oktober 1980
en met 14 oktober wordt de avondverlichting een half uur na zonsonder
gang ingeschakeld en vanaf 15 oktober tot en met 31 december wordt de
avondverlichting een kwartier na zonsondergang ingeschakeld. Ik had
gedacht dat ik mevrouw Blommers nu kon antwoorden: Gisteravond heeft
u gemerkt, dat de avondverlichting weer een kwartier na zonsondergang
is ingeschakeld. Het spijt mij verschrikkelijk, dat ik nu niet aldus
kan antwoorden, want het is gisteravond niet gebeurd en het is van
avond ook niet gebeurd. Op hetgeen er nu wel gebeurt kom ik bij de
beantwoording van de laatste vraag van mevrouw Blommers terug.
De tweede vraag van mevrouw Blommers luidt aldus
"Is het het College bekend dat de verlichting van de trappenhuizen
van de flats aan de Smitsweg gekoppeld is aan de straatverlich
ting?"
Deze koppeling bestaat niet alleen aan de Smitsweg, maar op vele
plaatsen, onder andere in het gehele Smitsveen. De eigenaars van de
trappenhuizen hebben de verlichting ervan aan de straatverlichting
gekoppeld, omdat dat voordelig is. Zij behoeven dat overigens natuur
lijk helemaal niet te doen. Iedere eigenaar van een te verlichten
trappenhuis kan de lichten ontsteken wanneer hij wil als hij een des
betreffende eigen klok aanbrengt. Ik wil niet zeggen dat de huidige
situatie niet lastig is. Toen ik eergisteravond thuiskwam, kon ik het
sleutelgat niet vinden en ik heb toen gewacht totdat de verlichting
aanging. Dat was natuurlijk een beetje dom, want ik had beter op de
bel kunnen drukken.
De derde vraag van mevrouw Blommers luidt als volgt:
"Is het College met ons van mening dat de geva'arlijke situatie die
hierdoor ontstaat zo spoedig mogelijk verholpen dient te worden?
Welke maatregelen denkt het College hiertoe dan te treffen?"
Toen de zoëven door mij aangegeven regeling per 1 januari jl. inging,
hebben wij daarover in het college dadelijk vergaderd, want wij hadden
zelf ook een besparingsproject (dat komt in december a.s. in de raad
aan de orde als de energienota hier komt; daarom ga ik er nu niet al
te uitgebreid op in) en aan de PUEM een voorstel gedaan inzake energie
besparing bij de straatverlichting. Wij hadden niet uitgevonden dat je
de straatverlichting ook een half uur na zonsondergang kon ontsteken.
Toen de PUEM met het voorstel kwam om gedurende een half jaar de ver
lichting een kwartier na zonsondergang te ontsteken, heeft het college
een bezwaar daartegen ingediend bij de PUEM. Daarop is in maart een
gesprek met de PUEM gevolgd. Toen bleek dat uit de provincie Utrecht
van alle gemeenten die geen eigen schakeling hebben, er bij de PUEM
maar één brief met bezwaren was binnengekomen, en wel van Soest. Wij
hebben het gesprek toen in alle hoffelijkheid gevoerd, waarbij wij
hebben gezegd: Wij zullen het dan maar aanzien voor dit jaar, maar
wij vrezen dat het fout zal gaan.
Wij zullen morgenochtend onmiddellijk de PUEM bellen met de bood
schap dat zij is vergeten dat het 14 oktober is geweest. Verder wil ik
in een brief aan de PUEM schrijven, dat het per 15 oktober doen ingaan
van de winterregeling wel wat aan de late kant is. Ik geloof dat het
beter kan worden gedaan tegelijk met de tijdswisselingdus eind sep
tember.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mijnheer de voorzitter! Ik kan aannemen dat
wij door de bezuiniging ten aanzien van de straatverlichting natuur
lijk belangrijk minder energie verbruikt hebben. Weet het college of