februari 1980
De heer GOOTE: Mijnheer de voorzitter! Ik zou graag in het kort nog iets
willen zeggen - in het kort, omdat uitvaartredes niet mijn specialiteit
zijn.
Ik dank u van harte voor uw vriendelijke woorden en voor het geschenk.
In mijn ontslagbrief heb ik de redenen voor mijn vertrek uit de raad
aangegeven. Ze zijn van persoonlijke aard. Als je op een gegeven moment
merkt dat een aantal zaken toch een zodanig grote belasting geeft, dat
je het raadswerk niet meer optimaal kunt doen, moet je een keuze maken.
Mijn keuze is geweest het nemen van ontslag als raadslid. Ik kan u ver
zekeren, dat dat bepaald geen gemakkelijke keuze is geweest. Want het
is zo, dat je als raadslid gaat hechten aan het raadslidmaatschap en
het is bovendien zo, dat je als zodanig door de kiezers bent gekozen
voor een periode van vier jaar en wel goede redenen moet hebben wanneer
je eerder dan na het verstrijken van die vier jaar opstapt.
Ik heb het raadswerk altijd met zeer veel plezier gedaan. Ik moet ook
zeggen, dat ik veel heb geleerd. Het is een métier waarin je, ook in
Soest, niet snel resultaten van je werk ziet, vele teleurstellingen te
verwerken krijgt, te maken krijgt met plannen die niet doorgaan, vaak
met dezelfde hamer op hetzelfde aambeeld dient te slaan, een zaak van
frappez toujours. Dit zijn wat negatieve aspecten van de zaak. Toch ge
loof ik, dat de positieve aspecten van het raadslidmaatschap overwegen.
Het is de vertegenwoordigende functie waarin je het dichtste bij de
burger staat. Je dient altijd aanspreekbaar te zijn voor de burger en
de burger weet het raadslid meestal ook te vinden. Ik heb het altijd
als een taak en een plicht beschouwd om in eerste instantie op te komen
voor degenen die mij in deze raad gekozen hebben en dat zijn in eerste
instantie de kiezers van de PvdA. Daar zit je als de door hen gekozene
in eerste instantie voor. Ik hoop dat ik in de afgelopen jaren wat voor
deze mensen heb kunnen doen.
De samenwerking met de mederaadsleden heb ik over het algemeen zeer
prettig en collegiaal gevonden. En dat geldt evenzeer voor de samenwer
king met de ambtenaren. In dit verband wil ik speciaal de boden noemen;
als ik mij de vele uren in de leeskamer in herinnering breng, was de
koffie altijd een door mij zeer gewaardeerd item.
Ik wil besluiten met mijn opvolger in deze raad, Frans Kingma, die hier
vanavond helaas wegens ziekte niet aanwezig is, alle succes toe te wen
sen.
Ten slotte rest mij mede te delen, dat mevrouw Van Gelder mij zal op
volgen als fractievoorzitter.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik verzoek u na afloop van deze vergade
ring nog in een korte informele bijeenkomst hier te blijven, ten einde
persoonlijk afscheid te nemen van de heer Goote.
De heer Hoekstra verzoekt de leden van de commissie openbare werken
zich nog even in zijn omgeving op te houden.
Hierna, te 21.57 uur, sluit de VOORZITTER de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad
op 19 juni 1980,
De secretaris,
De voorzi-
De
is
1.
30