februari 1980
dat we toch wel met een rare zaak bezig zijn. Ik ga er niet dieper op in,
omdat er ook persoonlijke zaken in het geding zijn en ik ervoor pas om
daarop op deze plaats in te gaan. Maar ik heb ernstige bezwaren tegen de
wijze waarop er nu te werk wordt gegaan. Ter voorkoming van misverstan
den wil ik opmerken dat ik er geen bezwaar tegen heb, dat de heer Van
den Deijssel de onderhavige woning mag kopen, maar ik heb wel bezwaar
tegen het voorstel zoals het hier nu voorligt. Ik had veel en veel liever
gezien dat het college was gekomen met een voorstel om aan de heer Van
den Deijssel de woning met 880 m2 grond terug te verkopen tegen een be
langrijk lagere prijs dan die welke in het nu aan de orde zijnde voorstel
staat; dat wil zeggen: in overeenstemming met hetgeen door de taxatiecom
missie is uitgebracht. Het college wil nu, dat er een zeer grote opper
vlakte grond tegen een zeer laag bedrag aan de heer Van den Deijssel wordt
terugverkocht. Bij de door mij voorgestane gang van zaken zou de heer Van
den Deijssel aan zijn trekken komen in die zin, dat hij de woning met een
grote tuin mag terugkopen. Ik denk dat de dan resterende grond eigendom
van de gemeente moet blijven. Anders komen we straks wanneer we andere
gronden moeten kopen, beslist voor moeilijkheden te staan.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mijnheer de voorzitter.' Als de CDA-fractie of een
gedeelte daarvan na fractieberaad bepaalde indringende punten naar voren
had willen brengen, was de juiste weg geweest om dat schriftelijk of tele
fonisch ter kennis te brengen van de commissie financiën en grondbedrijf.
Dan had er desnoods vóór deze raadsvergadering nog een commissievergade
ring over kunnen plaatshebben. Op dit ogenblik zal ik voor het voorstel
van het college stemmen, omdat ik vind, dat aldus de juiste procedure
wordt gevolgd.
Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 23 tegen 3
stemmen.
Voor stemmen de leden: StorimansVan den Brakel, Menne, Onderdelinden,
mevrouw Van Stiphout-Croonenberg, mevrouw Tomassen-Holsheimermevrouw
Korthuis-Elion, Goote, Jonker, Nuijten, mevrouw Van Gelder-Cornelissen,
Visser, Plomp, Gerth, Beijen, mevrouw Blommers-Biezenomevrouw Greef-
horst-van Overdam, EbbersBolhuis, mevrouw Allard-Knol, Hoekstra, Van
Logtenstein en Verheus.
Tegen stemmen de leden: Oldenboom, Stam en Van Poppelen.
Voorstel tot het onderzoeken van de geloofsbrieven van de heer F. Kingma.
De VOORZITTER benoemt mevrouw Blommers-Biezeno, mevrouw Greefhorst-van
Overdam en mevrouw Allard-Knol tot leden van de commissie tot onderzoek
van de geloofsbrieven en schorst de vergadering, ten einde de commissie
in de gelegenheid te stellen haar werkzaamheden te verrichten.
Wanneer de vergadering is heropend, deelt mevrouw BLOMMERS-BIEZENO mede,
dat de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven de geloofsbrieven
van de heer Kingma heeft onderzocht en in orde bevonden en derhalve de
raad adviseert de heer Kingma toe te laten als lid van de raad.
Hierna wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het advies van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven
besloten.
De VOORZITTER dankt de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven voor
de verrichte werkzaamheden en ontbindt haar.
Daarop spreekt hij als volgt:
Dames en heren! We zijn nu door de agenda heen. Ik herinner u eraan, dat
ik met betrekking tot ingekomen stuk i eerder op deze avond heb aange
kondigd, dat ik op dit moment zou terugkomen op de mededeling van de
heer Goote dat hij per 1 maart a.s. ontslag neemt als lid van de gemeen
teraad van Soest.