de gemeen teraad van Soest thuishoort, maar dat hierover moet worden beslist in de Tweede Kamer. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik wijs er op dat vrijwel dezelfde motie is ingediend in de ge meenteraad van Groningen. Wij zijn dus niet de enige gemeenteraad waar dergelijke moties worden inge bracht. De stelling dat het hier om een zaak gaat die alleen in 's lands vergaderzaal thuishoort, is een stel ling waar wij het beslist niet mee eens zijn, te meer nu Soest wel degelijk te maken heeft met de vliegbasis. De vraag of de motie ook nog naar de secretaris-gene raal van de NAVO gestuurd moet worden, is door ons wel te beantwoorden. Immers, als zelfs de heer Gerth niet gevoelig is voor deze motie, heeft het geen zin om deze motie ook nog naar de heer Luns te sturen. Wij handhaven de motie en zien graag dat deze in stemming wordt gebracht. De motie-Visser wordt vervolgens instemming ge bracht en verworpen met 22 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de leden Blaauw, Stam, mevrouw Greefhorst-Van Overdam, Hoekstra, Storimans, Bol huis, mevrouw Van Stiphout-Croonenberg, Goote, mevrouw Korthuis-Elion, Van Poppelen, Oldenboom, mevrouw Van Gelder-Cornelissen, Van den Brakel, mevrouw Blommers-Biezeno, Plomp, Gerth, Menne, Onderdelinden, Ebbers, Van Logtenstein, Beijen en Verheus. Voor stemmen de leden mevrouw Allard-Knol, Nuijten, mevrouw Tomassen-Holsheimer, Jonker en Visser. De algemene beschouwingen worden gesloten. 199. Behandeling van de begrotingen van de bedrijven en instellingen voor het dienstjaar 1980. Het openbaar slachthuis. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Op de batenzijde van de begroting van het open baar slachthuis komt een post voor „rente belegde gel den", een gevolg van de uitkering die wij twee jaar ge leden van het rijk hebben ontvangen bij het vervallen van artikel 8 van de Vleeskeuringswet. Er is nu een re serve aanwezig van f. 214.000,- bij het slachthuis. Wij menen dat die reserve daar niet doelmatig kan zijn, niet nu en niet in de toekomst waarschijnlijk, omdat bij eventuele sluiting altijd een restpost zal blijven be staan uit de verkoop. Wij hebben dan ook de indruk dat overboeking van dit bedrag naar de algemene dienst een goede oplossing zou zijn, te meer ook om dat voor verliezen in het verleden altijd bijdragen zijn gekomen uit de algemene dienst. Die verliezen hebben van 1955 tot 1978 ongeveer f. 370.000,-bedragen. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter! Ons slachthuis is een aflopende zaak, maar wij weten nog niet hoe lang dit nog zal duren. Mocht ons slacht huis in de toekomst niet meer aan de eisen van de keuringsdienst voldoen, dan is er - naar ik heb begre pen - toch nog een mogelijkheid om eventuele nood- slachtingen en verkoop van het vlees op ons slachthuis te blijven verrichten. Ik zal graag zien dat het college hieraan aandacht besteedt, gezien het sociale belang hiervan voor onze gemeente. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! In de commissie voor het slachthuis is al gesproken over het punt dat de heer Van Logtenstein nu heeft aange sneden. Ik stel hem voor de begroting nu ongewijzigd te laten en in de loop van 1980 nader te bekijken of wij deze reserve inderdaad kunnen overboeken. Daarbij kan dan ook nader worden bekeken welke invloed dit zal hebben op het openbaar slachthuis. Het slachthuis heeft nu een batig saldo, maar dat is inderdaad wat overtrokken, omdat er nog altijd die post „rente be legde gelden" is van ongeveer f. 17.000,-. Wat de opmerking van de heer Van den Brakel betreft, m oet worden toegegeven dat het gebouw zelf niet meer in zo'n beste staat verkeert. Het zal ook bekend zijn dat men in onze omgeving steeds meer tot concen tratie van slachthuizen komt. Als ons slachthuis inder daad binnenkort wordt afgekeurd, meen ik dat wij daar niet veel kapitaal meer in moeten steken om het nog te renoveren. Wat wij dan met onze noodslachtin- gen aan moeten, moeten wij tegen die tijd nog maar eens bekijken. Wij zullen deze zaak echter het komen de jaar in de commissie goed in de gaten houden en zeker met de opmerking van de heer Van den Brakel rekening houden. De begroting van het openbaar slachthuis wordt hier na zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Het woningbedrijf. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit ter! Ons woningbedrijf komt waarschijnlijk nu voor de laatste keer in een begroting voor, in verband met de fusie per 1 januari a.s. tussen de woningbouwcor poraties, althans twéé corporaties, en ons woningbe drijf. Ik neem aan dat dit nog enige tijd van begelei ding zal vergen vanuit de gemeente, maar ik meen wel dat wij op dit punt indertijd een juiste beslissing heb ben genomen. Het toekomstige bestuur van de wo ningcorporatie Soest wil ik dan ook voor de komen de jaren veel wijsheid en zuinigheid toewensen. Ik ver- 270

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 331