juni 1980
beluisterd dat gestreefd wordt naar het realiseren van een efficiënt en
sober gebouw. Verder hebben wij duidelijk vernomen dat het college van
plan is de inspraak goed te gaan organiseren.
Voorts is toegezegd dat de commissie financiën en grondbedrijf regelma
tig op de hoogte zal worden gehouden en een taak voor wat de kredietbe
waking betreft zal krijgen toebedeeld. Daarom vinden wij dat wij van
avond moeten doorgaan en geen steun moeten geven aan het voorstel van
mevrouw Allard. Wanneer bepaalde ontwikkelingen niet goed dreigen te
gaan, vindt immers steeds terugkoppeling plaats. Laten wij starten!
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter. Ik beluister in het ant
woord van de voorzitter de kritiek dat het werken met deelkredieten in
plaats van met een groot krediet vertragend zal kunnen werken. Ik heb
echter de indruk dat juist het grote krediet vertragend zal gaan wer
ken. Wanneer mijn informatie juist is zullen gedeputeerde staten bij de
goedkeuring van dit krediet tegelijkertijd naar een financiële opzet
van de plannen vragen. Het college gaat er zomaar vanuit dat wij een en
ander zullen kunnen financieren. Het gaat voorbij aan de mogelijkheid
dat dat niet mogelijk zou kunnen zijn en dat wij aan het eind van het
jaar zullen moeten constateren dat wij f. 500.000,hebben verspeeld.
Wanneer de plannen worden gerealiseerd, brengen wij de f. 1,1 miljoen
ten laste van de gebouwen die dan gereed komen. Wanneer aan het eind
van het jaar mocht blijken dat dit allemaal niet mogelijk is, ten laste
waarvan brengen wij die f. 500.000,dan?
Het college vindt het een verantwoord beleid met deze plannen door te
gaan, maar wij zijn het daarmee niet eens.
De heer KINGMA: Mijnheer de voorzitter. Om op een goede manier te kun
nen onderbouwen wat wij nodig hebben om beide gebouwen neer te zetten,
is het nodig dit krediet toe te kennen. Wij moeten op een verantwoorde
wijze kunnen zien hoeveel geld wij uitgeven. Vertraging inbouwen bete
kent een extra kostenverhoging. De vraag is of dat wel reëel is. Dan
rijst ook de vraag of men dat nieuwe gemeentehuis eigenlijk wel wil.
Wanneer men het gemeentehuis wil, moet men nu "ja" zeggen. Wil men het
niet, dan moet men "neen" tegen het nu voorgestelde krediet zeggen.
De heer ONDERDELINDENMijnheer de voorzitter. Ik vind het erg jammer
dat de D'66-fractie het geluid laat horen dat zij nu laat horen, omdat
het voor Soest plezierig zou zijn wanneer de raad in zijn geheel achter
dit voorstel zou kunnen staan. Daarmee zou in Utrecht en in Den Haag te
kennen worden gegeven hoe dringend wij om deze gebouwen verlegen zitten.
De VOORZITTER: Dames en heren! Mevrouw Allard heeft gezegd dat gedepu
teerde staten ook naar de totale financiële opzet zullen vragen, alvo
rens zij dit voorbereidingskrediet zullen goedkeuren. Mijn informatie is
dat zij dit goedkeuren om ons een verantwoorde totale opzet mogelijk te
maken. Men moet eerst een voorbereidingskrediet hebben om een goede fi
nanciële opzet te kunnen maken. Ook gedeputeerde staten zien, net als
wijdat wij aan een nieuw gemeentehuis en een nieuw politiebureau
dringend toe zijn. Men kent onze financiële positie in haar geheel na
tuurlijk heel wel. Aan de hand daarvan maken zij voor zichzelf natuur
lijk ook een inschatting van de mogelijkheden. Het is echter niet nood
zakelijk dat wij eerst precies zullen moeten kunnen aangeven hoeveel het
in zijn geheel gaat kosten.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Maar wel hoe wij het denken te financieren.
De VOORZITTER: Dan moet je eerst weten hoeveel het gaat kosten. Andersom
kan het niet. Onze invalshoek is: Wij hebben een gemeentehuis en een po-
18