april 1980
k. Brief d.d. 9 april 1980 van de Nederlandse Vereniging van Blinden en
Slechtzienden met het verzoek om de verkeerslichteninstallaties aan te
passen ten behoeve van visueel gehandicapten.
Dit stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om ad
vies
1. Brief d.d. 1 april 1980 van de Stichting Anti-Rookplan voor de
Jeugd, inzake verspreiding van anti-rookovereenkomsten onder de school
jeugd, met voorstel de brief om advies in handen te stellen van burge
meester en wethouders.
De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Ik verzoek deze brief ook in
de commissie voor onderwijs en jeugdzaken aan de orde te stellen. In
deze brief wordt gesproken over vijfde en zesde klassers. Uit ervaring
weet ik dat vooral de brugklassen van het voortgezet onderwijs bijzon
dere behoefte hebben aan een dergelijke actie tegen het roken. Ik ver
zoek het college derhalve bij de behandeling van dit stuk niet alleen te
denken aan de vijfde en de zesde klassers van de lagere scholen, maar
ook aan de leerlingen van de brugklassen.
De VOORZITTER: Dat lijkt mij een goed voorstel.
Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om ad
vies
Vragenhalfuurtje
De VOORZITTER: Dames en heren! Van mevrouw Greefhorst-Van Overdam zijn
de volgende vragen binnengekomen:
"1. Uit perspublicaties is ons gebleken dat er ter gelegenheid van
de inhuldiging van Koningin Beatrix geen herinnering uitgereikt zal
worden aan de kinderen van het kleuter- en lager onderwijs hier ter
plaatse
Zijn deze publicaties juist?
2. Kunt U ons de achtergronden van dit besluit mededelen?
3. Bent U bereid te bevorderen dat dit besluit wordt herzien en
alsnog een herinnering wordt uitgereikt?".
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter! Er was aanvankelijk enige on
duidelijkheid met betrekking tot de wenselijkheid om aan de leerlingen
van de lagere en de kleuterscholen een herinnering uit te reiken. De
zaak is nader onderzocht. Gebleken is dat de meerderheid van de scholen
het wenselijk achtte om een herinnering aan de kinderen uit te reiken.
Het college heeft daarna in zijn laatste vergadering besloten om alsnog
aan de leerlingen van de lagere en de kleuterscholen een herinnering uit
te reiken.
De aan de herinnering verbonden kosten bedragen ongeveer f. 3,per
leerling; voor 6000 leerlingen betekent dat een totaalbedrag van
f. 18.000,
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mijnheer de voorzitter! Onze fractie is
er erkentelijk voor dat deze zaak toch nog op een snelle wijze is gere
geld, waardoor de kinderen alsnog een herinnering krijgen aangeboden.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mijnheer de voorzitter! Uit welke post
wordt dat totaalbedrag beschikbaar gesteld of krijgt de gemeenteraad nog
een afzonderlijk voorstel? Kan de gemeenteraad zich nog over deze zaak
uitspreken?
De VOORZITTER: De gemeenteraad kan zich niet meer uitspreken, want het
ging om een spoedeisende zaak. De kosten worden bestreden uit de post
onvoorzien