april 1980 contracten worden beschermende voorzieningen genoemd. Ik heb sterk de indruk dat het feit dat de sloot aan de Insp. Schreuderlaan (als afschei ding tussen het Slangenbosje en de rest van de grond) is verdwenen, mede bijdraagt tot het minder beschermen van het Slangenbosje. Wethouder MENNE: Mijnheer de voorzitter! Naar aanleiding van vraag l.a. zij opgemerkt dat de opdracht als volgt luidt: Het verrichten van de hoogst noodzakelijke achterstallige onderhoudswerkzaamheden in bosbouw kundig opzicht. Het antwoord op vraag l.b. luidt: Het onderhoud betreft het verwijderen van dode, zieke, kwijnende, scheef staande en/of sterk concurrerende bo men. Vraag 2.a. luidt: "Vindt u, gegeven het uitgangspunt het Slangenbosje intakt te laten mede gelet op de brief van G.S. van 1 nov. '78, dat hiermee in overeenstemming is: a. Het nogal forse aantal geheel of gedeeltelijk gekapte bomen en het bijna volledig verwijderen van het "onderhout" aan de kant van de Insp. Schreuderlaan." Het antwoord luidt: Er is sprake van een dunning die uitsluitend als een verzorgingsmaatregel tot bevordering van de groei van de overgebleven houtopstand moet worden beschouwd. Het onderhoud dat heeft plaats gevon den en dat nog zal plaatsvinden valt binnen de normen van de kapverorde- ning. Bovendien strookt het bepaalde in het koopcontract met het gestel de in de brief van gedeputeerde staten van 1 november 1978. Het onder hout - dat wil zeggen de aanwezige struikenetage (voor zover nog aanwe zig) - is zorgvuldig gespaard. De burgemeester, de chef van de plantsoe nendienst en ikzelf zijn betrekkelijk snel na binnenkomst van de brief van de heer Kingma ter plaatse gaan kijken. Wij hebben geconstateerd dat de bomen en struiken zeer nauwkeurig en zorgvuldig zijn geblest alvorens zij zijn gekapt. Het kappen gebeurt dan ook niet zo maar. Dunnen is de hoofdlijn en het bevorderen van het bos ter plaatse. Het gaat derhalve om het beter maken van wat er is en daarvoor dient achterstallig onder houd plaats te vinden. Dat onderhoud wordt hier gepleegd. Slechts enige vlierstruiken zijn bewust gesnoeid teneinde deze struiken te verjongen. In vraag 2.b. wordt gesproken over het aanleggen vanaf elk huis van een zogenaamd houtsnipperpaadje het bosje in. Tot ons leedwezen hebben wij geconstateerd dat die paadjes inderdaad zijn aangelegd. De paadjes zijn weliswaar milieuvriendelijk gearceerd met houtsnippers, maar deze paad jes suggereren dat de gedeelten van het bos onmiddellijk achter de wo ningen aan de Insp. Schreuderlaan tot de huizen behoren. Die suggestie is volstrekt onjuist. Het bos is nl. openbaar en derhalve voor iedereen toegankelijk. Voor die paadjes is niet gekapt; er is alleen met een lich te kleur houtsnippers gestrooid. Wij hebben inmiddels wel begrepen dat die houtsnippers na enige maanden de kleur aannemen van de overige hout snippers. Het college wil deze ontwikkeling niet legaliseren. In overleg met de bewoners zal tot een goede oplossing moeten worden gekomen. Het verdubbelen van de padbreedte is een andere zaak. De verdubbelde padbreedte is een tijdelijke zaak. Na afloop van het onderhoud zal het pad weer op zijn oorspronkelijke breedte worden teruggebracht. Vraag 3 luidt: "Vindt u dat er voldoende beschermende voorzieningen tussen de bouwpercelen en het bosje zijn en/of waren ter voorkoming van ver wijdering en/of beschadiging van houtopstanden en bomen, zodat van gemeentekant voldoende inhoud is gegeven aan art. 15 van het koop- kontrakt-bouwkavels?"

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1980 | | pagina 89