april 1980
2. Vindt u, gegeven het uitgangspunt het Slangenbosje intakt te la
ten, mede gelet op de brief van G.S. van 1 nov. '78, dat hiermee in
overeenstemming is:
a. Het nogal forse aantal geheel of gedeeltelijk gekapte bomen
en het bijna volledig verwijderen van het "onderhout" aan de kant
van de Insp. Schreuderlaan
b. Het aanleggen vanaf elk huis van een zogenaamd houtsnipper
paadje het bosje in (kant Insp.Schreuderlaan)
c. Het verdubbelen van de padbreedte.
3. Vindt u dat er voldoende beschermende voorzieningen tussen de
bouwpercelen en het bosje zijn en/of waren ter voorkoming van ver
wijdering en/of beschadiging van houtopstanden en bomen, zodat van
gemeentekant voldoende inhoud is gegeven aan artikel 15 van het
koopkontrakt-bouwkavels?
4. Als u ontkennend meent te moeten antwoorden op vraag 2 en 3,
of delen daarvan, wilt u dan aangeven welke maatregelen u dan
denkt te nemen om één en ander recht te trekken?
5. Veel buurtbewoners hebben zich ingezet voor behoud van het
Slangenbosje, ook door zelf het bosje op te knappen. Was het
daarom niet verstandig geweest om:
a. De bewoners inhoudelijk over de opknapbeurt voor te lichten.
b. Te bekijken in overleg, of, en zo ja hoe, de buurt ook nog
bij dit onderhoud behulpzaam zou willen en kunnen zijn?".
De vragen zijn, gelet op het gestelde in het reglement van orde, op tijd
binnengekomen, maar het gaat in dit geval om zeer uitgebreide vragen die
heel serieus moeten worden bekeken en ik zou ook in het algemeen willen
vragen om een dergelijk uitgebreid vragenpakket, indien mogelijk, iets
eerder aan het college te doen toekomen, want dan hebben wij iets meer
tijd om de beantwoording voor te bereiden.
De heer KINGMA: Mijnheer de voorzitter) De vragen zijn laat ingestuurd,
omdat ik pas zondag jl. precies op de hoogte was van hetgeen er aan de
hand is en ik kon de vragen dan ook gewoon niet eerder indienen. Op dit
moment leek het vragenhalfuurtje ons de enige gelegenheid om meer over
deze zaak te weten te komen, want het onderhoud vindt reeds plaats. On-
zes inziens was er dan ook geen mogelijkheid om deze zaak op een andere
wijze aan de orde te stellen.
Ik meen dat het niet nodig is op de geschiedenis van het Slangenbosje
in te gaan, want bijna iedereen zal van die geschiedenis op de hoogte
zijn. Ik wil echter wel een paar opmerkingen uit de brief van gedepu
teerde staten van 1 november 1978 aanhalen, omdat deze opmerkingen
mijns inziens van belang zijn. De conclusie van gedeputeerde staten is
dat bebouwing mag plaatsvinden, wanneer de gemeente ervoor zorgt dat het
Slangenbosje op een behoorlijke wijze bewaard zal blijven. Dat betekent
onder andere dat er maar twee toegangen mogen zijn. Bovendien wordt in
de koopcontracten bij de overdracht van de grond heel duidelijk een aan
tal voorwaarden genoemd waaraan de bewoners, aannemers en alle andere
bij de bouw betrokkenen moeten voldoen.
Ik ben tot het stellen van de vragen overgegaan nadat is geconstateerd
dat aan één kant bijna al het onderhout is weggehaald; erg veel bomen
zijn geheel of gedeeltelijk gekapt; er zijn paden aangelegd; erg veel
in het onderhout aanwezige nesten zijn verstoord of verdwenen; paden
worden twee keer zo breed; de ruimte naar de waterpartij toe is kaal
gekapt en dat betekent voor de oever nogal het een en ander. In de koop-