- 24 -
8 maart 1979.
bestaande houtwallen worden in het project opgenomen.
Hierna wordt gepauzeerd.
Na hervatting der vergadering spreekt wethouder MENNE als volgt:
Naar aanleiding van de gestelde vragen over de inspraak wil ik wijzen op
hetgeen onder punt 2.4.2. van de concept-overeenkomst is gesteld:
Van elke fase kan een door de gemeente nodig geachte vorm van
overleg met de (toekomstige) bewoners van de in het contractge-
bied te bouwen woningen deel uitmaken.
M.i. is door deze clausule veel inspraak mogelijk, ongeacht in welke
fase van het project.
Vervolgens wil ik de raadsleden in de gelegenheid stellen in tweede
instantie het woord te voeren.
De heer VAN POPPELEN: Zijn de kosten van woningbouw bij het nieuwe
systeem lager voor de gemeente en de toekomstige bewoners, dan bij voor
beeld bij samenwerking met de Stichting Woningbouw 1968 (zoals bij Over-
hees II-l is gebeurd)?
Is er op dit moment al een indicatie te geven met betrekking tot de
huur- en koopprijzen van de woningen?
Op welke wijze zullen de woningen worden verdeeld; aan wie denkt
men de woningen toe te wijzen? Wanneer wordt de mogelijkheid geopend om
voor de woningen in te schrijven?
Wethouder MENNE: De onderhandelingen over de prijzen moeten nog ge
voerd worden. Die onderhandelingen maken deel uit van het contract. Het
is niet erg tactvol om nu al over prijzen te gaan praten, omdat de rea-
lisatoren waarmee onderhandeld wordt, rekening zouden kunnen houden met
bepaalde toezeggingen of uitlatingen op prijzengebieddie verder zouden
gaan dan de aangegeven maximum stichtingskosten c.q. huren in bijlage II
van de concept-overeenkomst (hoofdstuk 1, laatste alimea)
De heer VAN POPPELEN: Kan de wethouder zeggen of wij met dit nieuwe
systeem goedkoper uit zijn dan met het oude, in Overhees II-l gebruikte
systeem?
Wethouder MENNE: Op deze zaak komen wij nog terug in de commissie
voor ruimtelijke ordening. Wij zullen de leden van deze commissie - even-