december 1980
Wij hopen dat deze punten bij de evaluatie en de verdere planning mee
genomen kunnen worden. Voor het overige nemen wij het voorstel graag
aan.
De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter; Vorige week dinsdag, 9 decem
ber, heb ik in de financiële commissie nog eens nadrukkelijk gesteld:
Heb ik het goed begrepen, dat de commissie welzijnsplanning in een
brief heeft gereageerd op het welzijnsplan 1981-1984? Ik kreeg toen
als antwoord van de wethouder van welzijnszaken, dat de bewuste brief
ons zou worden toegestuurd. Dat is niet gebeurd.
De VOORZITTER: Even ter correctie: er is toen gezegd (dat weet ik ze
ker, want ik was er zelf bij), dat die brief ter inzage zou worden
gelegd. En dat is volgens mij gebeurd.
De heer VISSER: Hij zou worden toegestuurd.
De VOORZITTER: Mijnheer Visser, u hebt het weer verkeerd.
De heer VISSER: En de brief is ook niet ter inzage gelegd.
De VOORZITTER: Het gaat er om of is gezegd dat hij zou worden toege
stuurd. Daarvan zeg ik dat dat niet zo is.
De heer VISSER: De wethouder heeft letterlijk gezegd, dat met de an
dere stukken de brief zou worden toegestuurd. Dat staat ook letterlijk
in de notulen van de vergadering van de financiële commissie, die wij
van de week hebben ontvangen.
De VOORZITTER: Nou, die zullen wij er dan eens op laten naslaan.
Mevrouw ALLARD-KNOL: In die notulen staat: "De heer Visser vraagt naar
het advies van de commisa.e welzijnsplanning, dat uitgebracht is na
verzending van het beleidsvoornemen. Mevrouw Van Stiphout antwoordt
dat dit advies nog zal worden nagezonden."
De VOORZITTER: Dan hebt u toch gelijk.
De heer VISSER: De brief heeft echter ook niet ter inzage gelegen.
In de overigens zeer interessante brief, die ik toch in mijn bezit
heb
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Oh, gelukkig!
De heer VISSER: Jazeker gelukkig, want het is een zeer waardevolle
brief.
In deze brief van de commissie welzijnsplanning - die gedateerd is
11 november en die dus gemakkelijk in de diverse commissievergaderin
gen aanwezig had kunnen zijn om bij de besprekingen te worden betrok
ken - staat exact wat ook ik denk, nl. dat het college voor zichzelf
geen beleidsuitgangspunten terzake welzijn heeft geformuleerd (ik ci
teer letterlijk)Verder stelt de commissie dat uit niets blijkt dat
het college zich juist uitgedaagd voelt om naar de kwaliteit van het
bestaan te kijken (wat niet altijd geld hoeft te kosten)Net als wij
verwacht de commissie van het gemeentebestuur een creatief beleid.
Aanbevelingen die allang door het AWOS en de gemeenteraad zijn over
genomen, worden teruggedraaid naar AF en moeten weer wachten op een
intentie-uitspraak
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENKan de heer Visser hierbij voorbeel
den noemen? Dan wordt het voor iedereen duidelijk.
De heer VISSER: Ik kan het inderdaad met voorbeelden staven. Het staat
ergens in de stukken. Wij hebben echter te maken met zo'n chaos van
stukken, dat ik dan even moet zoeken. Maar ik kom er verder in mijn
verhaal nog wel op terug.
Verder neemt het college - ondanks het excuus van geen geld te heb
ben - aanbevelingen over die niet vanuit de commissie en/of het AWOS
zijn aangedragen.