augustus 1980
Wethouder HOEKSTRA: Mijnheer de voorzitter! De heer Stam jr. heeft ge
vraagd of hij alvast mocht gaan kijken. Wij hebben gezegd dat hij dat
op eigen risico rustig kon gaan doen.
De heer KINGMA: Akkoord, maar dat maakt op mensen die dat niet weten
soms een rare indruk. Er gebeurt al wat aan dat pand, terwijl het nog
niet officieel is verkocht.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarbij
wordt aangetekend dat de heer Stam niet aan de besluitvorming heeft
deel genomen.
14. Voorstel tot verkoop van de woning Verlengde Talmalaan 21 te Soest aan
de heer A.J.J. Post te Soest.
15. Voorstel tot ruiling van grond nabij de Veenzoom te Soest (bestem
mingsplan Overhees) met de heer W.D. van den Heuvel te Soest.
16. Voorstel tot ruiling van grond nabij de Veenzoom te Soest (bestem
mingsplan Overhees) met de familie Altena, alsmede tot het aangaan
van een overeenkomst van bedrijfsbeëindiging met de heer en mevrouw
Van Drie-Altena te Soest.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
17. Voorstel om het exploitatietekort van het bestemmingsplan "De Gouden
Ploeg" voor rekening van de algemene dienst te nemen.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter! Met dit voorstel gaan wij
niet akkoord. Voor de duidelijkheid wil ik nog wel even opmerken dat
wij wel akkoord gaan met de bouw van de 48 wooneenheden.
In een notitie van 22 mei jl. - genaamd uitgangspunten van het beleid
met betrekking tot eigendommen behorende tot het gemeentelijk grondbe
drijf welke niet in exploitatie kunnen worden genomen - wordt onzes in
ziens terecht gesteld dat de reserves van het grondbedrijf bestemd zijn
om eventuele tekorten van bestemmingsplannen die in exploitatie worden
genomen, te dekken. In dit geval gaat het om zo'n exploitatietekort en
niet om afwaardering of het bijschrijven van rente of het niet in ex
ploitatie nemen. Daarom moet het voorlopige tekort van f. 763.340,--
naar onze mening ten laste van de reserves van het grondbedrijf worden
gebracht.
Het college meent dat het voorlopige tekort ten laste van de algemene
dienst moet worden gebracht. Als argument wordt gehanteerd: Wanneer de
weg waarvoor de grond aanvankelijk was aangekocht, was gerealiseerd,
zou de algemene dienst zijn belast. Van dit argument zijn wij op zijn
zachtst gezegd niet onder de indruk. Zo kan ik er zelf ook nog wel een
paar bedenken. Het gaat hier duidelijk om een exploitatietekort en dat
exploitatietekort moet dus ten laste worden gebracht van het grondbe
drijf, waarvoor die reserves tenslotte zijn gekweekt.
De heer BOLHUIS: Mijnheer de voorzitter! Ik kan de gedachtengang van
mevrouw Allard wel volgen, maar naar mijn smaak zijn er helemaal geen
reserves van het grondbedrijf meer aanwezig. Wanneer wij zouden afboe
ken wat de werkelijke waarde is tegenover de boekwaarde die is opge
voerd, moet ik nog zien of er reserves van het grondbedrijf zijn. In
die gedachtengang ga ik akkoord met de door het college voorgestelde af
boeking
De VOORZITTER: Dames en heren! Het is duidelijk dat er verschillende
meningen mogelijk zijn. Dat is ook in de commissie gezegd. In de com
missie is ook gezegd dat het college van deze zaak geen halszaak wil
maken. Er moet worden gekozen tussen één van de twee mogelijkheden.
9