Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ingekomen brieven die aan de raad zijn gericht,
moeten onzes inziens ook door de raad worden beant
woord. Bij de stukken lag ook een advies van de
dienst gemeentewerken en in die zin zouden de brief
schrijvers kunnen worden bericht. Dat is alleen maar
een kwestie van fatsoen.
D e VOORZITTER: Het gaat om brieven aan het col
lege, met een afschrift aan de raad. Het college werkt
de zaak dus verder af.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: De briefschrijvers krij
gen dus wel antwoord?
De VOORZITTER: Jazeker.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders,
i. Brief d.d. 7 november 1979 van de Commissaris der
Koningin in de provincie Utrecht, waarbij wordt toe
gezonden een afschrift van het Koninklijk Besluit van
23 oktober 1979, nummer 6 tot eervol ontslag van me
vrouw mr. J.M. Corver-van Haaften, als burgemeester
dezer gemeente, met voorstel deze brief voor kennisge
ving aan te nemen.
j. Brief d.d. 28 november 1979 van het dagelijks be
stuur van de A-kring Utrecht-c B.B. betreffende de
eerste wijziging van de begroting 1979 en de begroting
1980 van de A-kring Utrecht-c B.B., met voorstel de
ze brief in handen te stellen van burgemeester en wet
houders om advies.
k. Brief d.d. 20 november 1979 van de Woningbouw
vereniging St. Joseph betreffende de overdracht van
het gemeentelijk woningbedrijf, met voorstel te ant
woorden overeenkomstig de ter inzage liggende ont-
werp-brief.
Met betrekking tot deze stukken wordt zonder discus
sie en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de
voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.
1. Brief d.d. 7 november 1979 van de Stichting Natio
naal Mijnmonument Kerkrade, houdende het verzoek
een bedrag beschikbaar te stellen voor de oprichting
van een nationaal mijnmonument, met voorstel te
antwoorden overeenkomstig de ter inzage liggende
ontwerp-brief.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ik stel u voor de laatste alinea van de antwoord
brief te schrappen, want in de daaraan voorafgaande
alinea's geven wij al aan op welke goede gronden wij
menen aan het verzoek niet te moeten voldoen. Ver
volgens wordt er dan in de laatste alinea nóg eens ge
sproken over een tijd van bezuinigingen, waarbij wij
ons ook een waarde-oordeel zouden aanmeten. Dat
lijkt ons iets te ver gaan.
De VOORZITTER: Het college heeft geen moeite
met het schrappen van de laatste alinea. Integendeel,
het college vindt dat een verbetering. De antwoord
brief wordt aldus gewijzigd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
De vergadering wordt vervolgens te 12.15 uur geschorst
tot 13.45 uur.
Na hervatting der vergadering zegt de VOORZITTER:
Dames en heren! Ik wil toch nog even terugkomen op
de discussie van vanmorgen inzake de brandpreventie
functionaris. De heer Jonker heeft daarbij gesproken
over eventuele mogelijkheden van legesheffing. Wij
hebben ons achter de collegetafel - met name geldt
dat voor de gemeentesecretaris en mijzelf - afgevraagd
waar hij dat vandaan had gehaald. Wij hebben nu afge
sproken dat een en ander nader wordt bekeken, ook
wat dit punt van de legesheffing betreft, maar wel wijs
ik erop dat in onze legesverordening onder punt 38
al de brandbeveiligingsverordening wordt genoemd,
waarbij ook een aantal bedragen worden genoemd voor
gebouwen van verschillende grootte. Vanuit de brand
weer is dan ook terecht op mogelijkheden van leges
heffing gewezen tijdens de voorlichtingsbijeenkomst
met een aantal raadsleden. Hieruit kan zeker niet jaar
lijks het salaris van een tweede brandpreventiefunctio
naris worden gehaald, maar er zijn dus wel degelijk
mogelijkheden in de bestaande legesverordening en
dat wilde ik graag nog zeggen. Verder beveel ik nog
maals graag de tweede brandpreventiefunctionaris in
uw aller aandacht aan.
203 Voorstel tot vaststelling van de „Verordening tot uit
voering van artikel 9, eerste lid van de Winkelsluitings
wet 1976 (10 dagenregeling)".
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik heb geen moeite met dit voorstel. Wel herinner ik
eraan dat al zo'n acht jaar geleden gepoogd is om tot
een uniforme winkelsluiting in Soest te komen en ik
zal graag zien dat het college dit punt nog eens op
pakt.
De VOORZITTER: Het is natuurlijk niet ónze be
voegdheid.
De heer VAN POPPELEN: Daar gaat het mij niet
om. Ik vraag alleen of het college deze zaak nog eens
wil bespreken met de winkeliersvereniging.
Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Het is
min of meer een stokpaardje van de heer Van Poppe-
len, althans om dit hier te brengen, maar er bestaat
inderdaad duidelijk behoefte aan een meer uniforme
winkelsluiting in Soest. Eind verleden jaar hebben wij
de consequenties van de Winkelsluitingswet 1976 in
de raad onder ogen gezien en bepaalde regelingen ge
troffen; men herinnert zich dat nog wel, met de be
kende kaarten die naar de winkeliers werden gestuurd.
Het college heeft toen al aangegeven dat het er met de
uniformiteit niet beter op zou worden en dat geldt
nog steeds. Ik denk overigens dat het college best be
reid is om nog eens, zij het dan binnen de ruimere con
text dan wij vroeger hadden, te bekijken of er niet een
bepaalde uniformiteit kan worden bereikt. Het is er
echter niet gemakkelijker op geworden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
204 Voorstel tot verpachting van gronden voor het jaar
1980.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! In
het voorstel staat onder andere:
„dat is gebleken dat het verlies van uitzicht over de
Eng vanuit enkele woningen blijkt mee te vallen".
Dat is op zichzelf juist, maar het gaat natuurlijk juist
om de woningen waarbij dit niet geldt.
De VOORZITTER: Ik meen dat het juist allemaal in
orde is, maar ik neem aan dat de heer Van Poppelen
met het voorstel op zichzelf geen moeite zal hebben.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
205 Voorstel tot het verlenen van een ontheffing als be
doeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet
ten behoeve van:
299