oktober 1980
ging van 9% voor de eerste hond en van 82% voor de tweede hond en vol
gende honden te willen overgaan. Blijkt uit onze administratie inder
daad, dat de sterke toename van honden is gelegen in het feit dat met
name het houden van meer dan één hond per gezin is toegenomen? Of
wordt er in meer gezinnen een hond gehouden? Deze informatie moet je
hebben, wil je de juiste hond extra belasten.
Wij zijn van mening dat met alleen deze verhoging het doel, te weten
het terugdringen van het aantal honden, niet zal worden bereikt. Zal
een en ander geen totaal ander effect krijgen, niet een vermindering
van het aantal honden, maar een niet meer opgeven van en dus niet meer
betalen voor tweede en meerdere honden? Op papier zou het dan kunnen
lijken
De heer EBBERS: Hebben we dit verhaal in de commissie financiën en
grondbedrijf ook gehoord?
Mevrouw ALLARD-KNOL: U misschien, mijnheer Ebbers, maar niet van mij.
De heer EBBERS: Juist daarom.
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitter. Op papier zou het dan
kunnen lijken of de maatregel van belastingverhoging doeltreffend is
geweest: minder aangiften, dus minder honden. Maar in de praktijk lo
pen er dan nog evenveel honden rond. Men zal dus niet de honden af
schaffen omdat de belasting zo hoog is geworden, maar men zal eerder
ze niet meer aangeven. Daarom lijkt het ons, als alleen wordt beoogd
regulerend op te treden en het niet maken van meer inkomstendat an
dere maatregelen meer voor de hand liggen, zoals:
- scherper toezien op naleving van artikel 60 van onze AVS
- overtredingen sneller en fors beboeten en
- borden plaatsen daar waar honden onaangelijnd uitgelaten mogen wor
den en meer controle daar waar dat niet mag.
Het is ons bekend dat voor deze belastingverhoging met meer dan 5%
geen vooroverleg met het ministerie van binnenlandse zaken nodig is.
Echter, het is niet zo, dat wij als gemeente onze gang maar kunnen
gaan. Als het ministerie van binnenlandse zaken deze verordening
straks ter goedkeuring krijgt voorgelegd, zou het ons niet verbazen
als men met de 82% verhoging niet akkoord zou gaan, dit mede gezien in
het kader van de beheersing van overheidsbelastingenHiermede wil ik
bepaald niet zeggen dat als economische zaken of binnenlandse zaken
met extra verhogingen akkoord gaat, je dat als raad dan ook moet doen.
Kortom, wij zijn van mening dat door middel van belastingverhoging al
leen het doel, het willen terugdringen van het houden van meer dan één
hond per gezin, niet bereikt zal worden en gaan met het voorstel zoals
het nu voor ons ligt, niet zo maar akkoord.
De VOORZITTER: Ik was het eigenlijk toch wel eens met de strekking van
de opmerking van de heer Ebbers. Ik vind dat een dergelijke bespreking
van een onderdeel van een raadsvoorstel in de commissie financiën en
grondbedrijf behoort te gebeuren. Natuurlijk heeft u de vrijheid en
mag u altijd zeggen, dat u in de raad nog opnieuw, wederom enz., over
zaken kunt spreken. Maar het bevordert niet de vlotheid van vergade
ren in deze raad en ik vind toch wel dat ik hierop even moet wijzen.
U heeft het recht om het te zeggen, dat ontneem ik u niet, maar ik zou
wel graag zien dat, als het nodig is dat er iets gedetailleerder op
zaken wordt ingegaan, dat in de commissie financiën en grondbedrijf
gebeurt.
18