voorgesteld die ruim driemaal zo hoog is als de aanvankelijke huurprijs.
In de commissie voor de financiën en het grondbedrijf is daarop een
aantal vragen gesteld, onder andere betrekking hebbend op openbare in
schrijving.
Er zijn ook vragen gesteld met betrekking tot de weidelijkheid van het
jagen. Deze zaken zijn niet in het voorstel aan de orde gekomen, omdat
de tijd dat niet toeliet, maar deze kwestie hebben wij wel bekeken.
De vraag is gesteld of de financiële aspecten uitsluitend de doorslag
zouden moeten geven of dat er ook andere eisen aan de verpachting zou
den moeten worden gesteld. Verpachting bij openbare inschrijving is
uit financieel oogpunt het aantrekkelijkst, omdat dan het hoogste be
drag wordt ontvangen door de gemeente. Controle op de naleving van de
bepalingen en op de mentaliteit van de jager is dan wat moeilijker.
Bij onderhandse verhuring wordt weliswaar minder geld opgehaald, maar
er is dan wel meer greep op het jachtgebeurenbij de uitgifte van het
jachtterrein kan dan ook worden gekeken naar de mentaliteit van de
jager. Daarbij zij natuurlijk niets gezegd van andere combinaties dan
de Soester JachtcombinatieBij het vragen van de hoogste prijs mag
worden verwacht, dat het terrein zwaar zal worden bejaagd. Bij open
bare inschrijving is het ook mogelijk om te verhuren aan de op één
na hoogste inschrijver, maar dan geldt het vorenstaande evenzeer.
Tot nu toe hebben wij geen klachten gekregen over het bejagen door de
Soester Jachtcombinatie. In de winter worden de dieren door de Soester
Jachtcombinatie bijgevoederdterwijl regelmatig jonge dieren worden
uitgepoot in het jachtgebied. Onze ervaringen met de Soester Jacht
combinatie zijn dan ook uitstekend te noemen. Bij verhuring aan een
andere combinatie zal moeten worden afgewacht hoe de zaken dan verlo
pen.
Wat de weidelijkheid betreft is er sprake van een soort moreel as
pect met betrekking tot het jagen. De gemeente is meer gebaat bij een
jager die weidelijk jaagt, dat wil zeggen bij een jager die niet schiet
op stil zittende hazen of een lopende fazant. De beesten moeten een
kans krijgen. Een jager die weidelijk jaagt, zal minder jachtopbrengst
hebben en het gevolg is dat hij een lagere prijs zal kunnen betalen.
Uit respect voor het weidelijk jagen zal de eigenaar dan ook (in dit
geval de gemeente) genoegen moeten nemen met een lagere huurprijs.
De heer VAN POPPELEN: Mijnheer de voorzitter! Het ware wenselijk ge
weest, wanneer u het betoog dat u nu hebt afgestoken, op een andere
plaats had gehouden, want dan had ik nu niet het woord behoeven te
voeren
Ik wil de zaken op een rijtje zetten. Het verpachten van het jacht-
recht is in december 1979 in de commissie voor de financiën en het
grondbedrijf aan de orde geweest. Ik heb mij toen laten leiden door
het ambtelijk advies en niet door het advies van de politie. De com
missie is, mede gelet wellicht op de grote agenda, akkoord gegaan
met het voorstel. Daarop is het voorstel in onze fractie aan de orde
gekomen. Enkele fractieleden hebben het advies van de politie als
een zwaarwegend argument laten gelden. De politie adviseerde om het
jachtrecht te verhuren voor een bedrag van 20,per hectare in
plaats van voor 2,50 per hectare.
Bovendien stelde de politie het college voor om het jachtrecht niet
onderhands te verhuren aan de Soester Jachtcombinatie, maar om een
openbare inschrijving te doen plaatsvinden. De heer Van Logtenstein
verklaarde zich tegen het voorstel van het college en hij heeft ge
zegd dat de door het college overeengekomen prijs te laag was; hij