woningbehoefte. Daarbij komt nog dat er wordt ge schermd met de opmerking dat Amersfoort groeistad zal worden en dat wij dan maar moeten zeggen tegen de woningzoekenden dat zij naar Amersfoort kunnen, in een situatie waarin wij binnen de regio 7.000 wo ningzoekenden hebben en de gemeente Amersfoort nooit gedwongen kan worden - en misschien is dat ook helemaal niet mogelijk - om op korte termijn bestem mingsplannen te gaan ontwikkelen. Bovendien komt het erop neer dat wij onze minst draagkrachtige bur gers moeten wegsturen, want de mensen die het kun nen betalen, kunnen woningen kopen en kunnen in de vrije sector huren. Als de heer Bolhuis dan ook een verwarring consta teert in het beroepschrift, is dit duidelijk gekomen na de uitwerking van het streekplan Utrecht-Oost in de VVT. Vanaf september 1977 hebben wij te maken ge kregen met steeds stringentere richtlijnen. Als men de doorstroming wil bevorderen, wordt men geconfron teerd met het feit dat burgers die hier sinds jaar en dag wonen, maar die hier niet werken, niet alleen niet aan een duurdere huurwoning kunnen worden geholpen, maar ook geen kavel bouwgrond kunnen kopen. Zo ver gaat het immers in de opstelling van gedeputeerde staten ten aanzien van het plan Zwarte Wegje. Ik moet dan ook ontkennen dat gedeputeerde staten zich niet zouden bemoeien met de woonruimteverdeling in Soest. Op het moment dat gedeputeerde staten stellen dat zij de eigen woningbehoefte zélf willen interprete ren en dat zij de doorstroming en de sociale binding aan percentages willen binden, bemoeien zij zich juist zeer effectief met de woonruimteverdeling. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! De heer Bolhuis heeft nog een belangrijke passage genoemd, althans in zijn ogen, n 1. dat wij al eerder in ons be zwaarschrift tegen het streekplan hebben verklaard dat wij geen bezwaar zouden hebben tegen het van toepassing verklaren van de VVT op Soesterberg. Dat moet echter wel in het totale verband worden gezien. Er staat bijvoorbeeld ook in dit in 1977 door de raad vastgestelde bezwaarschrift: „Overigens menen wij dat de in het ontwerp- streekplan uiteengezette visie ten aanzien van de eigen woningbehoefte, aangeduid als de VVT, niet sluitend is en derhalve niet doeltreffend. Uit de lijsten met woningzoekenden blijkt immers niet de werkelijke behoefte aan woonruimte. Wanneer er geen uitzicht is op woonruimte, zullen velen het nut om zich bij de gemeente in te laten schrijven, niet inzien." Dit houdt direct verband met het gevaar waarop ook de heer Goote duidt, nl. dat een bestemmingsplan niet exploitabel te maken is indien de angst wordt beves tigd dat degenen die niet in de sfeer van de sociale wo ningbouw vallen, zich helemaal niet meer laten in schrijven, omdat het hen allemaal te onzeker is. Dat betekent dan immers dat zij niet meetellen als woning zoekende en dat er geen lijsten kunnen worden over gelegd. De sociale woningbouw wordt dan óók niet exploitabel meer, juist omdat de vrije sector nu een maal in de totale opzet nodig is. Dat is wel essentieel. De heer Visser heeft allerlei opmerkingen gem aakt over het plengen van krokodilletranen enz. Als hij zo veel over heeft voor het realiseren van woningen in het Zwarte Wegje, waarom dan tienmaal het aantal te bouwen woningen in het Zwarte Wegje om een klei nigheid geweerd? Ik doel hierbij op de eerste herzie ning Overhees. De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Bolhuis heeft nog gevraagd of wij aanwezig zijn geweest op een bespreking met de gedeputeerde Schapenk en een aan tal vertegenwoordigers van Eemland. Mevrouw Van Stiphout heeft hierop reeds bevestigend geantwoord. Dit gesprek heeft eind augustus plaats gevonden, maar er is heel weinig duidelijkheid over gekomen, omdat de gedeputeerde antwoorden op vragen heeft verscho ven naar de bijeenkomsten die zouden worden gehou den met een aantal gemeenten bij elkaar, in aanwezig heid van de commissie ruimtelijke ordening uit de sta ten. Ik ben dus niet wijzer geworden van de bijeen komst eind augustus. Daarnaast is het natuurlijk de bedoeling dat tijdens de commissievergaderingen gemaakte opmerkingen - bij voorbeeld de opmerking in de commissie algemene bestuurszaken dat het niet zo verstandig lijkt om te gaan schermen met gelijkheid voor de wet en inter nationaal erkende verboden op discriminatie - nog na der worden bekeken; ik heb dat al aangegeven. Deze opmerkingen zijn ook allemaal genoteerd. Daarnaast is het toch goed om het beroepschrift nog eens hele maal door te spitten, mede ook gezien de nu nog door de heer Bolhuis gemaakte opmerkingen, teneinde er voor te zorgen dat het zo goed mogelijk geredigeerd naar Den Haag gaat, ook om duidelijke antwoorden te verkrijgen. De heer BOLHUIS: Mevrouw de voorzitter! Wij moeten er rekening mee houden dat de tijd doorgaat. Dat slaat op het feit dat sinds 1977, toen het be zwaarschrift door de raad tegen het ontwerp-streek- plan werd vastgesteld, er wel het een en ander is ge beurd. In deze periode hebben wij moeilijkheden ge kregen met de toepassing van de VVT en daardoor is de verwarring gekomen, aldus mevrouw Van Stip hout. Die verwarring over de toepassing van de VVT kan mijns inziens best in het beroepschrift duidelijk worden gesteld. Mijn punt is dat het onthouden van goedkeuring aan een bestemmingsplan wordt geba seerd op planologische overwegingen. Wij moeten daarbij in de gaten houden dat niet de woonruimte verdeling bij de planologie aan de orde is, maar de ruimteverdeling. Als wij dan kunnen aantonen dat wij onze eigen woningbehoefte door de toepassing van de VVT niet kunnen oplossen, is dat iets anders dan wanneer men stelt „Weg met de VVT, omdat enz.". Ik bepleit dus om in het beroepschrift duidelijker te zijn over de tóepassing van de VVT. Ik doe dat te meer omdat het K.B. inzake de gemeente Baarn, door mij genoemd in eerste instantie, mij volkomen duide lijk heeft gemaakt dat de Kroon de eigen woningbe hoefte heeft geaccepteerd en dat de Kroon aan die eigen woningbehoefte een bestemmingsplan gaat toet sen. Met het oog hierop heb ik ook gezegd dat er te genstrijdigheden zitten in het beroepschrift en dat het niet consistent genoeg is. Als u nu tenslotte zegt dat het ook u goed lijkt om het beroepschrift nog eens door te spitten, daarbij re kening houdend met deze opmerkingen, heb ik mijn doel bereikt. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Behalve het K.B. ten aanzien van het bestemmingsplan Eemdal in Baarn kan ik ook nog verwijzen naar het K.B. ten aanzien van het plan Hollandsche Rading in Maartens dijk. Daarover rept het college helemaal niet in het be roepschrift. De VOORZITTER: Maar waarom zouden wij dat doen? 321

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 380