september 1980
dat het voor het eerst is dat de raad een beslissing erover moet ne
men, vanwege de eisen van het ministerie. Het zou heel goed zijn wan
neer deze zaak volgende keer in de commissie zou worden besproken.
Ik heb begrepen dat de ingevulde lijst eigenlijk al vóór 1 september
(daar zijn wij nu al een aantal dagen overheen) naar het ministerie
had moeten worden gestuurd. Ik begrijp dan ook best dat deze brief
niet kan worden aangehouden.
Wethouder MENNEMijnheer de voorzitter! Wanneer men de lijst ziet,
denkt men inderdaad: "Hé, wat is er aan de hand?" Er is sprake van
een jaarlijkse enquete. De bedoeling daarvan is dat het ministerie
zoveel mogelijk en zo goed mogelijk rekening kan houden met hetgeen
er wordt gebouwd en met hetgeen waarvoor al dan niet een rijksbijdrage
moet worden gereserveerd. De op deze lijst ingevulde getallen willen
nog helemaal niets zeggen. Ik heb speciaal een afschrift van de lijst
meegenomen, omdat ik daarover vragen verwachtte. Op die lijst staat
al: "eventuele correcties hieronder aangeven". Elk jaar worden de ge
tallen opnieuw aan het rijk verstrekt. De getallen van vorig jaar
zijn verstrekt aan het rijk. Die getallen kunnen intussen zijn veran
derd; dat begrijpt het rijk ook wel. De getallen zijn slechts indica
ties van de hoeveelheden woningen die voor een bepaald plan, dat de
raad te zijner tijd zal worden voorgelegd, zijn gepland. De differen
tiatie per plan wordt zoveel mogelijk afgestemd met de methode die in
de laatste vergadering van de commissie voor ruimtelijke ordening,
volkshuisvesting, economische aangelegenheden en milieuhygiëne is
toegelicht naar aanleiding van de verdeling van allerlei soorten wo
ningen in de bestemmingsplannen Overhees III en Overhees IV. Intussen
is de differentiatie iets gewijzigd. In het onderhavige geval zijn de
meest actuele getallen van elk plan opgestuurd.
De enquetegegevens moeten jaarlijks vóór 1 september worden opge
stuurd. Wij hebben dat ook gedaan. Men heeft kunnen zien dat wij de
lijsten pas in juli toegestuurd hebben gekregen. Wij hebben de lijsten
dan ook opgestuurd met de clausule dat, indien de raad niet akkoord
zou gaan, wij dat zouden laten weten, zodat zij alsnog kunnen worden
veranderd
De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Het is ons wel duidelijk dat
er sprake is van de meest actuele getallen. Voor ons blijft er echter
een vraag over. Wanneer het college weet dat deze enquete elk jaar
wordt gehouden, waarom worden dan de getallen niet aan een of andere
commissie voorgelegd, ook als de lijsten nog niet binnen zijn, zodat
er getallen kunnen worden ingevuld waar de raad achter staat? Ik neem
aan dat de raad vanavond wel akkoord zal gaan met de verstrekte getal
len, maar indien dat niet het geval is, kan het college in de brief
naar Den Haag in ieder geval vermelden dat onze fractie niet zo geluk
kig is met deze getallen.
De VOORZITTER: Wij zullen dat op het formulier invullen!
De heer KINGMA: Ik mis nog de toezegging van de wethouder om deze zaak
een volgende keer van tevoren in de commissie te bespreken.
Wethouder MENNE: Ik ben er best toe bereid de getallen volgende keer
in de commissie ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economische
aangelegenheden en milieuhygiëne te bespreken.
Met betrekking tot het ingekomen stuk wordt zonder hoofdelijke stem
ming besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld.