De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik behoef zeer weinig toe te voegen aan het zeer goede
pleidooi dat de heer Verheus namens onze fiactie al
gehouden heeft voor het behoud als school van de
Margrietschool. Echter, na het betoog van de heer Ver-
heus zijn er van een andere kant nog bepaalde opmer
kingen gemaakt en ter ondersteuning van het betoog
van de heer Verheus wil ik dan nog enkele argumenten
aanvoeren, ter versterking van de stelling dat de Willi-
brordusschool moet worden bestemd voor de huisves
ting van de bibliotheek en de Margrietschool behou
den moet blijven voor het onderwijs.
Er is een brief van 6 februari 1978 van de rijksinspec-
trice van het openbaar bibliotheekwezen in Noord-
Holland en Utrecht. Daarin schrijft zij onder meer dat
de Margrietschool excentrisch ligt, verstopt in een
woonbuurt.
De heer GOOTE: Dan moet u ook zeggen dat in het
vervolg van die brief wordt gezegd dat door bewegwij
zering e.d. dit bezwaar voor een groot deel kan worden
ondervangen. U haalt nu één zin uit de brief, terwijl
in het vervolg van diezelfde brief dit argument voor
een belangrijk deel wordt ontkracht.
De heer VAN POPPELEN: Ik breng nu zaken naar vo
ren die mijns inziens waard zijn om genoemd te wor
den.
De heer Verheus heeft ook al gesproken over de inge
diende begrotingen. Een klein kind kan nagaan wan
neer men de begroting bekijkt voor de verbouwing
van de Margrietschool en voor het opknappen van de
Willibrordusschool, dat daar nog wel het cijfer „1"
voor gezet moet worden als men de Willibrordusschool
volledig aan de eisen wil laten voldoen. Dat bedrag van
f. 40.000,- voor het opknappen van de Willibrordus
school als schoolgebouw slaat mijns inziens dan ook
nergens op.
In een brief die ook bij de stukken ter inzage heeft ge
legen, heeft het bestuur van de bibliotheek zijn voor
keur uitgesproken voor de Margrietschool. Helemaal
overtuigend is die brief echter niet, want er wordt ook
in gezegd:
,,U begrijpt dat wij, ofschoon wij de Willibrordusschool
niet onaanvaardbaar achten, de voorkeur geven aan de
Margrietschool."
Duidelijk wordt dus gezegd dat de Willibrordusschool
voor het bibliotheekbestuur niet aanvaardbaar is.
Het is naar mijn mening belangrijk dat de kinderen
naar een school kunnen gaan die aan de eisen van de
ze tijd voldoet. De verschillende fracties hebben het
onderwijs ook zeer hoog in hun vaandel geschreven en
dan moeten wij niet meer lang spreken over het be
stemmen tot bibliotheek van de Margrietschool. De
kinderen moeten in dat schoolgebouw komen dat het
beste aan de huidige eisen voldoet.
Ik wil niet ingaan op de motie van de fracties van
D'66 en V.V.D., maar er spreekt mijns inziens ook de
tendens uit dat het van belang is om de Margrietschool
te behouden voor het onderwijs.
W ethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De
kwestie van de Margrietschool is al geruime tijd aan de
orde en ik wil het bijzonder kort houden in mijn be
antwoording. De argumenten die nu naar voren zijn
gebracht, zijn grotendeels ook in de commissie onder
wijs al naar voren gekomen. Het belangrijkste punt
voor het college is dat, hoe men het ook wendt of
keert, men natuurlijk de beste school voor het onder
wijs wil bestemmen, maar dat, zodra men dan gaat
kijken hoe die school van „inwoners" moet worden
voorzien, dan blijkt dat het huis gewoon te groot is
voor de bewoning, zowel thans als op de langere ter
mijn gezien. Met het oog hierop meent het college
rechtvaardig te handelen door voor te stellen de Mar
grietschool aan de bibliotheek ter beschikking te stel
len en de Willibrordusschool aan het onderwijs te la
ten.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Het frappeerde mij
nogal dat de heer Verheus een brief heeft geciteerd
van de rijksinspectie voor het bibliotheekwezen. Het
gaat hier nl. om een brief van 6 februari 1978 en toen
had de rijksinspectie de vraag voorgelegd gekregen of
de Margrietschool geschikt zou zijn voor een biblio
theek, onder meer althans. De rijksinspectie heeft daar
op toen een aantal opmerkingen gemaakt, onder ande
re dat de school wel aanvaardbaar zou zijn, maar dat
er ook nog een aantal moeilijkheden waren die niet
veronachtzaamd zouden moeten worden. Niet ge
noemd is door de heren Verheus en Van Poppelen dat
op 22 november 1978 van diezelfde rijksinspectie een
brief is binnengekomen, in reactie op de vraag waar
aan men de voorkeur gaf, aan de Margrietschool of de
Willibrordusschool. In die brief zegt de inspectie dui
delijk dat de Margrietschool verreweg de voorkeur
verdient, omdat bij de Willibrordusschool veel meer
bibliotheekpersoneel nodig zal zijn, aangezien die
school in de lengte is gebouwd en daardoor meer toe
zicht vereist zal zijn. Ook met het oog op de nodige
bouwkundige voorzieningen geeft de rijksinspectie de
voorkeur aan de Margrietschool.
De heer Van Poppelen heeft een brief aangehaald van
het bibliotheekbestuur van 24 november 1978, waarin
het bestuur zegt dat ook de Willibrordusschool niet
aanvaardbaar is. Ja, dat is logisch als men kijkt naar de
huidige situatie. Wat er ook gebeurt, de bibliotheek
zal alles slikken, want er is nu helemaal niets. Dat is
ook de moeilijkheid die ik heb met de benadering
van de V.V.D.-fractie. Er is nu een derde kandidaat,
maar die is echt niet nu opeens aan de orde gekomen,
maar is twee jaar geleden ook in beeld geweest, waar
bij men echter bedankte voor de eer. Als men hierop
wil letten, zal ik toch graag van mevrouw Blommers
horen waar zij dan wél in Soest-Zuid een behoorlijk
filiaal voor de bibliotheek zou willen realiseren. Bo
vendien wijs ik erop dat het nooit onze bedoeling is
geweest om alleen de bibliotheek in de Margrietschool
te huisvesten, want er zijn nog twee andere instellin
gen die enorm goed werk doen en die zitten te sprin
gen om ruimte; deze instellingen kunnen wij ook in
de Margrietschool helpen, zodat wij dan drie vliegen
in één klap zouden vangen.
De heer GERTH: Mevrouw de voorzitter! De Van der
Huchtschool heeft zich inderdaad enkele jaren geleden
vrijwillig teruggetrokken als gegadigde, maar dat heeft
men niet zo maar gedaan. Men kreeg toen nl. de tijde
lijke mogelijkheid om in Overhees een voorlopig ge
bouwencomplex te krijgen, waar men de school kon
■voortzetten en uitbouwen, totdat nieuwbouw aan de
Bosstraat gerealiseerd zou worden, in het kader van
uitvoering van het Centrumplan. Dan zou de Van der
Huchtschool dus een heel nieuw schoolgebouw krij
gen. Echter, het Centrumplan is nu ingetrokken en
daarom is de vraag opgekomen bij de Van der Hucht
school waarom men dan niet naar de Margrietschool
34