december 1980
verkregen. Ik wil dan ook zonder meer toezeggen, dat wij willen na
gaan welke subsidiemogelijkheden er zijn voor de plannetjes zoals die
nu ter tafel liggen.
De heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter! Ook met betrekking tot
hoofdstuk XI (Jeugdzaken), punt 1 van de kolom "noodzakelijk", hebben
wij een voorstel ingediend, nl. om daar in te voegen de woorden "of
en zo ja". Daarop is nog geen antwoord gekomen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG: Dat is de oude formule
ring. Daar hebben wij geen enkel probleem mee.
De VOORZITTER: Daar hebt u dus "akkoord" op, mijnheer Verheus.
De heer VERHEUS: Evenmin is er een antwoord gekomen op ons voorstel
om de redactie van punt 4 in de kolom "noodzakelijk" van hoofdstuk
XI enigszins te wijzigen.
Dat de door ons voorgestelde woorden "zo mogelijk" met betrekking
tot het verlenen van medewerking bij het overwinnen van de startpro
blemen van De Borg worden vervangen door "eventueel", is voor ons geen
punt. Het betekent mijns inziens hetzelfde.
Wat betreft de medewerking ingevolge artikel 72 van de Lager-onder-
wijswet c.q. artikel 50 van de Kleuteronderwijswet, zegt de wethouder
dat "Vernieuwing van het schoolmeubilair" in de rubriek "noodzake
lijk" moet worden gehandhaafd. Ik kan het echt niet anders zien dan
dat deze vermelding volmaakt overbodig is. De wethouder zegt: Als met
betrekking tot het openbaar onderwijs voorzieningen dienen te worden
getroffen, moeten wij aan de hand van het beleidsplan een uitgangs
punt hebben om die voorzieningen te treffen. Dan kunnen wij echter
ook nog vele andere zaken in de driedeling opnemen.
Ten aanzien van het in de kolom "noodzakelijk" voorkomende punt 6 van
hoofdstuk X (trendmatige verhoging van het fonds kunstaankopen) is
zojuist bij de behandeling van het welzijnsplan afgesproken, dat deze
zaak bij de begroting nader bekeken zou worden. Die afspraak zouden
wij willen handhaven. Op grond daarvan menen wij dat dit punt niet zo
expliciet in de driedeling moet worden opgenomen, maar dat de zaak
van jaar tot jaar bij de begroting bekeken moet worden.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENMijnheer de voorzitter! Mijn voorstel
om de in hoofdstuk XII voorkomende atletiekaccommodatie van de ru
briek "noodzakelijk" naar de rubriek "zeer gewenst" over te brengen,
is door wethouder Plomp terugverwezen naar de raad. Ik zou graag wil
len weten hoe de besluitvorming met betrekking tot alle andere uit de
raad gekomen voorstellen plaats vindt. Het is volkomen onduidelijk
wat er nu precies besloten is.
De VOORZITTER: Mag ik u even onderbreken? Wij zijn nog niet toe aan
de stemmingen en dat soort zaken. Wij zijn bezig met de bespreking van
dit agendapunt.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Uitstekend.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mijnheer de voorzitter! Het staat mij bij dat
wij met betrekking tot de atletiek hebben besloten tot het aanbrengen
van een bepaalde voorziening (voor minder dan een miljoen)en daar
was de kous voorlopig mee af. Kunt u nog even releveren, hoe dat pre
cies is gegaan?
De heer VAN POPPELENMijnheer de voorzitter! De kwestie \an de atle
tiekbaan wordt al jaren op sleeptouw gehouden. Blijkens de krant
heeft deze week een vergadering plaats gevonden, waarin duidelijk ge
sproken is over de situering. Wijlen wethouder De Haan heeft al jaren
29