zou kunnen. Onze fractie meent dat dit nader moet
worden onderzocht en dat de Van der Huchtschool in
ieder geval de gelegenheid moet krijgen om de progno
ses die men heeft, nader te onderbouwen. Deze school
loopt goed en men heeft ook alweer een nieuw lokaal
aangevraagd, zodat er sprake is van een groeiende
school die de gedifferentieerdheid van het onderwijs in
die wijk alleen maar kan vergroten.
Dat is dan natuurlijk bijzonder jammer voor de biblio
theek, want die zit inderdaad enorm omhoog, hetgeen
ook ons aan het hart gaat. Het kind gaat bij ons ech
ter in dit geval voor het boek en voor huisvesting van
de bibliotheek zijn er nog andere mogelijkheden. Er
staat een bepaald gebouw te koop, hetgeen het colle
ge ook zal weten en er zijn nog niet voldoende moge
lijkheden onderzocht om dit gebouw wellicht te ver
beteren en te benutten voor huisvesting van de biblio
theek. Dat gebouw staat vlakbij de huidige plaats en
vroeger heeft de bibliotheek daar ook in gezeten, als
tijdelijke huisvesting, waarbij toen echter over de mo
gelijkheden van opknappen niet is gesproken.
Mevrouw TOMASSEN- HOLSHEIMER: Mevrouw de
voorzitter! Er wordt nu gesproken over de Van der
Huchtschool, maar ik vraag mij af wanneer die school
eigenlijk belangstelling heeft getoond. Ik heb hierover
nooit iets bij de stukken gevonden en wij zijn al zes
weken met deze kwestie bezig, zodat men toch wel
eerder belangstelling had kunnen tonen. Verder heb
ik begrepen dat de ouders van de Van der Hucht
school indertijd hebben gesteld dat zij tevreden zijn
met een school in Overhees en geen zin hebben om
hun kinderen steeds naar Soest-Zuid te moeten bren
gen. Daarom heeft, als ik het goed heb begrepen, het
bestuur van de Van der Huchtschool indertijd de moge
lijke huisvesting in de Margrietschool laten schieten.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Noch de
wethouder van onderwijs, noch de wethouder van cul
tuur hebben mij kunnen overtuigen. De ingediende
motie zegt in ieder geval dat met het toewijzen van de
Margrietschool aan de bibliotheek bijzonder voorzich
tig moet worden omgesprongen, omdat men daarmee
de beste school zou weggeven. Wij menen dat de beste
school voor het ónderwijs moet worden benut, voor de
schoolkinderen die niet alleen recht op goed onderwijs
hebben, maar ook recht op een goede accommodatie.
Wij handhaven dan ook ons standpunt dat de Margriet
school bestemd moet blijven voor het katholiek onder
wijs.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Over de prog
noses heb ik in eerste instantie al het nodige gezegd.
In de motie wordt gezegd dat men deugdelijke progno
ses wil hebben, maar mijns inziens zijn die er al en nog
wel van het bestuur zélf. Wat de Van der Huchtschool
betreft, had ik dezelfde indruk als die, welke mevrouw
Tomassen heeft verwoord,maar wellicht kan de wet
houder hierop nog nader ingaan en op dit punt klare
wijn schenken.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik hoop
dat ik de gevraagde klare wijn kan schenken. De heer
Gerth heeft gesteld dat de Van der Huchtschool tijde
lijk is gehuisvest in Overhees, maar ik heb steeds be
grepen dat de Van der Huchtschool definitief was ge
huisvest in Overhees. Het bestuur van deze school
heeft indertijd medegedeeld dat zij met het oog op de
wens van de ouders graag in Overhees zou willen blij
ven en daarbij is helemaal niets gebleken van tijdelijk
heid van de huisvesting in Overhees. Ik weet dus niets
van tijdelijkheid af op dit punt. Wel heeft het bestuur
van de Van der Huchtschool indertijd gezegd geen be
langstelling te hebben voor een andere plek. Wel
heeft men toen belangstelling getoond voor huisves
ting aan de Bosstraat. Eventuele belangstelling voor
de Margrietschool is nooit duidelijk getoond en nu is
men om vijf minuten voor twaalf bij het gemeentebe
stuur gekomen. Het zou een heen en weer zwalken
van het gemeentebestuur zijn als men nu op dit tijd
stip de zaak nog eens zou uitstellen.
Mevrouw ALLARD-KNOL: U hebt gezegd dat de Van
der Huchtschool naar uw indruk definitief zou zijn ge
huisvest in Overhees, maar u zegt óók dat de Van der
Huchtschool belangstelling had voor nieuwbouw in het
nieuwe Centrumplan. Deze school heeft zich ook
steeds gericht op die nieuwbouw. Indertijd heeft deze
school ervan afgezien om te komen tot vestiging in de
Margrietschool, maar daarbij wordt niet vermeld dat
deze school al langer dan een halfjaar daarop zat te
wachten en echt omhoog zat, zodat er iets moest ge
beuren. De gemeente was toen nog steeds bezig om te
onderzoeken of er nog belangstelling was voor een
openbare school in de Margrietschool en daarop kon
het bestuur van de Van der Huchtschool niet langer
wachten, zodat men koos voor tijdelijke huisvesting
in Overhees. Enige tijd later bleek dat de enquete on
der de ouders, teneinde de belangstelling voor een
openbare school te peilen, te weinig resultaat oplever
de en inmiddels was, naar ik heb begrepen, aan de
Van der Huchtschool een plaats aan de Bosstraat toe
gezegd. Het Centrumplan is nu van de baan en voorts
heeft de staatssecretaris van onderwijs gezegd dat er
voorlopig niet behoeft te worden gerekend op nieuw
bouw voor scholen, omdat er nog veel schoollokalen
leeg staan. De mogelijkheid van nieuwbouw is het be
stuur van de Van der Huchtschool nu dus uit handen
geslagen en dan kan men misschien stellen dat het be
stuur om vijf voor twaalf hiermee aankomt, maar het
zijn ook zeer recente ontwikkelingen geweest die hier
bij een grote rol spelen.
Wethouder PLOMP: Ik moet de stelling bestrijden dat
de gemeente niet duidelijk zou zijn geweest ten opzich
te van het bestuur van de Van der Huchtschool, want
wij zijn bijzonder duidelijk geweest in onze gesprek
ken met dit bestuur nadat de Margrietschool ter be
schikking was gekomen. Toen wilde men echter niet
inspelen op de mogelijkheden.
Wat de Bosstraat betreft, heeft het bestuur van deze
school inderdaad in deze richting gedacht; dat heb ik
ook al aangegeven. De circulaire over de scholenbouw,
waarover mevrouw Allard heeft gesproken, dateert
van eind 1978. Het is nu half februari en dan blijf ik
volhouden dat het vijf voor twaalf is, anderhalve
maand later.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik wil nog even rea
geren op de suggestie van de heer Gerth inzake het
Eltetogebouw, dat wel geschikt zou kunnen zijn voor
de huisvesting van de bibliotheek. Dit gebouw is daar
echter veel te klein voor; het is zelfs kleiner dan de
huidige dependance waar men al uitgegroeid is. Ik zie
dat dus niet als een reële mogelijkheid.
De VOORZITTER: Dames en heren! Thans is aan de
orde de beslissing over de motie van de fracties van
D'66 en de V.V.D.
35