december 1980 ogenblik op vrijwilligerswerk. De vrijwilligers kunnen vaak nergens met hun problemen naartoe. Men is wel welwillend tegenover hen, maar machtsmiddelen ontbreken. Het is voor hen onduidelijk wie voor het welzijn van de buitenlanders verantwoordelijk is. Men ondervindt weerstand, hetgeen het werk vaak onmogelijk maakt. Ik vat hiermede sa men hoe de dingen vooral bij de stichting Werkgroep Buitenlandse Werknemers leven. Een samenwerkingsverband, waarin naast diverse dis ciplines ook vertegenwoordigers van de minderheidsgroepen elkaar moe ten treffen, wordt als zeer urgent ervaren. De tijd dringt. Meerdere gemeenten kennen al zoiets. Ik denk met name aan Delft, waarmede de werkgroep politieke scholing buitenlandse werknemers onlangs contact heeft gehad. Maar de doorslag geeft voor ons een passage uit het ver slag van een op 4 november plaats gevonden gesprek van de commissie welzijnsplanning met uw college. Ik citeer de wethouder letterlijk: "Het is juist dat bepaalde punten niet vooruit te schuiven zijn. Dit geldt met name voor de buitenlandse werknemers. Vandaar dat de post voor sociaal-culturele activiteiten opgetrokken is van f. 10.000,naar f. 30.000,voor de kosten van het gedachte samenwerkingsverband.11 Deze tekst doet de deur dicht. Het geld is er dus. Het is dan ook on begrijpelijk dat dit samenwerkingsverband niet opgenomen is in de ru briek "noodzakelijk". Het valt ons op dat met name de in het ontwerp-besluit voorkomende punten 10 (jeugdzorg), 13, 14 en 15 (maatschappelijke dienstverle ning) alles te maken hebben met het samenwerkingsverband. Ze worden door de vrijwilligers echter een beetje beschouwd als zoethoudertjes, als niet snel het door ons voorgestane platform gerealiseerd wordt. Daarom wil ik graag de volgende motie indienen, die mede is onderte kend door mevrouw Tomassen-Holsheimer en de heer Nuijten: "De raad van de gemeente Soest gelezen het voorstel van B W terzake het welzijnsplan 1981 - 1984 overwegende dat - er steeds meer signalen komen over problemen als gevolg van het aanwezig zijn van minderheidsgroepen in de gemeente, - verschillende groepen (een deel van) hun activiteiten richten op minderheidsgroepen, welke elkaar deels overlappen, - het wenselijk is een goed beeld te krijgen, omtrent al datgene dat t.b.v. minderheden en hun omgeving gedaan moet worden opdat een geïntegreerd beleid ontwikkeld kan worden, - voorts een coördinatie en goede afstemming op elkaar van de activiteiten t.b.v. de minderheidsgroepen wenselijk is, verzoekt het college te bevorderen, dat op de meest korte tijd een samenwerkingsver band zal worden ingesteld en daaromtrent uiterlijk in maart 1981 voorstellen aan de raad te doen." De heer KINGMA: Mijnheer de voorzitter! Alle begin is moeilijk. Dat geldt ook voor de commissie welzijnsplanning, die slechts een korte tijd beschikbaar heeft gehad om te proberen zo goed mogelijk te func tioneren. Die tijd was daarvoor eigenlijk te kort, denk ik. De komende jaren zullen moeten leren hoe het wat dit betreft zal gaan. In dit verband heb ik er behoefte aan een aantal kritische kanttekeningen te plaatsen. Wij zouden graag zien dat daarmee in het komende jaar na drukkelijk rekening wordt gehouden.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 235