december 1980
en educatie" ook nog wat mogelijkheden - om in eerste instantie bepaal
de activiteiten apart te subsidiëren. Dat is ook in het verleden wel
gebeurd. In het blad dat gisteren in de bus is gerold, heb ik zelfs
gelezen dat het college recent heeft besloten ook de activiteiten op
20 december te subsidiëren. In het blad wordt het college nl. dank ge
bracht voor de verleende subsidie.
Gezien het feit dat in het verleden Soesterbergs Belang deel heeft ge
nomen aan de wijkraadsverkiezingen, ben ik bovendien van mening dat
het hier gaat om een politieke instelling. Soesterbergs Belang neemt
tevens deel aan het SOMS, waaraan ook de politieke partijen deelnemen.
Op grond van een en ander blijf ik tegen punt 2 van het hoofdstuk
"Cultuur en educatie".
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERGMijnheer de voorzitter!
Het is duidelijk dat het voor een groep burgers die zich met planning
bezig houdt, geen prettige zaak is als in het eerste jaar van de
werkzaamheden zodanige financiële problemen ontstaan, dat wij als
college samen met de financiële commissie tot de conclusie zijn moeten
komen dat wij voor 1981 een rompbegroting moeten indienen. De discus
sie daarover met de commissie welzijnsplanning is ook erg moeilijk ge
weest. Er is opgemerkt dat wij de commissie welzijnsplanning in een
voortijdig stadium hadden moeten mededelen welke financiële conse
quenties een en ander voor het welzijnsplan zou hebben. Ik moge er dan
op wijzen dat de commissie welzijnsplanning haar werkzaamheden in
september heeft afgerond, terwijl wij pas in september/oktober de dis
cussie met de financiële commissie hadden. Het lijkt mij dan fysiek
haast onmogelijk om van te voren te doen weten hoe de zaak er finan
cieel precies voorstaat.
Mevrouw Blommers heeft opgemerkt - en daarbij is zij gesteund door de
heer Kingma - dat het waarschijnlijk een betere zaak zou zijn om de
gebruikers en leden inspraak te geven met betrekking tot de instellin
gen waarvan zij gebruik maken, nu blijkt dat zo weinig burgers inspraak
avonden benutten. Ik denk dat wij dat graag met mevrouw Blommers eens
zouden zijn. Maar zij weet waarschijnlijk met ons, welk een discussie
de Tweede Kamer het afgelopen halfjaar heeft gevoerd over de voor
waarden met betrekking tot de bestuursstructuur waaronder instellingen
gesubsidieerd zullen worden. De minister heeft de Tweede Kamer laten
weten dat zij bij de behandeling van de kaderwet zal terugkomen op de
standpunten die in de kamercommissies zijn ingenomen. Verleden week
heeft de minister doen weten dat de kaderwet in behandeling zal worden
genomen vóór de Tweede-Kamerverkiezingen. Ik geloof dat wij als ge
meentebestuur niet veel mogelijkheden hebben om zo ingrijpend als me
vrouw Blommers bedoelt ten opzichte van verenigingen en instellingen
op te treden als wij daarbij niet gedekt worden door wettelijke moge
lijkheden
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat wij twee mogelijkheden kunnen kie
zen om de heer Visser een antwoord te geven. Wij kunnen de heer Visser
heel zakelijk een antwoord geven op de opmerkingen die hij gemaakt
heeft. En wij kunnen hem ook beantwoorden, zoals hij in dit geval
eigenlijk beantwoord behoort te worden. De heer Visser legt klachten
op tafel, waarvan ik vind dat wij ze eigenlijk moeten retourneren. Ik
vind het nl. onaanvaardbaar dat de heer Visser de moed heeft om hier
in een openbare vergadering te stellen, dat instellingen die zich met
hulp aan buitenlandse werknemers bezighouden ontevreden zijn over het
overleg dat wij hebben en dat het college te weinig werk maakt van de
12