oktober 1980 Mevrouw ALLARD-KNOL: U moet het mij niet kwalijk nemen, mijnheer de voorzitter, maar hier moet ik op reageren. De VOORZITTER: Dat mag. Mevrouw ALLARD-KNOL: Het is niet onze gewoonte. Het is juist een D166-gewoonte om in commissies alles door te praten en in de raads vergadering ons te beperken tot hoofdzaken. De VOORZITTER: O.K. Mevrouw ALLARD-KNOL: Als ik in een commissie heb geadviseerd namens onze fractie en in een uitzonderingsgeval achteraf in de fractie blijkt, dat daar andere argumenten zijn, waar de meerderheid van de fractie achter staat, dan vind ik het juist om de zaak in de raads vergadering opnieuw aan de orde te stellen. De VOORZITTER: Ik begrijp uw verontwaardiging niet helemaal, mevrouw Allard, want ik heb u gezegd dat u alle recht heeft om dit in de raad te zeggen. Er is niemand die u het woord ontneemt. Integendeel. Maar goed, ik begrijp dat u graag dit punt nog eens uitvoerig aan de orde wilt hebben in deze raad. Ik wil u eenvoudig het volgende zeggen. Naar mij bekend is, is het in Nederland op het ogenblik zo, dat onge veer één op de vijf huizen een hond heeft en dat van de huizen die een hond hebben, ongeveer één op de vijf ook een tweede hond of meer honden heeft. Zo zal het ongetwijfeld ook in Soest zijn. U weet pre cies waar het om gaat, dat heeft u ook gezegd. De kwestie van de ver vuiling is de zaak. Dames en heren. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Allard dat als de tweede honden zo zwaar worden belast als wij nu voorstel len, de desbetreffende eigenaars hun tweede honden niet meer zullen aangeven, kan ik zeggen, dat in heel veel gemeenten in Nederland, ook gemeenten waarin er D'66'ers in de raad zitten, de tweede honden op deze wijze worden belast en dat wij dus helemaal niets unieks doen. Het is een vrij normale zaak dat tweede honden zwaarder worden be last Ik vind dat heel duidelijk moet worden gezegd, dat het toch ook wel een sein aan de hondenbezitters is dat zij zich in hun hobby enigs zins moeten beperken. Uiteraard is er de vrijheid om een hond te heb ben en om meerdere honden te hebben en die vrijheid moet blijven be staan in ons vrije land, maar het is toch ook wel zo, dat je rekening moet houden met de vervuiling die een en ander teweeg brengt en wij hopen dat op deze wijze dat aan de mensen duidelijk wordt gemaakt. Ik meen dat de commissie financiën en grondbedrijf zich ook met dit voorstel kon verenigen en ik neem aan, dat de raad dat nu ook doet. Mevrouw ALLARD-KNOL: Mijnheer de voorzitterI Het ging ons erom op welke argumenten je de grote verhoging ten aanzien van de tweede hon den baseert. Dan kun je wijzen op een bepaalde landelijke situatie. Dat wil dan nog niet zeggen, dat de situatie in Soest ook zo is. Het kan hier anders zijn. Onze fractie had graag een beter omschreven voorstel gezien, een voorstel waarin was gezegd: Op grond van die en die dingen moet de belasting ten aanzien van tweede honden zo dras tisch worden verhoogd. Nu zo'n voorstel niet gedaan is, moet ik zeg gen dat onze fractie tegen de door het college voorgestelde belasting verhoging is Het voorstel wordt, met inachtneming van het met betrekking tot de reinigingsrechten aangenomen wijzigingsvoorstel van mevrouw Van Gel- der-Cornelissen, zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarbij op 19

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 216