maart 1980 >eds >r :fe- de .t de is Lard gen. le- j. Brief d.d. 14 maart 1980 van de heer J. Lijftogt te Soesterberg hou dende het verzoek om reeds ingediende en geweigerde bouwaanvragen alsnog te verlenen, met voorstel de brief om advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders De heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter! Ik vraag mij af, of het niet een juiste procedure zou zijn deze brief ter afdoening in handen te stellen van de commissie voor de beroepschriften. Ik verneem graag of dit zal gebeuren, maar dan wellicht met het advies van burgemeester en wethouders De VOORZITTER: Ik meen dat het niet gebruikelijk is deze brief met het advies van burgemeester en wethouders naar de commissie voor de beroep schriften te zenden. De heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter! Ik twijfel niet aan uw woor den, maar betrokkene heeft daaraan weinig. Hij zal naar mijn mening op nieuw bericht krijgen in de trant van: "Geachte heer, met verwijzing naar brief nr. .d.d. .is ons standpunt nog hetzelfde. Hoog achtend." Of zie ik dat verkeerd? De VOORZITTER: Wanneer wij het advies voorbereiden, kunnen wij bezien hoe wij verder handelen. Ik weet echter niet of de inhoud van de brief zal worden zoals u zojuist heeft gesuggereerd. De heer VAN DEN BRAKEL: Mijnheer de voorzitter! Ik meen dat men 30 da gen na afwijzing van een bouwvergunning in beroep kan gaan bij de com missie voor de beroepschriften. Men is daarvan op de hoogte. Het staat ook duidelijk in de brief. De VOORZITTER: Ook ik meen dat het duidelijk is. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de brief om advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders, k. Brief d.d. 17 maart 1980 van de heer ing. B. Krommenhoek, Wiardi Beckmanstraat 127 te Soest betreffende de verkeerssituatie bij de aan sluiting van de Vrijheidsweg aan de Koningsweg, met voorstel de brief om advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. Met betrekking tot dit stuk wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burge meester en wethouders is voorgesteld. 1. Brief d.d. 4 januari 1980 van het A.W.O.S. betreffende de welzijns planning, met voorstel te antwoorden conform de ter inzage gelegde ontwerp-brief De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Het college schrijft in zijn brief van mening te zijn dat de tijd vooralsnog niet rijp is de gehele sport in de welzijnsplanning te integreren en noemt daarvoor een aan tal redenen. Mijn fractie betwijfelt of de tijd een goed argument is; de tijd is naar onze mening altijd rijp. Veeleer is een aantal raadsle den in deze raad niet rijp om de stappen te nemen, opdat ook de sport in de welzijnsplanning kan worden geïntegreerd. In een besloten verga dering hebben wij hierover al eens met het college gesproken. Ik mag uit die vergadering niet klappen, maar kan wel zeggen dat toen duide lijk is geworden dat de plannen helaas niet konden doorgaan, doordat sommigen er niet rijp voor waren. Dat moet wel eens duidelijk worden gezegd. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mijnheer de voorzitter! Ook mijn frac tie kan zich niet met het laatste deel van deze brief verenigen, zij het om andere redenen dan in deze brief genoemd. De sportstichting en de commissie welzijnsplanning zijn misschien qua structuur enigszins vergelijkbaar, maar niet qua taken. Ook ik ben van mening dat de 3

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 52