augustus 1980
De VOORZITTER: Wij begrijpen elkaar goed. Er is heus wel aandacht voor
uw opmerkingen, maar ik vraag mij af of er thans inhoudelijk op die op
merkingen moet worden ingegaan.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter! Het ligt uiteraard in de be
doeling van het college om zorg te dragen voor een goede begeleiding,
een goede voorlichting en tijdig verschaffen van de nodige informatie
aan degenen die bij de inspraak zijn betrokken.
Zoals bij alle zaken zullen wij ook de financiële kant van de inspraak
goed in de gaten moeten houden. In dat verband zal ook bijzondere aan
dacht moeten worden geschonken aan de kwaliteit, want door de kwali
teit van de inspraak kan worden voorkomen dat in een bepaald stadium
van de inspraak financiële aspecten in ons nadeel gaan werken. Er moet
een relatie zijn tussen de financiële aspecten en de kwaliteit van de
inspraak. Uiteraard speelt in dit verband ook de factor tijd een rol.
De heer Visser heeft gezegd dat hij de nota inspraak onder zijn hoofd
kussen zal leggen. Ook wij hebben de nota onder ons hoofdkussen liggen,
maar daarenboven halen wij de nota af en toe onder dat hoofdkussen van
daan; wij zijn voortdurend met deze zaak bezig.
Ik heb kennis genomen van de meningen die naar voren zijn gebracht over
de inspraakfunctionaris. Uiteraard is het van belang dat er in het ka
der van de inspraak een continue begeleiding is. Betrokkene zal onafhan
kelijk moeten zijn. De benoeming van een inspraakfunctionaris zal finan
ciële gevolgen hebben en deze benoeming zal dan ook in het kader van
andere prioriteiten in onze gemeente moeten worden bezien.
Bij nieuwbouwprojecten zal de inspraak zo goed mogelijk worden betrok
ken en daarover zullen aparte stukken verschijnen. Ik meen niet dat het
goed is om nu één speciaal project naar voren te halen. Wij hebben goe
de nota genomen van de gevoelens die daaromtrent leven. Ik meen dat het
goed is om bij ieder nieuwbouwproject de inspraakaspecten speciale aan
dacht te geven; op het geëigende moment zal daarover kunnen worden ge
sproken in de commissie.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot wijziging van de Bez'oldigingsverordening 1971.
Voorstel tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement.
Voorstel tot wijziging van diverse rechtspositieregelingen.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe regeling met betrekking tot
de opslag en verkoop van vuurwerk.
De heer ONDERDELINDEN: Mijnheer de voorzitter! Ik hoop dat de politie
op de naleving van de voorschriften streng zal toezien. Ik denk daarbij
vooral aan het gedurende de verkooptijd opslaan van veel te grote hoe
veelheden vuurwerk onder de toonbank.
De VOORZITTER: Dat is een bekende zaak. Daaraan wordt aandacht besteed.
De heer Onderdelinden kan ervan verzekerd zijn dat dat ook in de komen
de tijd het geval zal zijn.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot verkoop van een perceel grond aan de PUEM, gelegen nabij
de Middelwijkstraat te Soest ten behoeve van de bouw van een trafosta
tion.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aan
genomen
7