juni 1980
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter. Ik stel voorop dat wij niet
met het college van mening verschillen over de noodzaak van een betere
huisvesting voor politie- en gemeente-ambtenaren. Onze bezwaren tegen
het voteren van dit krediet van maar liefst f. 1,1 miljoen, welk bedrag
grotendeels opgaat aan adviseurs en architecten, zijn bekend. Wanneer
in het najaar de financiële consequenties van de "operatie grondbe
drijf" bekend zijn en wij bij de begrotingsbehandeling voor 1981 onze
investeringsruimte en reserves op een rij hebben gezet en ook de bouw
kosten van beide gebouwen, voortvloeiende uit het programma van eisen,
exact weten, zullen wij waarschijnlijk moeten constateren, dat wij een
en ander niet kunnen financieren. Dat zal betekenen dat het overgrote
deel van het voorbereidende werk ten bedrage van ongeveer
f. 500.000,voor niets is verricht en het geld voor niets is uitgege
ven. Wij kunnen ons dat risico niet permitteren. Daarom is ons voorstel
dit voorbereidingskrediet in deze vorm en van deze omvang terug te ne
men en in de eerstvolgende vergadering van de raad - tenslotte is het
een prioriteit - met een deelkrediet van geringere grootte terug te ko
men, zodat met de voorbereiding toch een eerste start kan worden ge
maakt. Wij denken dan bijvoorbeeld aan het maken van een begin met
grondonderzoek en metingen
Op dit moment kan immers met name voor wat het gemeentehuis betreft
niet worden overzien, welke soort van gebouw financieel haalbaar is.
Een gebouw zoals elke gemeente zich dat wenst, met alles erop en eraan?
Op dit moment weten wij dat niet. Of soms een gemeentehuis in de sober
ste uitvoering zonder enkele franje? Of kan het slechts een kantoorge
bouw worden, efficiënt maar sober met de mogelijkheid het representa
tieve gedeelte in een latere fase te ontwerpen en uit te voeren? Wij
weten absoluut niet wat kan, omdat wij op dit moment inzicht in onze
financiële positie volledig missen. Ik denk dat wij dat inzicht over
een aantal maanden wel hebben, wel zullen moeten hebben.
Het zou van lichtzinnig financieel beleid getuigen wanneer architecten
en adviseurs nu al aan het werk worden gezet op een programma van
eisen dat door onze gemeente financieel nooit kan worden gerealiseerd,
indien wij het er allen althans over eens zijn dat wij geen artikel-12-
gemeente wensen te worden. Het lijkt niet onmogelijk dat wij over een
aantal maanden, wanneer wij onze financiële polsstok kennen, aan een
aanzienlijk soberder gemeentehuis zullen moeten denken dan aan het ge
meentehuis dat de beleidsgroep op dit moment voor ogen staat, waardoor
architecten en adviseurs op een te duur spoor worden gezet met alle
verspilling van dien. Het is bepaald niet denkbeeldig dat wij door ge
brek aan voldoende dekkingsmiddelen onze dromen over een fraai en repre
sentatief gemeentehuis zullen moeten verlaten en onze gedachten zullen
moeten laten terugvallen op een efficiënt en sober kantoorgebouw. Wij
kunnen met het voteren van het gevraagde krediet ad f. 1,1 miljoen dan
ook niet akkoord gaan, omdat het risico levensgroot is dat wij tonnen
verspelen aan luchtkastelen, terwijl wij die tonnen hard nodig hebben
voor het neerzetten van realistische gebouwen. Ons voorstel is dat het
college in de volgende raadsvergadering met een deelkrediet terugkomt,
zodat tenminste een eerste start kan worden gemaakt, in afwachting van
de inventarisatie van wat wij eigenlijk kunnen besteden en een daarop
aangepast programma van eisen.
14