Nr. 3 Soest, 15 maart 1979
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 15 maart 1979 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Cor-
ver-van Haaften
SECRETARIS de heer mr. J.M. Kruitwagen.
Tegenwoordig de leden: mevrouw J. Allard-Knol, G. Beijen,
mevrouw A. Blommers-Biezeno, A. Bolhuis, J J. van den
Brakel, J.J. Ebbers, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelis-
sen, H. Gerth, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Over-
dam, D. Hoekstra, H.M. Jonker, mevrouw E. Korthuis-Elion,
R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, J.G. Nuijten, G.H. Olden-
boom, A. Onderdelinden, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Pop-
pelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg,
P.L.J.M. Storimans, mevrouw A.D. Tomassen-Holsheimer,
C. Verheus en J. Visser.
Afwezig met kennisgeving het lid: W.A. Blaauw.
De VOORZITTER opent de vergadering.
32 Notulen van de openbare vergaderingen van 18 en 19
december 1978.
Op voorstel van de heer Visser wordt in de notulen
van de vergadering van 18 december 1978, op bladzij
de 81, rechterkolom, regel 2 van onder, „verkeer"
vervangen door: verkeerd.
De notulen van de vergadering van 18 december 1978
worden, met inachtneming van deze wijziging, zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
Vervolgens wordt op voorstel van de voorzitter beslo
ten de vaststelling van de notulen van de vergadering
van 19 december 1978, die de raadsleden niet tijdig
konden worden toegezonden, aan te houden tot de
volgende vergadering.
33 Ingekomen stukken.
a. Brief d.d. 24 januari 1979 van het Regionaal Sociaal
Werkvoorzieningsschap Amersfoort en Omgeving met
toezending van de eerste wijziging van de begroting
1979 met het voorstel deze stukken voor kennisgeving
aan te nemen.
b. Brief d.d. 30 januari 1979 van het college van bur
gemeester en wethouders van Zierikzee terzake van
huisvesting van de zogenaamde Vietnamese boot
vluchtelingen met voorstel de brief met bijlagen voor
kennisgeving aan te nemen.
c. Brief d.d. 29 januari 1979, nummer 79/21 van het
Gasbedrijf Centraal Nederland inzake de begroting
1979 van het G.C.N., met voorstel deze brief voor
kennisgeving aan te nemen.
Met betrekking tot deze stukken wordt zonder discus
sie en zonder hoofdelijke stemming besloten overeen
komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld.
d. Brief d.d. 16 februari 1979 van de heer M.L.H. Pe
ters te Soest inzake eventuele verkoop van grond nabij
het perceel v.d. Weydenstraat 31, Soest, met voorstel
adressant te berichten conform de ter inzage gelegde
ontwerp-brief.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
De brief van de heer Peters is nogal vrij omvangrijk.
Hij is kennelijk op het allerlaatste moment op de lijst
van ingekomen stukken voor deze vergadering ge
plaatst. Hij lag zaterdag niet bij de stukken en ook ten
tijde van onze fractievergadering van dinsdag jl. hadden
wij de brief nog niet ontvangen. Het is mogelijk dat de
brief vandaag in mijn brievenbus is gedeponeerd, maar
ik heb hem nog niet kunnen inzien. Met het oog daarop
en gezien de hele historie van het hele geval zou mijn
fractie de brief graag tot de volgende vergadering aan
gehouden zien.
De VOORZITTER: Het stuk is nagezonden, dames en
heren. Heeft u het niet allen thuis ontvangen?
De heer EBBERS: Ja, gisteren.
De heer VAN POPPELEN: Ik heb de brief gisteren niet
ontvangen, mevrouw de voorzitter. Het is mogelijk dat
hij vandaag in mijn brievenbus is gekomen, maar dat
weet ik niet.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! De ant
woordbrief heb ik pas gisteren ontvangen. Hij lag gis
teren of eergisteren ter inzage; dus inderdaad rijkelijk
laat. Maar althans de fractievoorzitters hebben van de
heer Peters een uitgebreid stuk gehad en wat onze frac
tie betreft kunnen wij dit punt nu wel behandelen.
Ik ben, zwak uitgedrukt, heel weinig gelukkig met de
antwoordbrief. Het college zegt daarin dat het college
geen onzorgvuldigheid kan worden verweten, dat aan
de zaak ruime aandacht is geschonken en dat er geen
verwachtingen zijn gewekt. Op grond van correspon
dentie die de heer Peters ons heeft toegezonden en
hetgeen hij ons mondeling heeft medegedeeld, dacht
ik dat er toch wel verwachtingen zijn gewekt, zij het
in de mondelinge sfeer. De heer Peters heeft zich tot
gemeentewerken gewend en uit zijn verhaal blijkt,
dat hetgeen hij daar te horen heeft gekregen althans
bij hem zo is overgekomen, dat er weliswaar geen toe
zeggingen zijn gedaan, maar dat er wel een stukje ver
wachting is gewekt. Uit de correspondentie blijkt,
dat het college zich op het standpunt stelt, dat wan
neer er geen formele toezeggingen zijn gedaan door le
den van het college, de burger maar moet begrijpen,
dat wat er overigens is gezegd geen toezegging is.
Maar het systeem werkt zo niet. Ambtenaren moeten
bij het doen van uitspraken de uiterste voorzichtigheid
betrachten. Hun uitspraken worden nl. al gauw als een
toezegging ervaren, scheppen althans verwachtingen.
Dat is kennelijk ook in dit geval gebeurd. Er is in dit
geval misschien geen sprake geweest van een stuk on
zorgvuldigheid van het college, maar ik geloof dat er
toch wel sprake kan zijn van een stuk verwachting dat
bij de heer Peters is gewekt ten aanzien van het stukje
grond dat hij graag in eigendom zou hebben.
Het college stelt zich op het standpunt dat er geen
grond verkocht zou mogen worden. Uit de ter inzage
gelegde stukken blijkt dat er nog een moment sprake
is geweest van een inventarisatie van stukjes grond in
Overhees die eventueel voor verkoop in aanmerking
zouden kunnen komen, maar dat het college een der
gelijke inventarisatie niet nodig vindt. Ik heb eens
rondgekeken in het betrokken gebied. Daarbij heb ik
ook het stukje gezien dat de heer Peters wil kopen. Ik
kan mij voorstellen dat de gemeente niet het gehele
betrokken perceel aan de heer Peters wil afstaan, maar
ik vraag mij in gemoede af wat ertegen is om hem een
paar m2 tegen een normale prijs te verkopen en wat
erop tegen is om te bekijken wat voor perceeltjes nog
meer in aanmerking zouden kunnen komen voor ver
koop als mensen zich met een desbetreffend verzoek
tot de gemeente wenden. Ik zie geen reden om het ver
zoek van de heer Peters af te wijzen.
Het perceeltje in kwestie is de heer Peters in gebruik ge-
37