juni 1980 Ik meen dat het niet goed zal zijn nu een uitspraak te doen over het beleid dat ten aanzien van de bewoners van de nu gekraakte panden zal worden gevoerd. Juridisch gesproken zal dat voor de gemeenteraad ook zeer moeilijk zijn. De eigenaar van de woningen zal moeten uitmaken welk beleid hij wil voeren. Door goed overleg met de eigenaar weten wij hoe hij erover denkt, maar het is het beleid van de eigenaar van de wo ningen uit te maken of hij wel of niet een procedure begint, of andere stappen onderneemt. Ik meen dat de gemeenteraad niet op de stoel van de eigenaar kan gaan zitten. Wat de gewijzigde inzichten inzake de normen voor geluidshinder be treft, moet het mij van het hart dat de twee fracties die door mij het best zijn voorgelicht hierover zijn begonnen. Juist hen heb ik een lijst laten zien met alle resultaten van de metingen over de afgelopen vijf jaar. In februari-maart jl. zijn in Ons Belang opnieuw metingen gedaan, waarbij in het midden van de wijk een Kosten-eenhedengrens van 55 dBA en meer werd geconstateerd. Volgens de nieuwe algemene maatregel van bestuur - deze zal per 1 september a.s. van kracht worden - mag de minister bij 35 Kosten-eenheden en meer ontheffing zonder meer verle nen; bij 45 Kosten-eenheden kan de minister ontheffing verlenen, ge hoord de Kamercommissie, tot 55 Kosten-eenheden. Daarbij zou hij dan echter moeten besluiten dezelfde geluidsisolerende maatregelen te nemen als die welke nu bij Bloemheuvel zijn genomen. Het kan niet omdat Volksgezondheid en Milieuhygiëne en Defensie die f. 2,5 miljoen reeds voor Bloemheuvel op tafel hebben gelegd en niet bereid zijn - uiter aard niet - nu een dergelijk bedrag voor Ons Belang op tafel te leggen. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Dan moet u dat in uw antwoord ook duide lijk stellen, want daar gaat het om! Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERGHet zal best aan mij lig gen, maar soms ga ik twijfelen aan de goede trouw van mensen. Immers juist de mensen wie het direct aangaat, de groep jongerenhuisvesting, is het exact en zwart op wit uitgelegd. Wanneer ook een buitenstaander vragen gaat stellen, ga je wel eens vraagtekens zetten. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Het gaat nu niet om de groep jongerenhuis vesting, maar om de P.S.P., afdeling Soest. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Ik begrijp het allemaal best. Naar mijn mening kunnen wij antwoorden in de zoeven door mij aan geduide geest. Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter. Het wordt duidelijk dat niet in eerste instantie een gewijzigd inzicht inzake de Kosten-eenhe den tot het inzicht heeft geleid dat tot sloop moet worden overgegaan, maar dat het in eerste instantie een kwestie is van geld. De wethouder heeft gezegd dat de twee partijen die bij de bespreking aanwezig zijn geweest beter zouden moeten weten. Ik hoop dat zij zich zal herinneren dat bij die bespreking ook duidelijk is geworden, dat er geïsoleerd moet worden bij 35 Kosten-eenheden voor nieuwbouw, bij 40 tot 65 Kos ten-eenheden voor bestaande bouw, terwijl bekend is dat Soesterberg met 55 Kosten-eenheden te maken heeft en dus een randgeval is. Van een "ver re overschrijding" van de norm is geen sprake. De heer NUIJTENMijnheer de voorzitter. Ik sluit mij nogmaals bij de vorige spreekster aan. Het gaat er niet om wie wel of niet goed zijn in gelicht, maar om het feit dat bepaalde mensen aan het gemeentebestuur vragen stellen, waarop zij antwoord moeten krijgen. Dat antwoord moet bij de vragen passen. Dat is in dit geval niet gebeurd. Met dit antwoord kunnen wij niet akkoord gaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 145